Les 3

Nederlands




V3
Lezen Blok 4, 5 en 6
Les 3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands




V3
Lezen Blok 4, 5 en 6
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Lezen...

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling...
  • Wat is een mening? Wat is een standpunt?
  • Wat zijn argumenten?
  • Wat zijn objectieve en subjectieve argumenten?

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg Lezen Blok 4
Soorten argumenten
  • Twee typen argumenten: objectief en subjectief

Objectief
1. Feitelijk argument: controleerbaar
2. Ervaringsargument: heb je zelf meegemaakt, geen eenmalige ervaring
3. Gezagsargument: iemand die deskundig is op een bepaald gebied, gaat om feiten
4. Nut of (on)gewenst gevolg: nut of (on)gewenste gevolgen worden uitgelegd, moet een gevolg zijn én gebaseerd op feiten
5. Veronderstelling/vermoeden: gebaseerd op een voorspelling
6. Vergelijkingsargument: een vergelijking wordt gemaakt

Subjectief
7. Emotioneel argument: gevoel of intuïtie
8. Moreel argument: gebaseerd op persoonlijke (levens)overtuigingen of idealen

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg Lezen Blok 4
Even oefenen... Welk argument?
Mark Rutte zegt dat het zo is, dus dan is het zo!




Slide 5 - Tekstslide

Uitleg Lezen Blok 4
Even oefenen... Welk argument?
Mark Rutte zegt dat het zo is, dus dan is het zo!

Gezagsargument


Slide 6 - Tekstslide

Uitleg Lezen Blok 4
Even oefenen... Welk argument?
Volgens de CBS worden er jaarlijks 15.345 meisjes geboren.




Slide 7 - Tekstslide

Uitleg Lezen Blok 4
Even oefenen... Welk argument?
Volgens de CBS worden er jaarlijks 15.345 meisjes geboren.

Feitelijk argument


Slide 8 - Tekstslide

Uitleg Lezen Blok 4
Even oefenen... Welk argument?
Het is vervelend dat ik straf krijg, Piet heeft dat gisteren ook niet gekregen toen hij zijn huiswerk niet af had.





Slide 9 - Tekstslide

Uitleg Lezen Blok 4
Even oefenen... Welk argument?
Het is vervelend dat ik straf krijg, Piet heeft dat gisteren ook niet gekregen toen hij zijn huiswerk niet af had.

Vergelijkingsargument




Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Maak: 








Slide 11 - Tekstslide

Wat was al Bekend (wat wist je al)?
Waar ben je nog Benieuwd naar (waar heb je nog vragen over)?
Wat heb je Bewaard (wat heb je onthouden)?

Slide 12 - Open vraag

Afronding en evaluatie

Slide 13 - Tekstslide