P1 Verschil en verdraagzaamheid

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intolerantie is een voorbeeld van een maatschappelijk vraagstuk, omdat:
I. intolerantie gevolgen heeft voor diverse groepen mensen.
II. intolerantie veroorzaakt wordt door maatschappelijke ontwikkelingen.
III. intolerantie te maken heeft met tegengestelde belangen.
IV. tolerantie kenmerkend is voor de Nederlandse samenleving.
V. de politiek tolerantie niet kan afdwingen.

A
I, II en III zijn juist.
B
I, II, III en IV zijn juist.
C
II, IV en V zijn juist.
D
Alle zijn juist.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor Tolerantie is:
A
Respect
B
Verdraagzaamheid
C
Onverschilligheid
D
Gelijkwaardigheid

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkend voor Nederland sinds de onafhankelijkheid in 1648 was een zekere mate van verdraagzaamheid. Deze tolerantie was allereerst gebaseerd op een:
A
keuze uit medemenselijkheid.
B
pragmatische keuze.
C
dogmatische keuze.
D
principiële keuze.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

conformisme is
A
het streven van velen naar een gemeen-schappelijke cultuur
B
het niet willen sluiten van compromissen
C
de politieke stroming die het oude wil behouden
D
een ander woord voor cohesie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met het poldermodel in de politiek wordt bedoeld
A
het op de spits drijven van tegenstelingen
B
het maar niet tot besluiten komen totdat het telaat is
C
het sluiten van compromissen na langdurig overleg
D
het teruggeven aan de natuur van ooit drooggelegd land

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sociale cohesie?
A
afhankelijkheid
B
de mate waarin mensen door bindingen het gevoel hebben bij elkaar te horen
C
verschil in inkomen
D
ongelijke verdeling van kansen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een gebrek aan sociale cohesie tussen autochtonen en Nederlanders met een migrantenachtergrond te verklaren door kleinere kansen op de arbeidsmarkt?
A
Rationele actor
B
Sociaalconstructivisme
C
Conflict
D
Functionalisme

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als we een WK-voetbal finale winnen zie je juist..
A
Weinig sociale cohesie
B
veel sociale cohesie
C
een wij-groep tegen een zij-groep

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees eerst de bron (afbeelding wordt groter als je erop klikt):

De aanpassing van de namen uit de bron kan de sociale
cohesie in de samenleving zowel versterken als verzwakken.
Leg dit uit.

Slide 24 - Open vraag

Versterken: als er rekening wordt gehouden met de negatieve associaties die deze namen oproepen bij sommige groepen, voelen meer mensen zich gehoord en betrokken.
Verzwakken: de discussie over het al dan niet veranderen van deze namen zorgt voor polarisatie in de samenleving – de voorstanders en de tegenstanders staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Dat verzwakt de sociale cohesie en versterkt het wij-zij-denken.

Op welke wijze verstoort de komst van migranten de sociale cohesie in een gebied?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tolerantie
Dominante cultuur
Subcultuur
pluriforme samenleving
dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij.

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pluriforme samenleving 
Vrijheidsdrang 
subcultuur 
Tolerantie 
Dominante cultuur
Dimensies van cultuur
Socialisatie 
Een samenleving met meerdere mensen van verschillende culturen
De drang om vrij te kunnen zijn in je eigen doen en laten 
Verdraagzaamheid van mensen met een andere cultuur 
Een cultuur die afwijkt van de dominante cultuur. 
De normen, waarden en kenmerken die door de meeste mensen in een cultuur worden geaccepteerd. 
Het proces waarbij iemand de waarden en normen van een cultuur krijgt aangeleerd. 
De tijd belangrijkste dingen waarin culturen van elkaar verschillen. 

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 miljoen
10,2 %
10 %
9,1 %
 In 2019 zijn er ongeveer…………?……………… mensen met een migratieachtergrond. 
Turkije
Marokko
Indonesië

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies