Zorgtoppers - Handboek Parenteralia

Zorgtoppers
Handboek Parenteralia
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zorgtoppers
Handboek Parenteralia

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen medicatie oplossen en medicatie verdunnen?

Slide 2 - Open vraag

Oplossen:
Dit betekent dat een vaste stof (zoals een tablet of poeder) wordt gemengd met een vloeistof totdat de vaste stof volledig is opgelost en een homogene oplossing vormt.
Voorbeeld: Het oplossen van een poeder van een antibioticum in water om een vloeibare oplossing te maken die kan worden geïnjecteerd.

Verdunnen:
Dit betekent dat een geconcentreerde oplossing wordt gemengd met een extra hoeveelheid vloeistof om de concentratie van de werkzame stof te verlagen.
Voorbeeld: Het verdunnen van een geconcentreerde morfine-oplossing met fysiologisch zout (NaCl 0,9%) om een lagere concentratie te verkrijgen die geschikt is voor toediening.

Kort samengevat:
Oplossen: Vaste stof + vloeistof = oplossing.
Verdunnen: Geconcentreerde oplossing + extra vloeistof = verdunde oplossing.
Hoe heet het handboek waarin je kunt vinden hoe je medicatie moet bereiden?

Slide 3 - Woordweb

Het handboek dat vaak wordt gebruikt voor het bereiden van medicatie, inclusief parenterale toedieningen, is het "Handboek Parenteralia". Dit handboek biedt gedetailleerde richtlijnen voor de bereiding, toediening en compatibiliteit van parenterale geneesmiddelen.
Wat kun je NIET vinden in het handboek parenteralia?
A
Toedieningsvormen
B
Houdbaarheid
C
Merknamen
D
Verenigbaarheden

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een 'stootkuur' en wat voor gevolgen kan dit hebben?

Slide 5 - Open vraag

Een 'stootkuur' is een behandeling waarbij een hoge dosis van een medicijn gedurende een korte periode wordt toegediend om snel een therapeutisch effect te bereiken. Dit wordt vaak gebruikt bij acute aandoeningen of om een snelle verbetering van symptomen te bewerkstelligen.

Voorbeelden van stootkuren:
Corticosteroïden: Bij ernstige ontstekingen of auto-immuunziekten.
Antibiotica: Bij ernstige infecties om snel de bacteriële belasting te verminderen.

Gevolgen van een stootkuur:
Positieve effecten:
Snelle verlichting van symptomen.
Snelle controle over een acute aandoening.

Mogelijke bijwerkingen:
Corticosteroïden: Gewichtstoename, verhoogde bloedsuikerspiegel, verhoogde bloeddruk, stemmingswisselingen.
Antibiotica: Maag-darmklachten, allergische reacties, verstoring van de darmflora.
Welke injectieplaats kies je meestal bij een taaie vloeistof zoals hydroxocobalamine?
A
Bovenarm
B
Bovenbeen
C
Bil
D
Buik

Slide 6 - Quizvraag

Bij het toedienen van een taaie vloeistof zoals hydroxocobalamine wordt meestal gekozen voor een intramusculaire injectie. Dit komt omdat de spier een grotere absorptiecapaciteit heeft en de vloeistof beter kan opnemen. 
De meest voorkomende injectieplaatsen voor intramusculaire injecties zijn:
Bovenarm (deltoïde spier): Geschikt voor kleinere volumes.
Bovenbeen (laterale dijspier): Geschikt voor grotere volumes en gemakkelijk toegankelijk.
Bilspier (gluteus maximus): Geschikt voor grotere volumes en vaak gebruikt bij volwassenen.

Het is belangrijk om de injectieplaats te kiezen op basis van het volume van de vloeistof en de voorkeur van de patiënt.
Wanneer je een poeder medicijn oplost, doe je dat door te ...
A
Schudden
B
Zwenken
C
Beide mogen
D
Beide mogen niet

Slide 7 - Quizvraag

Het zwenken van een poeder medicijn bij het oplossen heeft verschillende belangrijke redenen:
Gelijkmatige oplossing: Zwenken zorgt ervoor dat het poeder gelijkmatig wordt verdeeld in de vloeistof, waardoor een homogene oplossing ontstaat. Dit is essentieel om ervoor te zorgen dat de patiënt de juiste dosering krijgt.
Voorkomen van schuimvorming: Door te zwenken in plaats van te schudden, wordt de vorming van schuim verminderd. Schuim kan de nauwkeurigheid van de dosering beïnvloeden en kan ook problemen veroorzaken bij het toedienen van de medicatie.
Bescherming van de medicijnstructuur: Sommige medicijnen kunnen gevoelig zijn voor mechanische stress. Hevig schudden kan de structuur van het medicijn beschadigen, terwijl zwenken een zachtere methode is die de integriteit van het medicijn behoudt.
Voorkomen van luchtbellen: Zwenken helpt ook om de vorming van luchtbellen te minimaliseren, wat belangrijk is voor een nauwkeurige dosering en om te voorkomen dat lucht in de injectiespuit of infusieapparaat terechtkomt.
Wat betekent solvens/solvent?

Slide 8 - Woordweb

Een solvens of solvent is een stof, meestal een vloeistof, waarin een andere stof (de opgeloste stof) kan oplossen om een oplossing te vormen. 
Solventen kunnen ook vaste stoffen, gassen of superkritische vloeistoffen zijn.
Voorbeelden van veelgebruikte solventen:
Water: Een universeel oplosmiddel dat veel stoffen kan oplossen.
Ethanol: Vaak gebruikt in de farmaceutische en cosmetische industrie.
Aceton: Veel gebruikt in laboratoria en als nagellakremover.
Solventen spelen een cruciale rol in chemische reacties en processen, omdat ze de opgeloste stoffen in een vorm brengen die gemakkelijker te hanteren en te reageren is.
Je hebt morfine 10 mg/ml.
Je moet 2,5 mg geven, hoeveel ml geef je?

Slide 9 - Open vraag

Je moet dus 0,25 ml van de morfine-oplossing toedienen om 2,5 mg te geven. 

Berekening!!
Je hebt morfine 10 mg/ml.
Je moet 1,2 ml geven, hoeveel mg is dit?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies