3e klas 2VWO 1.2 tm 1.4 Verwering, erosie en sedimentatie

Uitleg en formatieve evaluatie 1.2 t/m 1.4

Verwering, erosie en sedimentatie

Log in met je voornaam
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Uitleg en formatieve evaluatie 1.2 t/m 1.4

Verwering, erosie en sedimentatie

Log in met je voornaam

Slide 1 - Tekstslide

Je hebt drie vormen van mechanische verwering. Eén daarvan is vorstverwering.
Noem de twee andere vormen.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Zie de klimaatkaart. Welk type mechanische verwering zal vooral voorkomen in Centraal-Afrika?
A
Vorstverwering
B
Verwering door grote temperatuurverschillen
C
Verwering door plantenwortels
D
Alle drie de vormen komen veel voor.

Slide 4 - Quizvraag

Verwering door plantenwortels
Centraal Afrika heeft een tropisch regenwoudklimaat, dat betekent veel warmte en neerslag, dus ook veel vegetatie en dus ook veel boom- en plantenwortels. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Op welke plek vindt de meeste chemische verwering van gesteente plaats?
A
Indonesië
B
Australië
C
Nederland
D
Noorwegen

Slide 11 - Quizvraag

Verwering, erosie en sedimentatie
Drie processen die het reliëf beïnvloeden.
Verwering: het verbrokkelen van gesteente
Erosie: De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.
Sedimentatie: proces waarbij materiaal blijft liggen. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke van de genoemde processen zorgt ervoor dat laaggelegen stukken land hoger komen te liggen?
A
Verwering
B
Erosie
C
Verwering en erosie
D
Sedimentatie

Slide 13 - Quizvraag

Sedimentatie
Verwering en erosie breken het landschap af (bergen worden lager). 
Door sedimentatie wordt het landschap juist opgebouwd (de wind, zee, rivier of gletsjer legt ergens bijv. zand of klei neer). 

Slide 14 - Tekstslide

Beredeneer waardoor het dal op dit plaatje gevormd is. (2p)

Slide 15 - Open vraag

V-dalen ontstaan door rivieren, U-dalen door gletsjers

Slide 16 - Tekstslide

In welk gedeelte van de rivier vindt er vooral sedimentatie plaats?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Er vindt overal even veel sedimentatie plaats.

Slide 17 - Quizvraag

In de benedenloop stroomt de rivier langzamer, dus laat hij meer materiaal liggen: sedimentatie.  

Slide 18 - Tekstslide

Beschrijf in drie stappen het ontstaan van duinen (3p)

Slide 19 - Open vraag

De zee legt zand op strand, de wind blaast het zand tegen een obstakel, de heuvel wordt steeds hoger en raakt begroeid. 

Slide 20 - Tekstslide

Werkfase 
Ga aan het werk met 
par. 1.2 vragen (1 t/m 4), 5, 7, 8 en 9a en b


Slide 21 - Tekstslide