P72 22VZ Het Zenuwstelsel 2

P72 Het Zenuwstelsel 2
22VZA
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

P72 Het Zenuwstelsel 2
22VZA

Slide 1 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
de hersenschors is het buitenste deel...
  • sterk geplooid
  • bestaat uit cellichamen van zenuwcellen
  • een ophoping van cellen ín het brein wordt hersenkern genoemd

Slide 2 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
het hersenmerg is het binnenste deel...
  • bestaat uit uitlopers van zenuwcellen

Slide 3 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
de kleine hersenen hebben ook een schors- en mergdeel...
  • twee helften
  • zijn betrokken bij balans, beweging, coördinatie en houding

Slide 4 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
de tussenhersenen liggen ingeklemd in de grote hersenen...
  • hebben twee helften
  • belangrijke onderdelen zijn...

Slide 5 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
  • de thalamus (schakelt prikkels door naar hersenschors)
  • de hypothalamus (regelt hormoon productie, honger- en dorstgevoel)
  • de pijnappelklier (maakt melatonine)
  • de hypofyse (stuurt hormoonklieren aan)

Slide 6 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
  • de hersenstam is de verbinding tussen grote en kleine hersenen en ruggenmerg en bestaat uit...

Slide 7 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
  • deel wat reflexen coördineert (tussenhersenen)
  • deel wat verbinding heeft met de kleine hersenen (brug)
  • deel wat vitale functies regelt (verlengde merg) en waar zenuwbanen kruisen

Slide 8 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
de hersenen en het ruggenmerg zijn omgeven door 3 hersenvliezen...
  • het harde hersenvlies
  • het spinnenwebvlies
  • het zachte hersenvlies

Slide 9 - Tekstslide

10.2.1
Hersenen
in de hersenen vormen de vliezen ruimten, de hersenkamers...
  • hier zit hersenvocht (liquor) in
  • het beschermt het CZS

Slide 10 - Tekstslide

10.2.2
Ruggenmerg
het ruggenmerg begint in de hersenen en eindigt bij de lendenwervels, de wervels beschermen het ruggenmerg...
  • zenuwen verlaten de wervelkolom naar het perifere deel van het lichaam

Slide 11 - Tekstslide

10.2.2
Ruggenmerg
in het ruggenmerg lopen gevoels- en bewegingszenuwen van en naar het brein.

Slide 12 - Tekstslide

10.2.2
Ruggenmerg
  • het ruggenmerg is verdeeld in grijze stof (cellichamen) en witte stof (uitlopers)
  • in het witte deel lopen gevoels- en bewegingszenuwen van en naar het brein

Slide 13 - Tekstslide

10.3
Perifeer zenuwstelsel
Het centrale deel bestaat uit hersenen en ruggenmerg, het perifere deel uit zenuwen...
C
C
P

Slide 14 - Tekstslide

10.3
Hersenzenuwen
uit de hersenstam komen 12 (paar) hersenzenuwen...
  • ze stimuleren spieren in het hoofd zelf (zoals de evenwicht, reuk- of oogzenuw)

Slide 15 - Tekstslide

10.3
Hersenzenuwen
uit de hersenstam komen 12 (paar) hersenzenuwen...
  • ze stimuleren spieren in het hoofd zelf (zoals de evenwicht, reuk- of oogzenuw)
  • hersenzenuw X is de zwervende zenuw (wisselt informatie uit tussen organen en de hersenen)

Slide 16 - Tekstslide

10.3
Ruggenmergzenuwen
tussen de wervels komen ruggenmergzenuwen uit, die een bepaald gebied activeren

Slide 17 - Tekstslide

10.3
Ruggenmergzenuwen
een bundel uitlopers wordt zenuw genoemd, ze kunnen bestaan uit...
  • alleen gevoelsbanen
  • alleen bewegingsbanen
  • gemengde vorm
  • om een groepje uitlopers zit een beschermend vliesje

Slide 18 - Tekstslide

10.4
Autonoom ZS
het autonoom zenuwstelsel regelt alle onwillekeurige functies van organen...
  • het zorgt dat het lichaam zich (snel) aanpast aan de situatie van het moment
  • deze aanpassing kan op twee manieren...

Slide 19 - Tekstslide

10.4
Autonoom ZS
  • het brengt het (hele) lichaam in de stress modus; hierbij wordt adrenaline als neurotransmitter gebruikt
  • het brengt het (hele) lichaam in de rust modus; hier is choline de neurotransmitter
  • er is altijd een evenwicht

Slide 20 - Tekstslide

10.4
Autonoom ZS
stress modus
rust modus
pupil wijder
pupil nauwer
hartslag hoger
hartslag lager
ademhaling hoger
ademhaling lager
darmperistaltiek trager
darmperistaltiek sneller

Slide 21 - Tekstslide

10.5 Bewuste en onbewuste reacties
  • een prikkel die men bewust is, komt altijd aan in de hersenschors (1)
  • een bewuste reactie vertrekt altijd vanuit de hersenschors (2)
1
2

Slide 22 - Tekstslide

10.5 Bewuste en onbewuste reacties
een prikkel die men niet bewust is, komt niet aan in de hersenschors...
  • in het ruggenmerg (of de hersenstam, 1) wordt al geschakeld tussen gevoels- en bewegingszenuwcellen
1

Slide 23 - Tekstslide

10.6
Pijn
Pijn wordt gezien als (dreigend) weefsel versterf, maar ook als emotie...
  • het heeft een beschermende functie

Slide 24 - Tekstslide

10.6
Pijn
  • de uiteinden van zenuwen hebben pijnsensoren (1), die het signaal naar de hersenen brengen
  • de route gaat via speciale zenuwbanen naar het brein
  • het brein onderscheid scherpe of zeurende pijn en bepaalt of we de pijn bewust worden

1

Slide 25 - Tekstslide

10.6
Pijn
een nociceptor is een pijnreceptor in een vrije zenuw uiteinde, ze zijn te vinden...
  • in de huid
  • in de spieren en gewrichten
  • in organen
  • niet in het CZS

Slide 26 - Tekstslide

10.6
Pijn
de pijngewaarwording ontstaat als de hersenschors het signaal interpreteert als pijn.

Slide 27 - Tekstslide

10.6
Pijn
de pijnbeleving en het pijngedrag is de manier waarop iemand de pijn beleeft en hierop reageert, is afhankelijk van...
  • impact op dagelijks leven
  • onderliggende ziekte
  • eerdere ervaringen
  • prognose

Slide 28 - Tekstslide

10.6
Soorten pijn
1 acute of nociceptieve pijn

  • door stoten, krabben, verbranden, breuk, infectie enz.
  • er is duidelijk iets mis
  • milde pijnmedicatie werkt goed

Slide 29 - Tekstslide

10.6
Soorten pijn
2 chronische pijn

  • door artrose, reuma, RSI, hoofdpijn, whiplash, spit, enz.
  • een beschadiging is niet altijd te vinden
  • pijnmedicatie werkt matig, vaak ook ontstekingsremmers nodig

Slide 30 - Tekstslide

10.6
Soorten pijn
3 neuropathische pijn

  • door beschadiging in zenuwen
  • door fantoompijn, suikerziekte, CVA, MS, kanker
  • alleen sterke pijnstilling werkt (deels), zoals opiaten, cox2-remmers

Slide 31 - Tekstslide