Uitgebreide oefening AVOIR in de présent (+beetje etre, -er, getallen)

BONJOUR ET BIENVENUE 2AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE 2AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Avoir = hebben
j'ai = ik heb
tu as = jij hebt
il a = hij heeft
elle a = zij heeft
nous avons = wij hebben
vous avez = jullie hebben, u heeft
ils/elles ont = zij hebben

Slide 2 - Tekstslide

avoir
A
zijn
B
hebben
C
doen/maken
D
gaan

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb een zus

J' ... une soeur.
A
ai
B
as
C
a
D
ont

Slide 4 - Quizvraag

Heb jij een zus?

Tu ... une soeur?
A
ai
B
as
C
a
D
ont

Slide 5 - Quizvraag

Wij hebben een hond.

Nous ... un chien.
A
a
B
avons
C
avez
D
ont

Slide 6 - Quizvraag

Marc heeft een vis.

Marc ... un poisson
A
a
B
avons
C
as
D
ont

Slide 7 - Quizvraag

Marc en Yves hebben een tent.

Marc et Yves ... une tente.
A
a
B
avons
C
avez
D
ont

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 9 - Quizvraag

Elle ... un lapin.
A
as
B
a

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons

Slide 13 - Quizvraag

avoir
je
A
je ai
B
j'ai
C
je suis
D
je fais

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
J' ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
ont
D
avons

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 17 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
tu ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 18 - Quizvraag

J' ... treize ans.
A
ai
B
ont

Slide 19 - Quizvraag

Nous ... un jardin.
A
avons
B
avez

Slide 20 - Quizvraag

Martien et Erica ... un château.
A
ont
B
a

Slide 21 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 22 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 23 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 24 - Quizvraag

Vous ... les maths?

Slide 25 - Open vraag

Tu ... une grande maison?

Slide 26 - Open vraag

Léa ... deux chiens.

Slide 27 - Open vraag

Non, j' ... une petite maison.

Slide 28 - Open vraag

Vertaal: Wij hebben een zus.

Slide 29 - Open vraag

Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord avoir.

Slide 30 - Open vraag

Check je boek: heb je alle opdrachten van D en H van hoofdstuk 1 af?
Bijna!
De helft ongeveer.
Nog lang niet...
Nog niks gedaan...

Slide 31 - Poll

Au revoir

Slide 32 - Tekstslide

ETRE: hij is
A
il es
B
il suis
C
il a
D
il est

Slide 33 - Quizvraag

ETRE: Claire en Marc zijn
A
C et M ont
B
C et M est
C
C et M êtes
D
C et M sont

Slide 34 - Quizvraag

ETRE: jij bent
A
tu est
B
tu es
C
tu suis
D
tu as

Slide 35 - Quizvraag

nous ........ (etre)

A
etes
B
sont
C
sommes
D
avons

Slide 36 - Quizvraag

ETRE: ik ben
A
je es
B
je suis
C
je est
D
je sont

Slide 37 - Quizvraag

Werkwoorden op ER
Tu regard...
A
e
B
es
C
ons
D
ez

Slide 38 - Quizvraag

Werkwoorden op ER
Elles cherch...
A
e
B
es
C
ons
D
ent

Slide 39 - Quizvraag

werkwoorden op - er
Je ... (danser)
A
danse
B
danses
C
dansez
D
dansent

Slide 40 - Quizvraag

Werkwoorden op ER
Nous trouv...
A
e
B
es
C
ons
D
ez

Slide 41 - Quizvraag

Ik ken de werkwoorden: ÊTRE, AVOIR en de werkwoorden op -ER
A
B
C
D

Slide 42 - Quizvraag

En nu de getallen!
Vertaal: 3
A
deux
B
trois
C
quatre
D
zéro

Slide 43 - Quizvraag

Getallen. 15 =
A
Douze
B
cinquante
C
quatorze
D
quinze

Slide 44 - Quizvraag

Welke getallen staan in de juiste volgorde?
A
seize, quinze, dix-sept
B
quinze, seize, dix-sept
C
seize, cinq, dix-sept
D
quinze, six, dix-sept

Slide 45 - Quizvraag

Schrijf de getallen voluit: 15 + 13 + 8
A
cinq + treize + huit
B
quinze + trois + huit
C
quinze + treize + huit
D
quinze + treize + wiet

Slide 46 - Quizvraag