H. 1 Getting started
Past simple
Lesdoel:
- Ik ken de 'past simple' van to be.
- Ik ken de 'past simple' van to have.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2
In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Past simple
Lesdoel:
- Ik ken de 'past simple' van to be.
- Ik ken de 'past simple' van to have.
Slide 1 - Tekstslide
Remember the 'present tense'?
To be
I ...
You ...
He / she ...
It ...
We ...
They ...
Voorkennis ophalen
Slide 2 - Tekstslide
Remember the 'present tense'?
To be
I am
You are
He / she is
It is
We are
They are
Remember the 'present tense'?
To have
I ...
You ...
He / she ...
It ...
We ...
They ...
Slide 3 - Tekstslide
Instructie
We gebruiken de 'past simple' om te praten over situaties in het verleden.
Denk aan woorden, zoals: last, ago, then, dates in the past, yesterday.
Oftewel:
Slide 4 - Tekstslide
Instructie
We gebruiken de 'past simple' om te praten over situaties in het verleden.
Denk aan woorden, zoals: last, ago, then, dates in the past, yesterday.
Oftewel:
Slide 5 - Tekstslide
I was
You were
He / she was
It was
We were
You were
Hoe gebruik je het werkwoord (the verb) to be?
Slide 6 - Tekstslide
I was
You were
He / she was
It was
We were
You were
gebruik 'not'.
'Not' en het werkwoord kunnen samengevoegd worden:
I was not = I wasn't
He was not = He wasn't
We were not = We weren't
Hoe gebruik je het werkwoord (the verb) to be?
Slide 7 - Tekstslide
Bij vragen verander je de volgorde van was of were en het onderwerp.
Were you tired this morning? Yes, I was.
Was she at the park last Sunday? No, she wasn't.
Where was he yesterday?
Slide 8 - Tekstslide
I had
You had
He / she had
It had
We had
You had
Hoe gebruik je het werkwoord (the verb) to have?
Slide 9 - Tekstslide
I had
You had
He / she had
It had
We had
You had
did not have = didn't have
I didn't have
He didn't have
We didn't have
Hoe gebruik je het werkwoord (the verb) to have?
Slide 10 - Tekstslide
Bij vragen gebruik je
did + onderwerp + have
Did I have...?
Did he have...?
Did we have...?
Slide 11 - Tekstslide
Controle van begrip
I ....................... in the football team last year.
Slide 12 - Tekstslide
Controle van begrip
I ....................... in the football team last year.
........................ you at school yesterday?
Slide 13 - Tekstslide
Controle van begrip
I ....................... in the football team last year.
........................ you at school yesterday?
She ......................... late for school today. (ontkennend)
Slide 14 - Tekstslide
Controle van begrip
I ....................... in the football team last year.
........................ you at school yesterday?
She ......................... late for school today. (ontkennend)
Where .......................... your brother and sister last weekend?
Slide 15 - Tekstslide
Controle van begrip
I ....................... in the football team last year.
........................ you at school yesterday?
She ......................... late for school today. (ontkennend)
Where .......................... your brother and sister last weekend?
We .......................... at home last night. (ontkennend)
Slide 16 - Tekstslide
Controle van begrip
Yesterday I .............................. a headache.
Slide 17 - Tekstslide
Controle van begrip
Yesterday I .............................. a headache.
My sister ................................ eggs for breakfast. (ontkennend)
Slide 18 - Tekstslide
Controle van begrip
Yesterday I .............................. a headache.
My sister ................................ eggs for breakfast. (ontkennend)
When I was six I ....................... a red bike.
Slide 19 - Tekstslide
Controle van begrip
Yesterday I .............................. a headache.
My sister ................................ eggs for breakfast. (ontkennend)
When I was six I ....................... a red bike.
Have you ............................ a good time this weekend?
Slide 20 - Tekstslide
Controle van begrip
Yesterday I .............................. a headache.
My sister ................................ eggs for breakfast. (ontkennend)
When I was six I ....................... a red bike.
Have you ............................ a good time this weekend?
We ............................. a ball so we couldn't play football.
Slide 21 - Tekstslide
Getting started opdr. 1 t/m 4 blz. 36-37
We werken de eerste 10 minuten zelfstandig.
Je werkt dus niet samen en je stelt ook geen vragen.
Snap je het niet? Sla de opdracht even over.
Als de timer voorbij is, mag er fluisterend overlegd worden
als dat nodig is en kom ik langs om vragen te beantwoorden.
Klaar? Pak een nakijkboek en kijk na. Daarna: momentje vrij, boek erbij!
timer
10:00
