Kenya & Future

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Kenya

What do you remember about Kenya?

Future present simple:
What do you remember?
example: When does the train leave?
It leaves at 11:10 am.

Verwachtingen bij Engels

1. Je maakt je huiswerk volgens de planner
2. je werkt zoveel mogelijk in je All Right werkboek
3.  (Luister)opdracht online? Antwoord online in hele zinnen?
4. Doe je een opdracht online maar schrijf je het antwoord in je werkboek? Typ dan 'WB' in de antwoorden.
5. Test jezelf + luisteropdrachten maak je online

In je werkboek werken, waarom?

1.  je schrijft de antwoorden op, en dit helpt met het onthouden.
   
2. daarna zelf nakijken en je gaat het verbeteren, dit geeft je inzicht om te zien wat wel/niet goed ging.
3. Had je veel fout, dan pak je de uitleg erbij in de blauwe pagina's en kijk je het met uitleg erbij wel snapt, zo word je meer zelfredzaam.
   
4. Snap je daarna nog niet wat je fout hebt gedaan? Dan laat je mij (of Avelien) weten en dan leggen wij het uit. Dit helpt ons te weten wat je moeilijk vindt en hoe we je kunnen helpen. En hierdoor weet jij dan wel hoe het moet!
5. Met dit samen wordt je beter in Engels en scoor  je vast hoger in toetsen.

Future: present simple

1. tijden volgens vast schema
2. aankomsttijden, openingstijden etc

Present Simple (Future)

The Future

P 132 in workbook

Summary

plannen die vrijwel zeker gaan gebeuren

Gebruik

Bij afspraken in de nabije toekomst waarvan de tijd en/of plaats al vaststaan.

I am meeting John at 7pm.

to be going to & hele ww

Will & be going to 

Let's practise!

Good news; these exercises correspond with your workbook!

Choose the correct form

1. I probably won't book a flight yet
2. I am probably not going to book a flight yet

voorspelling die gebaseerd is op een mening 4c

Choose the correct form.
Everything has been arranged:

1. I am visiting the Masaai tribe next month.
2. I am going to visit the Masaai tribe next month.

dingen die gepland zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren 2

Choose the correct form:

1. We are going to see so much wildlife today!
2. We will see so much wildlife today!

Er was al een plan voor het gesprek. 3A

Choose the correct form

1. My train leaves at 1 o'clock today.
2. My train will leave at 1 o'clock today.

Volgens een vast schema/dienstregeling. 1

In Kenya, schools _______ (to start) at 8 o'clock.

I _______ (to spend) some time abroad next month.

(I - to carry) your backpack?

Sure, I ____(to join) you for dinner this weekend!

Options:

1. continue with 3.2, e.g. exercise 6
2. make plans for the speaking test
3. do the speaking exercises of 3.3
4. let me know when you'd like to look at/reflect on your test

Future tenses

Moet ik nog veel oefenen, maar de present simple lukt

Gaat al redelijk goed

Gaat erg goed

The boy said (that) Charlie ______ him

She said she ______ to go to school because it _____ her

She said that she ______

The boy told his brother _____ him.

The mother said that her son_____

The boy said___ (1st part only)

The girl said

The boy ____

The mother asked ____

The little girl___

The boy said_____ (1st part only)

The woman asked the boy ____

The girl told him ___