Par. 5.5 De Honderdjarige Oorlog

Hoofdstuk 5 Steden en Staten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Steden en Staten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Wat waren de oorzaken en gevolgen van de Honderdjarige Oorlog?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe lang duurde de Honderjarige Oorlog?
A
100 jaar
B
116 jaar
C
98 jaar
D
80 jaar

Slide 3 - Quizvraag


De Honderdjarige oorlog (1)


  • De koning van Engeland, Edward III, bezat een enorm gebied in Zuidwest-Frankrijk (Aquatanië).
  • Officieel had hij dit gebied in leen van de Franse koning Filips VI: hij was dus leenman van de koning.
  • Deze wilde het gebied terug hebben. 
  • Edward III wilde dit voorkomen (en koning van Frankrijk worden) en stuurde in 1337 zijn leger naar Frankrijk: het begin van de Honderjarige Oorlog
Hoewel hij slechts een leenman was van de Franse koning, was Edward eigenlijk de baas in een stuk van Frankrijk: het rode stuk in het zuidwesten van het land.

Slide 4 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog (2)


  • Hoewel het Franse leger veel groter was, won het Engelse leger de eerste gevechten (met boogschutters en huurlingen)
  • In 1356 werd de Franse koning Jan II zelfs gevangen genomen tijdens de Slag bij Poitiers.
  • Edward veroverde al snel grote delen van Frankrijk, maar rond 1360 liep het Engelse leger vast en kwam er een wapenstilstand.
De Engelse longbows waren veel effectiever dan de Franse kruisbogen. Met hun grote handbogen konden die in hoog tempo pijlen op de Fransen afschieten, die zelfs een harnas konden doorboren. De Slag bij Crecy (1346) werd daarom door het Engelse leger gewonnen.

Slide 5 - Tekstslide

De Honderdjarige oorlog (3)


  • In de jaren die volgen, laait de strijd regelmatig weer op, waarbij zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
  • Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen: grote delen van het land zijn door de Engelsen veroverd.
  • Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter de verslaan bij Orléans: vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
  • In 1453 is de Honderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom voerden Engeland en Frankrijk oorlog?

Slide 7 - Open vraag

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Toen ze 13 was, hoorde ze stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • Karel VII gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij een heks was en verbrandde haar op de brandstapel.
Jeanne was een dertienjarig Frans meisjeToen ze dertien jaar was, hoorde ze stemmen in haar hoofd die haar zeiden dat ze de stad Orléans van de Engelsen moest bevrijden. De stemmen kwamen van God, geloofde Jeanne. Zonder het aan haar ouders te vragen, ging ze naar een stad in de buurt. Daar verbleef een Franse generaal, wist ze. Hij stuurde Jeanne naar de Franse koning Karel VII. Deze geloofde haar, en liet Jeanne een grote groep soldaten leiden. Met dit leger had Jeanne, toen pas zeventien jaar, veel succes. Maar een jaar later werd ze gevangengenomen en aan de Engelsen verkocht. Die sloten haar op en begonnen een rechtszaak tegen haar. Volgens de rechter waren de stemmen die Jeanne hoorde van de duivel en was ze dus een heks. Daarom werd ze levend verbrand.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe stierf Jeanne d'Arc?
A
Onthoofd
B
Vermoord op het slagveld
C
Verbrand
D
Natuurlijke dood

Slide 9 - Quizvraag


Gevolgen van de oorlog


  • De Fransen hadden de Honderdjarige Oorlog gewonnen.
  • Na de oorlog nam de macht van koning toe. Hij wilde niet meer afhankelijk zijn van onbetrouwbare leenmannen, tijdens een oorlog of voor inkomsten.
  • Hij kwam met nieuwe belastingen en wilde goede handel.
  • Frankrijk werd hierdoor een land waarin de koning de machtigste man was. 
  • Hij bepaalde vanuit zijn hoofdstad wat er gebeurde. Dit noem je centralisatie.
Lodewijk XI was een koning die zijn enorm veel macht en invloed kreeg. ZIjn tegenstanders noemden hem wel eens 'een spin'. Omdat hij zijn tegenstanders in 'een web van macht' ving.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de 3 standen?

Slide 11 - Open vraag

Standenmaatschappij
De samenleving werd verdeeld in drie groepen (standen):

1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers (rest)

Slide 12 - Tekstslide

Standenmaatschappij
  • De drie standen kwamen af en toe bij elkaar in de Staten-Generaal.

Verschillen:
  • In Frankrijk breidde de koning zijn macht en gebied uit.
  • In Engeland kreeg de koning juist minder macht en aanzien en het parlement werd belangrijk. 

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiten
Wat waren de oorzaken en gevolgen van de Honderdjarige Oorlog?

Slide 14 - Tekstslide