1.1 definite and indefinite articles

definite & indefinite articles
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

definite & indefinite articles

Slide 1 - Tekstslide

what do you remember
a/an/the

Slide 2 - Woordweb

(in)Definite article
indefinite article : niet specifiek  

definite article: wel specifiek

Slide 3 - Tekstslide

Indefinite article (a/an)
a-> als je mede klinkers hoort -      an -> als je klinker hoort
bij zelfstandige werkwoorden in het enkelvoud
Wanneer gebruiken:
na be/become + beroep/functie/overtuiging -> His father is a teacher 
Behalve als maar 1 iemand het kan uitoefenen -> 
Who is captain of this ship.

Slide 4 - Tekstslide

vervolg
na as en without -> As a child he was already aggressive

voor hundred/ thousand -> His library contains a thousand 

in een aantal uitdrukking -> page 85 ref book

Slide 5 - Tekstslide

definite article
kan bij enkelvoud en meervoud
gaat om een specifiek/uniek iets

maar wanneer wel the en wanneer niet

Slide 6 - Tekstslide

When do you use a Difinite article
– Wanneer er geen hoeveelheid bekend is bv. ‘ The water is on the table ‘.
– Wanneer het zelfstandig naamwoord bekend of eerder genoemd is. ‘ I have a laptop. The laptop is slow.’
– Voor eigennamen bv. merknamen, geografische gebieden, oceanen, rivieren etc bv. ‘He sailed on the Schelde’

Slide 7 - Tekstslide

when not to use an article
Er zijn 3 gevallen waarin je geen Definite article gebruikt:
1. Voorafgaand aan zelfstandige naamwoorden in het meervoud
She likes dolls
2. Voor zelfstandige naamwoorden waar de hoeveelheid niet vak bekend is
Fruit is healthy.
3. Voor eigennamen bv. landen, provincies, steden, straten, bergen, eilanden, talen, sporten, mensen
He knows Sofie
He speaks French
He lives in Amsterdam

Slide 8 - Tekstslide

uitzonderingen
Uitzondering voor bepaalde landen waar het definite article eigenlijk bij de naam van het land hoort: The Netherlands, The United States, The United Kingdom, The Czech Republic, The Ukraine.

Slide 9 - Tekstslide

Definite articles de uitspraak
(bepaalde lidwoorden: 'de' of 'het' )

Slide 10 - Tekstslide

ARTICLES
This is ____ nice garden.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 11 - Quizvraag

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 12 - Quizvraag

ARTICLES
Dinner's ready in ___ kitchen!
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 13 - Quizvraag

ARTICLES
Chad kept walking fast because he was in ___ hurry.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 14 - Quizvraag

ARTICLES
James spoke to .....president Joe Biden.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 15 - Quizvraag

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 16 - Quizvraag

ARTICLES
It was ____ honest mistake.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 17 - Quizvraag

ARTICLES
Isn't he ____ Dutch?
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 18 - Quizvraag

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 19 - Quizvraag

ARTICLES
Melanie is ___ American who lives in France.
A
a
B
an
C
x
D
the

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Slide 22 - Link