groep 5 thema 8 les 5

Taal Actief
Thema 8 les 5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taal Actief
Thema 8 les 5

Slide 1 - Tekstslide

Doel: Ik ken de mannelijke en vrouwelijke persoonsnamen voor mensen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste vrouwelijke persoonsnaam?
Paula is de .... van Paul.
A
vriend
B
vriendin
C
vriendes
D
vriendster

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste vrouwelijke persoonsnaam?
Francis is een ....
A
heldster
B
heldin
C
heldes
D
helde

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste vrouwelijke persoonsnaam?
Janne is de ...
A
baze
B
bazes
C
bazin
D
baaster

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste vrouwelijke persoonsnaam?
Sneeuwwitje is een echte ....
A
prinster
B
prinse
C
prinsin
D
prinses

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de vrouwelijke persoonsnaam voor "journalist"?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de vrouwelijke persoonsnaam voor "zanger"?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

De oude houthakker vraagt de weg.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord

Slide 10 - Quizvraag

Weet de houthakker dat niet?.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord

Slide 11 - Quizvraag

Hij neemt het smalle pad door het bos.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord

Slide 12 - Quizvraag

Door het grote bos?
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord

Slide 13 - Quizvraag

Ja, het pad gaat naar zijn huis.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord

Slide 14 - Quizvraag

Ik hoop dat de houthakker het vinden kan.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 15 - Quizvraag

Ja, het pad gaat naar zijn huis.
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord

Slide 16 - Quizvraag

Vul in: lw, ww, vz, zn, bn
Ik schrijf een lange brief.

Slide 17 - Open vraag

Vul in: lw, ww, vz, zn, bn
Morgen leest mijn moeder die op de bank..

Slide 18 - Open vraag

Vul in: lw, ww, vz, zn, bn
Samen een lange brief lezen op de bank.

Slide 19 - Open vraag

Vul in: lw, ww, vz, zn, bn
Ik wil dat ik naast haar kan zitten.

Slide 20 - Open vraag