proeve basis

Hoera ik ga de proeve doen!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoera ik ga de proeve doen!

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijke hygiëne en kleding
Waar moet je op letten bij de proeve?

Slide 2 - Woordweb

Persoonlijke hygiene 
  • Haren vast, haarnetje
  • Geen handsieraden
  • Piercings in het aangezicht uit
  • Schone, korte, ongelakte nagels
  • Fris en schoon

Slide 3 - Tekstslide

Kleding
  • Broek zonder gaten
  • Dichte, platte en schone schoenen
  • Schone kleding

Slide 4 - Tekstslide

Onderdelen van de proeve
  1. Schriftelijke toets over veiligheid en onderhoud en herstel
  2. Praktijkopdracht: voeding, samenwerken, voorraadbeheer
  3. CGI

Slide 5 - Tekstslide

Bereidt werkzaamheden voor en stemt af
Wat laat je zien in de proeve? 


Slide 6 - Tekstslide

Ruimtes gebruiksklaar maken
Wat laat je zien in de proeve? 

Slide 7 - Tekstslide

Aanspreekpunt zijn
Wat laat je zien in de proeve? 

Slide 8 - Tekstslide

Administratieve werkzaamheden
Wat laat je zien in de proeve?

Slide 9 - Tekstslide

Veiligheid
Wat laat je zien in de proeve?

Slide 10 - Tekstslide

Voeding
Wat laat je zien in de proeve?

Slide 11 - Tekstslide

Voorraadbeheer

De student:
- volgt het protocol 
- controleert de voorraad;
- geeft tekorten en behoeften aan producten door aan de leidinggevende;
- vult de voorraad op de juiste wijze aan;
- slaat de goederen/producten op de juiste wijze op.
Wat laat je zien in de proeve?

Slide 12 - Tekstslide

Na de proeve: CGI
  • Vragen over wat je hebt laten zien tijdens de proeve
  • Uitleggen waarom!

Slide 13 - Tekstslide

Oefenvragen 

  • Voorraadbeheer en onderhoud
  • Voeding

Slide 14 - Tekstslide

1.Waar staan de letters FIFO voor?
A
Fiets in, Fiets out
B
First out, First in
C
First in, First out
D
First ingang, First over

Slide 15 - Quizvraag

2.Wat is een pakbon?
A
Lijst die je zelf maakt van wat je hebt besteld
B
Formulier van de leverancier met de inhoud van de zending
C
Overzicht van de leverancier van wat je hebt besteld
D
Tellijst van je voorraad

Slide 16 - Quizvraag

3.De letters THT staan voor
A
De uiterlijke gebruiks datum
B
Uiterlijke verkoop datum
C
De datum dat het product bederft
D
Ten minste houdbaar tot

Slide 17 - Quizvraag

4. Vlees en vis liggen
A
Bovenin de koelkast
B
In het midden van de koelkast
C
Boven de groentela

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

5. Kaas snijd je op een
A
Gele plank
B
Groene plank
C
Witte plank
D
Bruine plank

Slide 20 - Quizvraag

6. Als je het magazijn controleert let je erop dat (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Zware producten op de grond staan
B
Etiketten goed leesbaar zijn
C
Stapels niet te hoog zijn
D
Het magazijn schoon is

Slide 21 - Quizvraag

7. De maximale temperatuur van een koelkast is maximaal ___ graden

Slide 22 - Open vraag

8. Wat is onjuist?
Kalkaanslag
A
Verwijder je met soda
B
Komt door kalk in het water
C
Is slecht voor het milieu
D
Komt door magnesium in het water

Slide 23 - Quizvraag

9. Tafeldekken:
Waar liggen de messen?
A
Aan de linkerkant van het bord met de snijkant naar buiten
B
Aan de linkerkant met de snijkant naar binnen
C
Aan de rechterkant met de snijkant naar buiten
D
Aan de rechterkant met de snijkant naar binnen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

10. De schijf van vijf zorgt ervoor dat
A
Je niet te veel eet
B
Je gevarieerd eet
C
Je geen allergenen binnen krijgt
D
Je voldoende tussendoortjes eet

Slide 26 - Quizvraag