Nieuwsbegrip woe 20-4

Lees de inleiding. Wat is de nationale bijentelling?
Neem het antwoord over uit de tekst.
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Lees de inleiding. Wat is de nationale bijentelling?
Neem het antwoord over uit de tekst.

Slide 1 - Woordweb

Lees de alinea: Bijentelling. Wat gebeurt er met de resultaten van de bijentelling?

Slide 2 - Open vraag

Lees de alinea: Vliegende teddybeertjes. Hoe zien bijen eruit?

Slide 3 - Woordweb

Lees de alinea: Kruisbestuiving. Leg uit wat kruisbestuiving betekent.

Slide 4 - Open vraag

Lees de alinea: Bedreigd. Geef 2 oorzaken waardoor bijen bedreigd worden.

Slide 5 - Open vraag

Lees de alinea: Meedoen. Waarom moeten bijen elke 5 jaar geteld worden?

Slide 6 - Open vraag

3. Hier staat een samenvatting van de tekst. Kun jij op de open plekken het goede signaalwoord invullen? Let op het verband dat ermee aangegeven moet worden Gebruik elk signaalwoord één keer.
Kies uit: bijvoorbeeld, daardoor, door, maar, namelijk, omdat, ook, zowel … als.

Op 23 en 24 april 2022 is de Nationale Bijentelling. Bijen zijn belangrijk,

____________ ze voor kruisbestuiving zorgen.

Slide 7 - Open vraag

3. Hier staat een samenvatting van de tekst. Kun jij op de open plekken het goede signaalwoord invullen? Let op het verband dat ermee aangegeven moet worden Gebruik elk signaalwoord één keer.
Kies uit: bijvoorbeeld, daardoor, door, maar, namelijk, omdat, ook, zowel … als.

Je denkt bij een bij misschien aan een

zwart-geel gestreept insect, _____________ er komen 360 verschillende soorten

voor in Nederland.

Slide 8 - Open vraag

3. Hier staat een samenvatting van de tekst. Kun jij op de open plekken het goede signaalwoord invullen? Let op het verband dat ermee aangegeven moet worden Gebruik elk signaalwoord één keer.
Kies uit: bijvoorbeeld, daardoor, door, maar, namelijk, omdat, ook, zowel … als.

Een hommel ____________ is ook een soort bij.

___________ de telling komen onderzoekers te weten hoe het met de stand van de

bijen



Slide 9 - Open vraag

3. Hier staat een samenvatting van de tekst. Kun jij op de open plekken het goede signaalwoord invullen? Let op het verband dat ermee aangegeven moet worden Gebruik elk signaalwoord één keer.
Kies uit: bijvoorbeeld, daardoor, door, maar, namelijk, omdat, ook, zowel … als.

_____________ kan de bij beter beschermd worden. De wilde bij wordt _____________ bedreigd.

Slide 10 - Open vraag

3. Hier staat een samenvatting van de tekst. Kun jij op de open plekken het goede signaalwoord invullen? Let op het verband dat ermee aangegeven moet worden Gebruik elk signaalwoord één keer.
Kies uit: bijvoorbeeld, daardoor, door, maar, namelijk, omdat, ook, zowel … als.

_____________ bestrijdingsmiddelen en ziektes _______ bebouwing zorgen ervoor dat het aantal bijen afneemt.



Slide 11 - Open vraag