Vragen H6.1 bespreken

Vragen H6.1 bespreken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vragen H6.1 bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerk H6.1 bespreken. 
  • Letop de toets van H6 word uitgesteld. De toets komt in de week van 8 maart. 

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 3a. Welke productiefactoren zie je op de foto? (blz.163)
  • Welke productiefactoren zie je op de foto? (blz.163)
  • Kapitaal: Je ziet een machine waarin de kaas word gemaakt.
  • Arbeid: Je ziet mensen werken met de kaas.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 5
 Bij autofabriek Nedcar werken 1.500 mensen. Toch is de productie bij Nedcar kapitaalintensief. Leg uit waarom.
  • Omdat machines een veel grotere rol spelen in het maken van een auto, dan het personeel wat er werkt. 

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 7. Wat voor reden heeft een bedrijf om bijvoorbeeld zijn computers of kassa's te vervangen terwijl die nog niet versleten zijn?

Slide 5 - Open vraag

Vraag 8a
De band kost €75.000 en gaat zes jaar mee. De restwaarde is €6.000. Bereken de jaarlijkse afschrijving.
Formule: (aanschafwaarde - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
  • €75.000 - €6.000= €69.000,00
  • €69.000 : 6= €11.500

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 8b
Hoeveel is de assemblageband nog waard naar twee jaar?
  • Gegevens die je nodig hebt:
  • Aanschafwaarde: €75.000
  • Afschrijving per jaar (van antwoord a): €11.500
  • €75.000 - €11.500= €63.500 waarde na 1 jaar
  • €63.500 - €11.500= €52.000 waarde na 2 jaar

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 9a. Hoeveel heeft de scooterfabriek aan waarde toegevoegd?
A
€785
B
€950
C
€670
D
Helemaal niks

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 9b. Op welke manier voegt de scooterfabriek waarde toe aan het product?

Slide 9 - Open vraag

Bonus vragen over H6.1

Slide 10 - Tekstslide

Welke productiefactor zie je hier?
A
Natuur
B
Kapitaal
C
Grondstof
D
Ondernemerschap

Slide 11 - Quizvraag

De eigenaar van het bedrijf is ook een productiefactor. Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer je zwart werkt, werk je in een bepaalde sector. Hoe heet die sector?

Slide 13 - Open vraag

Wanneer je wit werk doet, werk je in de formele sector. Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk bedrijf spreken we van arbeidsintensieve productie?
A
Bij Thom op de boerderij
B
Bij het ziekenhuis
C
Bij een fabriek
D
Bij de haven in Rotterdam

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noemen we het bedrag dat de waarde vermindering van een machine of auto aangeeft per jaar
A
Restwaarde
B
Waardevermindering
C
Afschrijving
D
Investering

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak opgave 1 t/m 11 van de oefenopgaven van H6.1 (blz.180) 

Slide 17 - Tekstslide