Herhaling 3 havo toetsweek 3

Herhaling
Meervouds-n
VD en TD als BN
(Voltooid Deelwoord en Tegenwoordig Deelwoord als Bijvoeglijk naamwoord)
Hoofdlettergebruik
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling
Meervouds-n
VD en TD als BN
(Voltooid Deelwoord en Tegenwoordig Deelwoord als Bijvoeglijk naamwoord)
Hoofdlettergebruik

Slide 1 - Tekstslide

Welke zin is juist?
Enkele/Enkelen lagen al zo lang in de gereedschapskist, dat ze verroest waren.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 2 - Quizvraag

Welke zin is juist?

Na lang zoeken vond ze alle/allen schroeven weer terug.

A
alle
B
allen

Slide 3 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De meeste/meesten zangers krijgen uiteindelijk last van hun stem.
A
meeste
B
meesten

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Veel leerlingen hadden hun huiswerk gemaakt, maar sommige/sommigen waren het totaal vergeten.
A
sommige
B
sommigen

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Alle/Allen stonden uren in de rij om een kaartje te bemachtigen.
A
Alle
B
Allen

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De meeste leerlingen waren op tijd, enkele/enkelen stonden echter voor een dichte deur.
A
enkele
B
enkelen

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Zij behoorde tot de beste/ besten van de klas.
A
beste
B
besten

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Een enkele docent kijkt toetsen snel na, maar de meeste/ meesten doen er weken over om met cijfers over de brug te komen.
A
meeste
B
meesten

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Sommige leerlingen hebben daar vrede mee, maar de meeste/ meesten balen ervan als een stekker.
A
meeste
B
meesten

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Hij deed twee pogingen: beide/beiden mislukten.
A
beide
B
beiden

Slide 11 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Sommige/Sommigen salueerden toen de koning passeerde.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Beide/ Beiden zochten naar de juiste woorden om elkaar de liefde te verklaren.
A
Beide
B
Beiden

Slide 13 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Sommige/ Sommigen voetballers zingen altijd het volkslied mee, maar de meeste houden hun lippen stijf op elkaar.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Enkele/ Enkelen onder ons zijn nooit tevreden.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De meeste/ meesten bleven blaffen tot eindelijk hun etensbak gevuld werd.
A
meeste
B
meesten

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Wij hebben tien docenten. Op de vergadering komen ze alle/ allen bijeen.
A
alle
B
allen

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De zussen zijn beide/ beiden minister geweest.
A
beide
B
beiden

Slide 18 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De musea zijn beide/ beiden de moeite waard.
A
beide
B
beiden

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De jongens gaan beide/ beiden naar school.
A
beide
B
beiden

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Ik heb twee opa's. Beide/ Beiden komen trouw op mijn verjaardag.
A
Beide
B
Beiden

Slide 21 - Quizvraag

VD en TD als BN
Deze schrijf je zo kort mogelijk. 

Slide 22 - Tekstslide

(Huilen) zocht het kind naar zijn moeder.
A
Huilen
B
Huilend
C
Huilent

Slide 23 - Quizvraag

De douane haalde de mensen met de (vervalsen) paspoorten er meteen uit.
A
vervalsde
B
vervalsden
C
vervalste
D
vervalsten

Slide 24 - Quizvraag

Het (verlaten) gebouw werd door krakers bezet.
A
verlate
B
verlaten
C
verlaatte
D
verlaatten

Slide 25 - Quizvraag

De (kraken) tafel geeft
een vervelend geluid.

Slide 26 - Open vraag

Epilepsie wordt ook wel de
(vallen) ziekte genoemd.

Slide 27 - Open vraag

Het (pesten) slachtoffer heeft een (wandelen) tak als huisdier.
A
VD als BN + TD als BN
B
TD als BN + VD als BN
C
VD als BN + VD als BN
D
TD als BN + TD als BN

Slide 28 - Quizvraag

Hoofdlettergebruik

Slide 29 - Tekstslide

In welke zin is het hoofdlettergebruik correct?
A
'S Ochtends komen we uit ons bed.
B
's ochtends komen we uit ons bed.
C
's Ochtends komen we uit ons bed.
D
'S ochtends komen we uit ons bed.

Slide 30 - Quizvraag

In welke zin is het hoofdlettergebruik correct?
A
100 jaar geleden bestond er al abstracte kunst.
B
100 Jaar geleden bestond er al abstracte kunst.
C
100 Jaar geleden bestond er al Abstracte Kunst.
D
100 jaar geleden bestond er al Abstracte Kunst.

Slide 31 - Quizvraag

In welke zin klopt het hoofdlettergebruik?
A
De staat van het huidige mbo lijkt rond kerstmis altijd op die van de titanic .
B
De staat van het huidige MBO lijkt rond Kerstmis altijd op die van de titanic .
C
De staat van het huidige MBO lijkt rond Kerstmis altijd op die van de Titanic .
D
De staat van het huidige mbo lijkt rond Kerstmis altijd op die van de Titanic .

Slide 32 - Quizvraag

In welke zin klopt het hoofdlettergebruik?
A
Mijn docente engels is braziliaans, maar ze beheerst wel de engelse taal volledig.
B
Mijn docente Engels is Braziliaans, maar ze beheerst wel de Engelse taal volledig.
C
Mijn docente Engels is Braziliaans, maar ze beheerst wel de engelse taal volledig.
D
Mijn docente engels is braziliaans, maar ze beheerst wel de Engelse taal volledig.

Slide 33 - Quizvraag

Bij welke namen zijn de hoofdletters goed geschreven?
A
Sohaib El Idrissi, Koen van den Aakster, Rodrigo Da Silva
B
Sohaib el Idrissi, Koen van den Aakster, Rodrigo da Silva
C
Sohaib El Idrissi, Koen Van Den Aakster, Rodrigo Da Silva

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de aanhef met correct hoofdlettergebruik?
A
Geachte meneer van der Linden,
B
Geachte Meneer Van Der Linden
C
Geachte Meneer van der Linden
D
Geachte meneer Van der Linden

Slide 35 - Quizvraag