Herhalen taalverzorging 1KB periode 3

Herhalen taalverzorging 1BB periode 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhalen taalverzorging 1BB periode 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
A
Over wie de zin gaat
B
Belangrijkste werkwoord in de zin

Slide 2 - Quizvraag

Werkwoorden zijn dingen die je kan doen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm:
We gaan snel weg

Slide 4 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm:
Heb je mij gebeld?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
A
Over wie de zin gaat
B
Belangrijkste werkwoord in de zin

Slide 6 - Quizvraag

Het onderwerp vind je door de vraag:
wie/wat + pv
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het onderwerp:
In de stad staan veel winkelpanden leeg

Slide 8 - Open vraag

Wat is het onderwerp:
Bij ons thuis is iedereen gek op spelletjes doen

Slide 9 - Open vraag

Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in de zin
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Als er maar 1 werkwoord in de zin staat, is het de persoonsvorm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde:
Heb jij de datum van vandaag op het werkstuk gezet?

Slide 12 - Open vraag

Wat hoort bij de-woorden?
A
Deze
B
Dit
C
Die
D
Dat

Slide 13 - Quizvraag

Wat hoort bij het-woorden?
A
Deze
B
Dit
C
Die
D
Dat

Slide 14 - Quizvraag

De tegenwoordige tijd is:
A
De tijd van nu
B
De tijd van vroeger

Slide 15 - Quizvraag

Jij (fietsen):
A
Fiets
B
Fietst

Slide 16 - Quizvraag

Jij (printen) morgen het verslag

Slide 17 - Open vraag

Chris (verven) zijn kamer roze

Slide 18 - Open vraag

Sterke woorden zijn:
A
Woorden die veranderen van klank
B
Waar -de of -te achter komt

Slide 19 - Quizvraag

Zwakke woorden zijn:
A
Woorden die veranderen van klank
B
Waar -de of -te achter komt

Slide 20 - Quizvraag

De voetballer (schoppen) tegen de bal gisteren

Slide 21 - Open vraag

De kappers (knippen) vorige week mijn haar

Slide 22 - Open vraag

Sara (rijd) vorige week met de trein

Slide 23 - Open vraag

Kim (worden) gisteren 13 jaar

Slide 24 - Open vraag

Nog vragen?

Slide 25 - Woordweb

Leren
Cursus 5 paragraaf 2 (blz 200/201)

Cursus 5 paragraaf 4 (blz 204/205)
Cursus 5 paragraaf 6 (blz 208/209)
Cursus 6 paragraaf 3 (blz 218/219)
Cursus 7 paragraaf 8 (blz 232/233)
Cursus 7 paragraaf 9 (blz 234/235)
Cursus 7 paragraaf 10 (blz 236/237)
Cursus 7 paragraaf 11 (blz 238/239)






Slide 26 - Tekstslide