Wisselkoersen - KLASMANAGEMENT

WISSELKOERSEN
1 / 93
volgende
Slide 1: Tekstslide
economieSecundair onderwijs

In deze les zitten 93 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WISSELKOERSEN

Slide 1 - Tekstslide

INLEIDING

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

KLIKIPEDIA: CHECK IN DUO'S
Je werkt samen met je buur, jullie vertrekken vanuit het woord "Klassenmanagement" (https://nl.wikipedia.org/wiki/Klassenmanagement)

De ene persoon gaat van "klassenmanagement" naar "vaste wisselkoers"
Jouw buur gaat van "klassenmanagement" naar "zwevende wisselkoers" (=vlottende wisselkoers)

Opdracht
1) Tel hoeveel kliks je nodig hebt om tot bij het gevraagde woord te geraken
2) Leg het woord aan je buur uit. Dat wil zeggen dat wanneer jij naar het woord "vaste wisselkoers" gaat, je de pagina leest en uitlegt wat een "vaste wisselkoers" is, en vice versa


Slide 6 - Tekstslide

VASTE WISSELKOERS: IK HAD ... KLIKS NODIG
1-4
5-10
11-15
16-20
MEER DAN 20

Slide 7 - Poll

VLOTTENDE WISSELKOERS: IK HAD ... KLIKS NODIG
1-4
5-10
11-15
16-20
MEER DAN 20

Slide 8 - Poll

GA NAAR 
https://www.bloomberg.com/quote/EURUSD:CUR

Wat zien jullie?

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel (Amerikaanse) Dollar is 1 Euro vandaag waard?
1 EUR = ...$
A
1,57$
B
0,82$
C
1,23$
D
1,21$

Slide 10 - Quizvraag

DE PRIJS VAN INTERNATIONALE TRANSACTIES 
DE NOMINALE EN REËLE RUILVOET


Slide 11 - Tekstslide

WAT IS DE THEORETISCHE KOERS VAN 1,00 YEN, UITGEDRUKT IN EURO?

Slide 12 - Tekstslide

HOEVEEL YEN BETAAL JE VOOR €1,00
A
0,0080 JPY
B
125,4330 JPY
C
1,00 JPY

Slide 13 - Quizvraag

KRUISELINGSE KOERS
"Dit is de wisselkoers die we geven aan klanten die buitenlandse valuta willen wisselen die geen lokale valuta bevatten. 
Bijvoorbeeld, als u Australische dollars wilt wisselen in Amerikaanse dollars."  (Bron: Travelex)


Slide 14 - Tekstslide

KRUISELINGSE KOERS
Bij het wisselen van de ene buitenlandse munt tegen de andere - dat gebeurt bijvoorbeeld bij het herbeleggen van een vervallen belegging in Amerikaanse dollar in een product dat luidt in Australische dollar - kunnen de wisselkosten zwaar doorwegen, omdat de financiële instellingen normaal eerst de USD omzetten in 
Euro en die dan weer omzetten in AUD.

 Om deze dubbele wisselkosten te vermijden kan men aan de tussenpersoon vragen om gebruik te maken van kruiselingse wisselkoersen, zodat de ene vreemde munt dadelijk in de andere kan worden omgezet.

Slide 15 - Tekstslide

HOEVEEL YEN BETAAL JE VOOR 1 EURO?

Slide 16 - Tekstslide

WAT IS DE THEORETISCHE KOERS DAN VAN 1,00 YEN, UITGEDRUKT IN EURO?
KLOPT DIT MET DE KRUISELINGSE KOERS?
VERKLAAR

Slide 17 - Open vraag

OPLOSSING
Theoretisch: 1 JPY = 1/125,4330 = 0,0080 EUR

Kruiselings: 1 JPY = 0,008 EUR




Slide 18 - Tekstslide

WAT IS DE JUISTE DEFINITIE VAN HET BEGRIP "WISSELKOERS"?
A
De waarde van een valuta, uitgedrukt in euro's
B
De waarde van een valuta, uitgedrukt in een andere valuta
C
De waarde van euro's uitgedrukt in een andere valuta
D
De waarde van een valuta, uitgedrukt op papier

Slide 19 - Quizvraag

1 EUR = 1,12 USD.

Betekent dit dat de euro meer of minder waard is dan de dollar?
A
Meer
B
Minder

Slide 20 - Quizvraag

1 EUR = 0,78 GBP

Betekent dit dat de euro meer of minder waard is dan de pond?
A
Meer
B
Minder

Slide 21 - Quizvraag

Stel: 1 euro = 1,12 dollar. Bereken hoeveel 1 dollar waard is in euro (1 dollar = ? euro)
A
€1,12
B
€0,89
C
€0,98
D
€0,12

Slide 22 - Quizvraag

Veronderstel dat in Tokio de kruiselingse koers hoger ligt. Welke actie zullen sommige instellingen of personen dan nemen?
 Wat is het gevolg?

Slide 23 - Tekstslide

OPLOSSING
Speculanten en banken zullen in Brussel de Yen aankopen en deze met winst verkopen in Tokio.

> België: vraag naar Yen stijgt -> wisselkoers stijgt
> Tokio: Aanbod van Yen stijgt -> wisselkoers daalt

=> Blijft duren tot beide koersen gelijk zijn

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel USD betaal je voor €1,00? 
Wat is de theoretische koers dan van 1 dollar uitgedrukt in Euro?
Klopt dit met de kruiselingse koers?

Slide 25 - Tekstslide

OPLOSSING

Hoeveel USD voor 1 EUR? $1,1457

Kruiselingse koers? 1/0,8728 = $ 1,1457 

Controle: 1,1457 * 0,8728 = 1

Slide 26 - Tekstslide

VASTE WISSELKOERS
VOORDEEL
Zekerheid die het internationale handelsverkeer kan
bevorderen.

NADEEL
De noodzaak van binnenlandse aanpassingen bij verstoringen en het aanhouden van een valutareserve.

Slide 27 - Tekstslide

De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse munt, uitgedrukt in de nationale munt of omgekeerd. 
Bij ons wordt de prijs van de Euro in verschillende munten;

Bijvoorbeeld: 1 EUR = 1,2176 CHF.

Indien de kruiselingse wisselkoers (1 CHF = 1/1,2716 EUR) op een andere plaats in de wereld identiek is, ontstaan er winstmogelijkheden die door sommige personen of instellingen worden uitgebuit, waardoor de kruiselingse wisselkoersen automatisch weer zullen overeenstemmen.

Dergelijke acties die inspelen op wisselkoersverschillen = arbitrage

Slide 28 - Tekstslide

ARBITRAGE MET WISSELKOERSEN VAN VERSCHILLENDE VALUTA 
Stel dat in Londen de wisselkoersen zijn £5 = $10 = ¥1000, en in Japan zijn de koersen ¥1000 = £6 = $12. 

In Japan zal men dan ¥1000 willen wisselen in $12, en dat in Londen weer omruilen in ¥1200. 
Dat levert een winst op van ¥200. 

Dit soort eenvoudige arbitrage zal in de praktijk nauwelijks voorkomen, maar bij ingewikkeldere constructies is het gebruikelijker.

Slide 29 - Tekstslide

ACTUALITEIT: Kartelvorming & Devaluatie

Slide 30 - Tekstslide

MUNT DEVALUEREN
Normaal gezien gaan we steeds uit van een vrije markt. 

Wanneer er een kartel gevormd wordt, is dit niet meer het geval, mensen "groeperen" zich. 

Je ben bijvoorbeeld op zoek naar de Turkse Lira, maar niemand wil het u geven, enkel als ze meer euro's geven voor 1 Lira

Slide 31 - Tekstslide

MANIPULATIE
In het geval van manipulatie, is er een tussenkomst van de Centrale Bank.
De Centrale Bank zal de munt opkopen, zodat deze meer waard wordt. 

Bijvoorbeeld:
1 EUR = 1 USD -> de prijs van 1 lat chocolade is in België hetzelfde als in de US

1 EUR = 5 USD -> voor 1 euro chocolade in België, dan je 5 repen chocolade kopen in de U.S.

Slide 32 - Tekstslide

Enkele oefeningen
INDIVIDUEEL

Slide 33 - Tekstslide

WAT IS DE WISSELKOERS?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

OPLOSSING
De Euro is minder waard geworden dan de Dollar.

De waarde van de Dollar ten opzichte van de Euro is gestegen.


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

OPLOSSING
Je koopt 150 Dollars voor de inkoopprijs van 1,2367 per Dollar:

150 x 1,2367 = 185,51

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

OPLOSSING
De KLM moet eerst 29 miljard Chinese Yuan kopen voor de inkoopprijs van 0,0766 Yuan per Euro.

29 miljard x 0,0766 = 2,2 miljard euro.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

OPLOSSING
Je moet eerst Japanse Yen kopen om de computer te kunnen kopen:
100.000 x 0,15260 = 15.260 Euro

Slide 42 - Tekstslide

 VLOTTENDE OF VRIJE WISSELKOERSEN 

Slide 43 - Tekstslide

VLOTTENDE WISSELKOERSEN
NADELEN:
Onzekerheid die het nationale handelsverkeer kan schaden


VOORDELEN:
Permanent evenwicht op de valutamarkt/betalingsbalans en dus ruimte voor zelfstandig binnenlands beleid, het ontbreken van de noodzaak tot het aanhouden van een valutareserve.


