Brandaan Thema 4 les 4

Brandaan Thema 3 Les 4
Doelen
Stap 1 en 2: Ik herhaal de doelen van de vorige lessen.
Stap 3 en 4: Ik leer meer over de eerste stoomtrein en Max Havelaar.
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Brandaan Thema 3 Les 4
Doelen
Stap 1 en 2: Ik herhaal de doelen van de vorige lessen.
Stap 3 en 4: Ik leer meer over de eerste stoomtrein en Max Havelaar.

Slide 1 - Tekstslide

Korte samenvatting

Slide 2 - Tekstslide

Weet jij het nog? Sleep begrip naar uitleg.
Tekst
fabriek
stoommachine
huisnijverheid
industrie
Een ruimte waar mensen werken met machines.
Een machine die via stoom andere apparaten kan later werken. Hierdoor kon alles sneller worden gemaakt.
Werk dat thuis met de handen werd gedaan.
Alle fabrieken bij elkaar.

Slide 3 - Sleepvraag

Het begin: Wie helpt Nederland?
  • Fransen weg --> Nederland arm
  • 1815 eerste koning: Willem 1 
  • Koninkrijk der Nederlanden = Belgie+Luxemburg+Nederland
  • Koning had een plan om Nederlanders rijker te maken.... Maar wat was zijn plan?

Slide 4 - Tekstslide

Wat liet Willem 1 bouwen voor de grote bedrijven?

Slide 5 - Open vraag

Van windmolen en watermolen naar ...
Windmolen
Nadeel --> het moet waaien
Watermolen
Nadeel --> stromend water nodig

Slide 6 - Tekstslide

Toen kwam de stoommachine. Wie hebben deze uitgevonden?
A
De Nederlanders
B
De Fransen
C
De Engelsen
D
De Belgen

Slide 7 - Quizvraag

De stoommachine
  • De Engelsen
  • warmte/vuur + water
  •  Wiel
  • Steeds sneller
  • In fabrieken

Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt een stoommachine? Zet in de juiste volgorde.
Als eerste
Als tweede
Als derde
Als vierde
De apparaten werken :)

Slide 9 - Sleepvraag

Spullen naar de fabriek brengen
  • Willem 1
  • Wegen --> karren vol
  • Kanalen: gegraven waterwegen --> schepen
  • Sporen --> stoomtrein 

Slide 10 - Tekstslide

De val van het Koninkrijk der Nederlanden
  • Noord vs. Zuid
  • Zuid eigen koning (België)
  • gevallen
  • industrie

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent industrie?
A
weet ik niet
B
alle fabrieken bij elkaar
C
dat Belgie niet meer bij Nederland hoort
D
de rivier de indus

Slide 12 - Quizvraag

Huisnijverheid
  • Arme boeren in het oosten
  • Slechte oogst
  • Honger
  • Werken in de winter

Slide 13 - Tekstslide

Wat is huisnijverheid?
A
thuis lekker chillen
B
je huis stoffen
C
thuiswerken
D
huis van een boer

Slide 14 - Quizvraag

De taken
  • Handelaar: brengt spullen naar de boeren, zoals wol
  • Boeren maken textiel
  • Handelaar verkoopt voor veel geld

Slide 15 - Tekstslide

Wat is textiel?
A
verschillende teksten
B
mooie stoffen voor kleren
C
kleren
D
stofjes

Slide 16 - Quizvraag

Waar kwamen de eerste fabrieken in Nederland?
A
westen
B
oosten

Slide 17 - Quizvraag

In welk gebied kwamen de eerste fabrieken?
A
Twente
B
Groningen
C
Limburg
D
Zuid-Holland

Slide 18 - Quizvraag

Eerste fabrieken
  • In het oosten, omdat er veel textiel werd gemaakt door boeren
  • Twente
  • Boeren --> fabriek --> arbeiders
  • Steden
  • 16 uur per dag
  • Kinderen

Slide 19 - Tekstslide

Hoe was het leven voor de arbeiders toen?

