B-VCA Hoofdstuk 2

Basisveiligheid VCA
Hoofstuk 2: Leefregels met betrekking tot gevaren en risico's
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
vcaVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisveiligheid VCA
Hoofstuk 2: Leefregels met betrekking tot gevaren en risico's

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet ik al
over het onderwerp?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1
Koppel de volgende risico's aan het bijbehorende gevaar/effect in de volgende slide. 

Slide 9 - Tekstslide

Werken met een trilmachine
Werken met gevaarlijke stoffen
Werken op hoogte
Werken met elektriciteit
Werken in een besloten ruimte
Gewrichtsklachten
Elektrocutie
Vergiftiging
Verstikking
Valgevaar

Slide 10 - Sleepvraag

Risico
Kans
Effect
Opspattend water
Aangereden worden
Werken met een hoge druk spuit
Zware lichamelijke verwondingen
Verwondingen aan huid en ogen
Werken langs de snelweg

Slide 11 - Sleepvraag

Bespreken opdracht 2
Risico:      Werken met een hogedruk spuit
Kans:        Opspattend water
Effect:      Verwondingen aan huid en ogen

Risico:       Werken langs de snelweg
Kans:         Aangereden worden
Effect:       Zware lichamelijke verwondingen


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 3
Op het werk kun je te maken krijgen met verschillende risico's/gevaren. Om veilig te kunnen werken wil je natuurlijk geen hoog risico, maar juist een laag risico hebben. Hierbij moet je je bewust zijn van het risico dat aanwezig kan zijn. Je kunt het risico bereken met een formule. 


Slide 13 - Tekstslide

Vul de formule in:
......... = ......... x .........

Slide 14 - Open vraag

Wat versta je onder een risico?
A
Een risico is niet te bepalen omdat het onbekend is.
B
Een risico is het aantal keren dat een ongewenst gevolg zich heeft voorgedaan.
C
Een risico is dat de kans dat een bepaald ongewenst gevolg/effect zich zal voordoen.

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht 5
Waar staan de letters LMRA voor?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht 6
In de volgende slides staan verschillende situaties.
Wanneer moet je een LMRA uitvoeren? 
Antwoord met ja of nee. 

Slide 17 - Tekstslide

Bij verandering werkomstandigheden
A
Ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Na alle werkzaamheden
A
Ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Voor aanvang werk
A
Ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Bij een overleg
A
Ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Bij een routineklus
A
Ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Voor een nieuwe taak
A
Ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Na een pauze
A
Ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht 7
De volgende slide is een sleepvraag. 
Wat hoort bij elkaar?

Slide 25 - Tekstslide

Vervangen van gereedschap.
Onbeschadigde elektriciteitskabel.
Voldoende tijd krijgen om de klus te klaren.
Geen alcohol gebruiken

Goede stoel
Voldoende verlichting
Opleiding
Bij het uitvoeren van zittend werk 
De werkomgeving
Het beheer van arbeidsmiddelen
De producten en materialen waarmee gewerkt moet worden
Het gedrag van de werknemer
De kennis en vaardigheden van de werknemer
De omstandigheden

Slide 26 - Sleepvraag

Antwoorden opdracht 7
- Bij het uitvoeren van zittend werk  = Goede stoel
- De werkomgeving = Voldoende verlichting
- Het beheer van arbeidsmiddelen = Vervangen van gereedschap.
- De producten en materialen waarmee gewerkt moet worden = Onbeschadigde elektriciteitskabel
- Het gedrag van de werknemer = Geen alcohol gebruiken
- De kennis en vaardigheden van de werknemer = Opleiding
- De omstandigheden = Voldoende tijd krijgen om de klus te klaren


Slide 27 - Tekstslide