Slide 44 - Tekstslide

WAT?
- De Centrale Bank komt niet tussenbeide bij de wisselkoersvorming

- Vraag en aanbod krijgen vrij spel bij het bepalen van de wisselkoers -> tal van factoren kunnen de vraag naar, en het aanbod van een munt beïnvloeden -> Fluctuaties 

Slide 45 - Tekstslide

PRIJSVORMING 
Volgende tabel geeft weer hoeveel dollars op de wisselmarkt in België aangeboden en gevraagd worden


Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Op basis van welke criteria worden marktvormen (monopolie, monopolistische concurrentie, oligopolie, volkomen concurrentie) ingedeeld?
KLASDISCUSSIE

Slide 48 - Open vraag

Van welke marktvorm is er sprake op de (vrije) wisselmarkt. Waarom?
KLASDISCUSSIE

Slide 49 - Open vraag

Hoe komt de prijs van de dollar, de wisselkoers dus, tot stand in deze situatie?
KLASDISCUSSIE

Slide 50 - Open vraag

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

BEÏNVLOEDEN VAN WISSELKOERS
Een andere reden waardoor de wisselkoers verandert, zijn kapitaalstromen tussen landen. Wanneer een Nederlands bedrijf investeert in het buitenland (de VS) zal er vraag zijn naar Amerikaanse dollars. Op deze manier is er meer vraag naar dollars. Hierdoor zal de wisselkoers van de dollar toenemen.

Op korte termijn kunnen wisselkoersen zeer onstabiel zijn omdat ze worden beïnvloed door allerlei speculatieve en psychologische factoren. Het zijn vooral de internationale kapitaalstromen en niet zozeer de handelsstromen die de vraag- en aanbodcurven van de valutamarkten bepalen.

Op langere termijn wordt de wisselkoers vooral bepaald door verwachtingen over de reële interestvoeten. Als de interest van de VS stijgt, zullen beleggers Amerikaanse dollars gaan kopen omdat ze graag een hoge rente willen. Door de hogere beleggersvraag naar dollars zal de wisselkoers van de dollar stijgen.

Slide 54 - Tekstslide

WISSELKOERSRISICO
Door transacties in een andere munt te doen, ontstaan er wisselkoersrisico's. 

Stel bijvoorbeeld dat je voor $1000 goederen verkoopt aan een bedrijf in de VS en op het moment van de verkoop is 1 euro = 1 dollar. Als je de Amerikaanse klant één maand betalingsuitstel geeft, kan het zijn dat de $1000 nog maar € 900 (of € 1100) waard zijn. Je loopt dus het risico dat je geld verliest (of wint). Handelaren proberen zich te verzekeren tegen dit risico omdat ze willen weten wat hun inkomsten uiteindelijk zijn.

Slide 55 - Tekstslide

OEFENINGEN:
GROEPSWERK

Slide 56 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de onderstaande gevallen met de vraag -en/of aanbodcurve van vreemde valuta? En de wisselkoers?

Slide 57 - Tekstslide

VRAAG 1
Belgische consumenten eten steeds meer Deense kaas in plaats van Belgische, omdat ze die lekkerder vinden.

Wat is de invloed op V, de invloed op A, en de invloed op de koers?

Slide 58 - Tekstslide

ANTWOORD
1) Vraag naar Deense Kroon stijgt --> Vraagcurve verschuift naar rechts
2) Geen invloed op het Aanbod
3) Wisselkoers DK/EUR stijgt

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide

VRAAG 2
Na 3 totaal verregende vakanties in eigen land besluiten de Belgen massaal naar Tunesië op reis te gaan.


Wat is de invloed op V, de invloed op A en de invloed op de koers?

Slide 61 - Tekstslide

ANTWOORD
1) De vraag naar Tunesische Dinar stijgt --> Vraagcurve verschuift naar rechts
2) Geen invloed op het aanbod
3) De wisselkoers TDN/EUR stijgt

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

VRAAG 3
Het nationale inkomen in België is gestegen, waardoor Belgen meer buitenlandse producten kopen

Wat is de invloed op V, de invloed op A en de invloed op de koers?

Slide 64 - Tekstslide

ANTWOORD
1) De vraag naar de buitenlandse munt (=X) stijgt --> vraagcurve naar rechts
2) Geen invloed op het aanbod
3) De wisselkoers (X/EUR) stijgt

Slide 65 - Tekstslide

Slide 66 - Tekstslide

VRAAG 4
Door de stijging van de prijs van een product dat we invoeren uit de VS, is het binnenlandse product relatief goedkoper geworden.

Wat is de invloed op V, de invloed op A en de invloed op de koers?

Slide 67 - Tekstslide

ANTWOORD 
1) De vraag naar Dollar daalt --> Vraagcurve verschuift naar links
2) Geen invloed op het aanbod
3) De wisselkoers $/EUR daalt

Slide 68 - Tekstslide

Tekst
4

Slide 69 - Tekstslide

VRAAG 5
 De prijzen van de Belgische producten zijn minder sterk gestegen dan de prijzen van de Amerikaanse producten, omdat het loonniveau in ons land minder sterk is gestegen of omdat de productiviteit er gunstiger evolueerde.

Wat is de invloed op V, de invloed op A en de invloed op de koers?

Slide 70 - Tekstslide

ANTWOORD
1) De vraag naar Dollar daalt --> Vraagcurve verschuift  naar links
2) Geen invloed op het aanbod
3) De wisselkoers $/EUR daalt

Slide 71 - Tekstslide

Slide 72 - Tekstslide

VRAAG 6
 De intereststand in België loopt zo hoog op dat ons land een waar beleggingsparadijs wordt voor buitenlanders.

Wat is de invloed op V, de invloed op A, en de invloed op de koers?

Slide 73 - Tekstslide

ANTWOORD
1) Geen invloed op de vraag 
2) Het aanbod stijgt --> aanbodcurve verschuift naar rechts
3) De wisselkoers EUR/$ daalt

Slide 74 - Tekstslide

Slide 75 - Tekstslide

VRAAG 7
 Gezien het gunstig fiscaal regime worden er door de Belgische bedrijven meer investeringen gedaan in Rusland.

Wat is de invloed op V, de invloed op A en de invloed op de koers?

Slide 76 - Tekstslide

ANTWOORD
1) De vraag naar Rusische Roebel stijgt --> Vraagcurve verschuift naar rechts
2) Geen invloed op de dollar
3) De wisselkoers RR/EUR stijgt

Slide 77 - Tekstslide

Slide 78 - Tekstslide

VRAAG 8
De productiekosten stijgen in ons land minder sterk dan in het buitenland.

Wat is de invloed op V, de invloed op A en de invloed op de koers?

Slide 79 - Tekstslide

ANTWOORD
1) Geen invloed op de vraag
2) Aanbod stijgt --> aanbodcurve verschuift naar rechts
3) De wisselkoers EUR/X daalt (X = buitenlandse munt)

Slide 80 - Tekstslide

Slide 81 - Tekstslide

VRAAG 9
De arbeidsproductiviteit stijgt in ons land sterker dan in het buitenland, waardoor onze bedrijven aan concurrentiekracht winnen.

Wat is de invloed op V, de invloed op A en de invloed op de koers?

Slide 82 - Tekstslide

ANTWOORD
1) Geen invloed op de vraag
2) Een stijging van het aanbod --> Aanbodcurve verschuift naar rechts
3) De wisselkoers EUR/X daalt (X = buitenlandse munt)

Slide 83 - Tekstslide

Slide 84 - Tekstslide

SAMENGEVAT

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Tekstslide

TAKE AWAY

Slide 87 - Tekstslide

8 DINGEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE OP REIS GAAT
1. Controleer de officiële wisselkoers

2. Vermijd het wisselen van valuta op de luchthaven -> de wisselkoerskiosken hanteren vaak hogere tarieven, omdat ze weten dat de reizigers dat lokaal geld direct nodig hebben

3. Zoek een bank die geen commissie aanrekent

4. Neem contant geld op bij een geldautomaat in het buitenland: Geld opnemen in het buitenland met een betaalpas betekent doorgaans dat u een betere wisselkoers krijgt dan bij een bank of kredietvereniging,

Slide 88 - Tekstslide

8 DINGEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE OP REIS GAAT
5. Wissel enkel de hoeveelheid geld in dat je nodig hebt -> Bij thuiskomst moet je de vreemde munt terug omzetten in de eigen munt, en dit kan nadelig zijn (afhankelijk van de wisselkoers)

6. Vermijd het gebruik van reischeques -> veel banken aanvaarden ze niet meer

7. Ontdek welke vorm van geld het meeste gebruikt wordt -> in sommige landen wordt er meer contant geld gebruikt (bv. Duitsland), terwijl in andere landen steeds de creditcard wordt gebruikt (bv. Zweden)

8. Gebruik indien mogelijk een creditcard zonder buitenlandse transactiekosten

Slide 89 - Tekstslide

HERHALING

Slide 90 - Tekstslide

Slide 91 - Link

Slide 92 - Link

VOLGENDE LES:
EFFECT VAN INFLATIEVERSCHILLEN OP DE WISSELKOERS

Slide 93 - Tekstslide