2324 §2.4 Samenhang ontwikkeling en werk les

Vandaag
  • Oefenen begrippen paragraaf 1 t/m 3
  • Uitleg 1e deel paragraaf 4
  • Atlasopdracht 
  • Aan de slag met het (huis)werk
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Oefenen begrippen paragraaf 1 t/m 3
  • Uitleg 1e deel paragraaf 4
  • Atlasopdracht 
  • Aan de slag met het (huis)werk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Samenhang: ontwikkeling en economie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen van paragraaf 1.4
Je kan:
  • uitleggen waarom er in centrumlanden een steeds groter deel van de beroepsbevolking in de dienstensector werkt;
  • uitleggen wat de internationale arbeidsverdeling inhoudt en hoe deze eruitziet;
  • uitleggen wat de nadelen voor een land zijn wanneer het afhankelijk is van de export van grondstoffen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
Welke letter past bij welk land?
A3
B2
C1

Slide 8 - Tekstslide

1) Democratische Republiek Congo
Verdeling beroepsbevolking

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldsysteem
Centrum
- economisch overheersend
-Kerngebied: vaak overheersend op gebied van cultuur, kennis en politiek
-Vooral diensten
Periferie
- economisch afhankelijk
-Ondergeschikt: leverancier van grondstoffen en goedkope arbeid
- Vooral landbouw
Semi-periferie
- economisch tussen centrum en periferie
-Gegroeid door industrie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mondiaal schaalniveau: Verklaring ongelijke welvaart 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ghana


Hoe past deze relatie in het centrum-periferiemodel?


1
2
3

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atlasopdracht
In tweetallen 
  • 3 landen uit (centrum, semi-periferie, periferie)
  • bewijs per land met minimaal 3 kaarten met een idicator dat het land in deze catagorie past

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen van paragraaf 1.4
Je kan:
  • uitleggen waarom er in centrumlanden een steeds groter deel van de beroepsbevolking in de dienstensector werkt;
  • uitleggen wat de internationale arbeidsverdeling inhoudt en hoe deze eruitziet;
  • uitleggen wat de nadelen voor een land zijn wanneer het afhankelijk is van de export van grondstoffen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Opdrachten 2, 3 en 4
Samenvattingsopdracht par. 2.4

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Internationale arbeidsverdeling: vroeger en nu 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom blijven sommige landen zo arm

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exportpakket
De arbeidsverdeling kan je uit het exportpakket en de beroepsbevolking herleiden. 

Veel hoogwaardige goederen? 
--> centrumland. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:45
Grondstof
Halffabricant
Eindproduct
Periferie
Semi-Periferie
Centrum

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is fout?
A
Export levert werkgelegenheid op
B
Een grote interne markt leidt tot schaalvoordelen.
C
Nederland is sterk afhankelijk van de wereldhandel
D
Binnen de EU kan protectie worden toegepast

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is na ................. de grootste
exporteur van landbouwproducten.
A
China
B
Duitsland
C
Rusland
D
Verenigde Staten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland exporteert veel landbouwproducten. Leg (met behulp van gegevens uit de atlas) uit waarom Nederland toch een centrumland is.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vraag volgt hierna.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe je aan de bevolkingsgrafiek van Brazilië kunt zien dat een land is waar industrie zich goed kan vestigen.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek het land Burundi op in de atlas.
Wat is het belangrijkste exportproduct van Burundi?
A
Diensten, zoals adviseurs over koffieteelt
B
Industriële producten, zoals koffiebrandapparatuur
C
Grondstoffen, zoals koffie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie veranderingen in de ontwikkeling van de beroepsbevolking op de wereld:
Agrarische revolutie
Industriële revolutie
Opkomst dienstenmaatschappij

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondstofafhankelijkheid
Positief of negatief?

Waarom?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afhankelijkheid
Periferie - Centrum
  1. Prijzen grondstoffen stijgen minder snel dan prijzen eindproduct
  2. Prijzen grondstoffen fluctueren op wereldmarkt
  3. Gevaar voor misoogsten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de economie van Burundi kwetsbaar is (twee redenen).

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 indicatoren (uit atlas) waaruit je kunt afleiden dat het BNP/hoofd van Burundi laag is.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vraag volgt hierna.
= BNP/hoofd

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het BNP/hoofd van Burundi is sinds 1994 gedaald door .......
A
Bevolkingsgroei was groter dan groei export
B
Lage prijs van koffie op de wereldmarkt.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen van paragraaf 1.4
Je kan:
  • uitleggen waarom er in centrumlanden een steeds groter deel van de beroepsbevolking in de dienstensector werkt;
  • uitleggen wat de internationale arbeidsverdeling inhoudt en hoe deze eruitziet;
  • uitleggen wat de nadelen voor een land zijn wanneer het afhankelijk is van de export van grondstoffen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Opdrachten 2, 3 en 4
Samenvattingsopdracht par. 2.4

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies