ww, hulp ww, wederkerend, onbepaal vnw

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les
Herhalen van de volgende zaken:

- Werkwoord
-Hulpwerkwoord
-Wederkerend werkwoord
-Onbepaald voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden
Een werkwoord geeft aan wat er wordt gedaan of gebeurt. Werkwoorden zijn doe-woorden.

Alle werkwoorden in één zin noem je samen het werkwoordelijk gezegde
  



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpwerkwoord
Het hoofdwerkwoord geeft aan het werkwoordelijk gezegde zijn belangrijkste betekenis. De andere werkwoorden in de zin zijn hulpwerkwoorden.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het meisje plakt haar band. (persoonsvorm)

De jongens gaan morgen na school samen wat eten (infinitief)

Thomas heeft op tv naar de wedstrijd gekeken(voltooid deelwoord)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel hulpwerkwoorden?
Een zin met hoeveel werkwoorden achter elkaar zou moeten kunnen worden gemaakt?
timer
0:15
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:20
werkwoordelijk gezegde

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde
  • alle werkwoorden in de zin (incl. persoonvorm)

  • "te" of "aan het" horen bij het WG als ze voor een WW staan.

Slide 8 - Tekstslide

*
Ik ben aan het leren ;)

Het is niet te geloven!
wederkerende werkwoorden
Wederkerend = komt terug.


Het werkwoord slaat terug op het onderwerp.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 

Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke wederkerende werkwoorden ken je nog meer?

Slide 11 - Open vraag

*
https://nl.wiktionary.org/wiki/Categorie:Wederkerend_werkwoord_in_het_Nederlands
toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden. 

  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf. 
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips & Trics
Zet de zin in de hij-vorm, dan verandert het wederkerend voornaamwoord in 'zich' en dat is wel makkelijk te herkennen.

Dus: Ik verveel me. -⊳ Hij verveelt zich.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbepaalde voornaamwoorden
Een onbepaald voornaamwoord verwijst niet naar specifieke personen of zaken, maar naar iets onbepaalds: iemand of iets waarvan je niet precies weet wie of wat het is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onbepaald voornaamwoorden

Slide 15 - Woordweb

*
men, je, iemand, elke, sommige, alle, iedereen, niemand, iets, degene, laatste, eerste, alles, wat
Voorbeelden
  1. Dat is me toch wat!
  2. Men kijkt nergens meer van op.
  3. Iedereen gaat zijn eigen gang
  4. Maar sommigen laten het er niet bij zitten en doen iets.
  5. Als je maar alles goed in de gaten houdt.
  6. De laatsten hebben het moeilijk om wat te vinden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbepaalde voornaamwoorden kunnen ook voor een zelfstandig naamwoord staan. 

Alle omstanders raakten gewond.

Voor elke vraag die je goed beantwoordt, krijg je drie punten.

Hij fietst iedere dag naar zijn werk.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De docent heeft alles voor iedere student weten te kopiëren.
'heeft' is een
timer
0:10
A
hoofdwerkwoord en pv
B
hulpwerkwoord en pv

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De docent heeft alles voor iedere student weten kunnen te kopiëren.
'alles' is
timer
0:15
A
hoofdwerkwoord
B
hulpwerkwoord
C
wederkerend werkwoord
D
onbepaald vnw

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De docent heeft alles voor iedere student weten te kopiëren.
'iedere' is
timer
0:15
A
hoofdwerkwoord
B
hulpwerkwoord
C
wederkerend werkwoord
D
onbepaald vnw

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De docent heeft alles voor iedere student weten te kopiëren.'
Hoeveel hulpwerkwoorden?
timer
0:15
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Taalblokken Grammatica 2F, onderdeel 1.3 en 1.4
  • Taalblokken Verkorte versie 3F: 
  • Woordenschat
  • opdracht 17 t/m 20

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies