8.4 Je bloedsomloop

8.4 Bloedsomloop
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.4 Bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert welke soorten bloedvaten je hebt;
  • Je leert hoe het bloed door je lichaam stroomt;
  • Je leert wat bloeddruk is (hoe je het meet). 

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

3 typen bloedvaten

Slide 4 - Tekstslide

Slagaders
  • Voeren bloed naar je organen.
  • Dik en gespierde vaten.
  • Bloed stroomt snel en hoge bloeddruk.

Slide 5 - Tekstslide

Aders
  • Voeren het bloed vanaf de organen weer terug naar het hart.
  • Wanden zijn dun en slap, bevatten kleppen.
  • Bloed stroomt heel langzaam en bloeddruk is laag.

Slide 6 - Tekstslide

Slagaders

  • Naar organen toe
  • Bloed stroomt snel
  • Hoge bloeddruk
  • Dikke, gespierde wanden
Aders

  • Van organen af
  • Bloed stroomt langzaam
  • Lage bloeddruk
  • Dunne wanden
  • Kleppen

Slide 7 - Tekstslide

Haarvaten
  • Bloed stroomt langzaam
  • Lage bloeddruk
  • Dunne wanden met gaatjes
  • Cellen krijgen zuurstof en voedingsstoffen van haarvaten en geven koolstofdioxide en afvalstoffen terug.

Slide 8 - Tekstslide

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Sterke wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 9 - Sleepvraag

3 type bloedvaten
  1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

  2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

  3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de functie van de kleppen in (de meeste) aders?

Slide 11 - Open vraag

De bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

  • Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 12 - Tekstslide

Zuurstofrijk/arm
  • Alle slagaders bevatten zuurstofrijk bloed.

  • Alle aders bevatten zuurstofarm bloed.

  • Behalve bij de longslagader en bij de longader. Daar is het omgedraaid

Slide 13 - Tekstslide

De bloedvaten rond het hart
  • De aorta is de grootste slagader en begint bij je hart. vanaf de aorta vertakken kleinere slagaders naar je organen.
  • De kransslagaders voorzien het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen.
  • Alle aders (behalve longaders) komen uit in twee holle aders. Ook de kransaders van het hart voeren zuurstofarm bloed naar een holle ader.

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedsomloop van voet naar hersenen, ... keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 17 - Quizvraag

De kleine en grote bloedsomloop vervoeren o.a.
zuurstof en koolstofdioxide.
Welke uitspraak is waar?
A
Kleine bloedsomloop vooral zuurstofrijkbloed
B
Grote bloedsomloop vooral zuurstofarmbloed
C
Kleine & grote bloedsomloop zowel zuurstofrijk als -arm
D
Overal zit evenveel zuurstof in het bloed

Slide 18 - Quizvraag

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 20 - Quizvraag

Namen van bloedvaten
  • Slagaders: altijd vanaf het hart naar organen toe.
  • Nierslagader, leverslagader, longslagader

  • Aders: altijd vanaf organen naar het hart toe.
  • Nierader, leverader, longader

Slide 21 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is bloeddruk?
  • Het hart pompt het bloed met flinke kracht door het lichaam. 

  • Dat zorgt voor druk op de bloedvaten.
    Bovendruk en onderdruk

Slide 24 - Tekstslide

Wat is bloeddruk?
Bloeddruk: het bloed drukt tegen de wanden van je bloedvaten.
  • Bovendruk: de kamers trekken samen en het bloed wordt in slagaders gepompt (=max)
  • Onderdruk: tijdens de hartpauze (zie ECG! =min)

De bloeddruk is het hoogst in je slagaders, in je aders is de bloeddruk het laagst.

Slide 25 - Tekstslide

Waarom wil je je bloeddruk weten?

  • Schade voorkomen
  • Op tijd ingrijpen
  • Starten gezonde leefstijl
  • Medicijnen

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn normale waarden van de bloeddruk?
A
120/90
B
120/65
C
120/80
D
Ik weet het niet

Slide 27 - Quizvraag

Oorzaken te hoge bloeddruk?
  • Medicijnen 
  • Anticonceptiepil
  • Drop en zoethout
  • Sommige kruiden
  • Koffie/thee
  • Tabak/alcohol/roken
  • Ongezonde leefstijl

Slide 28 - Tekstslide

Gevolgen te hoge bloeddruk?
  • Beschadiging organen (ogen/nieren)
  • Hartinfarct
  • Herseninfarct
  • Hersenbloeding 

Slide 29 - Tekstslide

1. Manchet wordt opgepompt totdat arts geen hartslag meer voelt met stethoscoop (de slagader is dichtgedrukt) 
2. Langzaam leeglopen manchet en bij eerste heldere toon wordt bovendruk afgelezen 
3. Op den duur vallen tonen weg, bloed kan nu weer ongehinderd doorstromen - arts leest onderdruk af
Bloeddruk: het bloed drukt tegen de wanden van je bloedvaten.
  • Bovendruk: de kamers trekken samen en het bloed wordt in slagaders gepompt (=max)
  • Onderdruk: tijdens de hartpauze (zie ECG! =min)

De bloeddruk is het hoogst in je slagaders, in je aders is de bloeddruk het laagst.

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk
  • Paragraaf 8.4: Je bloedsomloop
  • Opdracht 3 t/m 7, 10 t/m 12 en 16 t/m 18.

Klaar? 
=> biologiepagina.nl

Slide 31 - Tekstslide