4.1 Afsluiting + betrouwbaarheid van bronnen

Afsluiting: 4.1: Leenheren en leenmannen
(2)
vaardigheid: betrouwbaarheid van bronnen.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afsluiting: 4.1: Leenheren en leenmannen
(2)
vaardigheid: betrouwbaarheid van bronnen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • vragen over de opdrachten van  4.1? 
  • afronden paragraaf 4.1: leenheren en leenmannen.
  • aantal oefenvragen
  • vaardigheid: betrouwbaarheid van bronnen
  • voorbeeldopgaven
  • zelf aan de slag met de vaardigheid betrouwbaarheid van bronnen.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... heb je laten zien dat je de stof van paragraaf 4.1 kunt toepassen.
... weet je hoe je kunt bepalen of een bron betrouwbaar is.
... laat je zien dat je de 3 stappen om een bron te beoordelen kent en kunt toepassen.
... laat je zien dat je een conclusie kunt geven of een bron betrouwbaar is of niet.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdrachten
  • Vragen?
  • Moeilijke opdrachten?

Slide 4 - Tekstslide

Afsluiting 4.1
  • Feodalisme
  • Ridders
  • Karel de Grote
  • oorzaken en gevolgen 

Slide 5 - Tekstslide

Afsluiting: Oefenvragen

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik de vier zinnen
Welke zinnen over het Frankische rijk van Karel de Grote zijn juist?
Sleep de zinnen naar het juiste vak, juist of onjuist.

Juist
Onjuist
A. Door veroveringen werd Karel de Grote koning van een groot rijk.
B. Het Frankische rijk was begonnen in Duitsland.
C. Karel de Grote bestuurde zijn rijk met behulp van het feodalisme.
D. Toen Karel keizer werd, behoorde heel Europa tot zijn rijk.

Slide 7 - Sleepvraag

Gebruik bron 3.
Op welke heersers wilde Karel de Grote graag lijken? (let op zijn uiterlijk)

Slide 8 - Open vraag

Waarom zou Karel de Grote zich zo op deze munt hebben laten afbeelden?

Slide 9 - Open vraag

Vaardigheid: Betrouwbaarheid van bronnen:
1. Wanneer is de bron gemaakt?
Komt het overeen met de tijd waarin het zich afspeelde?
2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
Was hij erbij? Heeft hij het gehoord van iemand die de persoon kende?
3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
Wil hij bijv. de persoon heel erg positief of negatief neerzetten?

Slide 10 - Tekstslide

Is deze bron betrouwbaar als je wil weten hoe Karel de Grote eruitzag? Leg je antwoord uit

Slide 11 - Open vraag

Is deze bron betrouwbaar als je wil weten hoe Karel de Grote eruitzag?

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag:
  • Maak de opdrachten bij de vaardigheid betrouwbaarheid van bronnen. De opdrachten staan in Teams, lever je ingevulde document hier ook weer in.
  • Bekijk de 2  filmpjes en zoek extra informatie over Willibrord en Bonifatius en maak van beide personen een mindmap

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video