LINK B1 thema 10

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

LINK B1 thema 10

Het feest wordt steeds drukker en loopt ...................... uit de hand.

1. midden
2. gigantisch
3. kalm
4. zat

Een ...................... kat heet een poes.

1. vlek
2. letsel
3. meer
4. vrouwelijke

Er zitten veel vissen en kikkers in onze ...................

1. kust
2. meer
3. vijver
4. ondiep

De .................... .................... ieder jaar veel mensen uit de zee.

1. strandwacht, redt
2. redden,de kust
3. zwemles, red
4. heeft, gered

Ik erger me aan de ........................ in mijn huis. Ik moet opruimen!

1. allergie
2. behandeling
3. betreffen
4. rommel

Jullie wonen nu 6 maanden in het nieuwe huis. ..................... het goed?

1. betreft
2. verdacht
3. bevalt
4. besluit

Steeds meer mensen dragen een ................... op de fiets.

1. helm
2. lichtgewond
3. letsel
4. steiger

De bewoners zijn .................... bezig met de voorbereiding van het buurtfeest.

1. diep
2. volop
3. herkenbaar
4. verdacht

Kunnen jullie een beetje ......schieten ........... de buren?

1. met, op
2. van, door
3. door, mee
4. op, met

De regering ...................... de vacinatieplicht ....................

1. heeft, afschaft
2. wil, afschaf
3. schaft, af
4. af, aschaffen

Jaarlijks ..................... veel mensen omdat ze geen ................... hebben gehad.

1. zwemmen, verdrinken
2. verdrinkt, zwembad
3. verdrinken, zwemles
4. zwemdiploma, verdrinken

Dictee

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

Schrijf op:

werkwoorden met TE 

of OM TE

Ik ga naar de apotheek medicijnen halen.

Ik probeer de trein van 20.00 uur halen.

Daniel zit lekker gamen.

Waarom loop je je zo uit sloven?

Wij vinden het niet leuk door de regen lopen.

De dames durven niet alleen op straat lopen.