Slide 20 - Open vraag

rijk
arm
boeren
arbeiders
handelaren

Slide 21 - Sleepvraag

Meer fabrieken en lage prijzen
  • Overal in Nederland fabrieken erbij
  • westen
  •  lagere prijzen
  • ijzer: gebouwen, bruggen, hijskranen, schepen

Slide 22 - Tekstslide

Spullen van overzee
  • kolonies: gebieden die Nederland overzee had veroverd
  • kolonies van Nederland: Suriname, Curacao, Oost-Indie
  • kolonies --> goedkope grondstoffen

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn grondstoffen?
A
stof uit de grond
B
een stof die je nodig hebt om iets van de maken
C
een stoffige grond

Slide 24 - Quizvraag

Weet jij nog een grondstof die we haalden uit de kolonies?

Slide 25 - Open vraag

Dag en nacht werken
  • volwassenen, ouderen, kinderen
  •  12-16 uur per dag
  • behalve op zondag
  • kinderarbeid

Slide 26 - Tekstslide

Wat is kinderarbeid?
A
kinderen zijn vrij
B
kinderen leven in de fabriek
C
kinderen werken in de fabriek

Slide 27 - Quizvraag

Wat vind je van kinderarbeid?

Slide 28 - Open vraag

Protest
  • ongelukken
  • ongezond
  • oneerlijk
  •  bazen fabrieken willen niet
  • regering wel: kinderwetje van Van Houten

Slide 29 - Tekstslide

Wat is het kinderwetje van Van Houten?
A
regel: kinderen van ouder van 12 mogen werken.
B
regel: kinderen moeten werken
C
regel: kinderen mogen niet werken.

Slide 30 - Quizvraag

Werkte deze regel?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

Nieuwe wet
  • Onderzoek regering: wat gebeurt er in de fabrieken?
  • SCHANDE!
  • Nieuwe wet
  • Controles van de regering
  • strafgeld

Slide 32 - Tekstslide

Nu kwam de leerplichtwet voor kinderen. Wat is dat?

Slide 33 - Open vraag

De leerplichtwet
  • Tussen 7 en 12 jaar verplicht naar school
  •  Geld van regering
  • Nu: tussen 5 en 16 jaar
  • Helaas... Gezinnen nog armer --> school = duur 

Slide 34 - Tekstslide

Les 4 stap 3 en 4
De eerste stoomtrein
Max Havelaar

Slide 35 - Tekstslide

De eerste stoomtrein
  • 1839 Arend
  • Haarlem-Amsterdam
  •  Spullen ipv mensen (bang)
  • Schepen en karren
  • Gingen niet enorm snel 
  • 25 minuten
  • Spoorwegmuseum Utrecht (nagemaakt)

Slide 36 - Tekstslide

Hoe heette de eerste stoomtrein?
A
Arend
B
stoomtrein
C
Snarend
D
Barend

Slide 37 - Quizvraag

Tussen welke 2 steden reed de trein?
A
Haarlem-Amsterdam
B
Den Haag-Amsterdam
C
Haarlem-Den Haag
D
Amsterdam-Rotterdan

Slide 38 - Quizvraag

Hoe lang duurde een ritje?
A
5 minuten
B
25 minuten
C
15 minuten

Slide 39 - Quizvraag

Max Havelaar
  • schrijver
  • Multatuli (schuilnaam Eduard Douwes Dekker)
  • Indonesië
  • boeren daar weinig betaald 
  • SCHANDE!!
  • Max Havelaar naam in het boek
  • leven in Indonesië

Slide 40 - Tekstslide

Wat was de schuilnaam van Eduard Douwes Dekker?
A
Max Havelaar
B
Multatuli
C
Havelaar Max

Slide 41 - Quizvraag

Het boek ging over :
A
Indonesië
B
Curacao
C
Suriname

Slide 42 - Quizvraag