21 september 2020


  • Pak je boeken en een pen 
  • Telefoon in de tas  
  • Pak je iPad en ga naar de Lesson up
  • Meldt je (met jou voor en achternaam) aan met klascode: eafup 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


  • Pak je boeken en een pen 
  • Telefoon in de tas  
  • Pak je iPad en ga naar de Lesson up
  • Meldt je (met jou voor en achternaam) aan met klascode: eafup 

Slide 1 - Tekstslide

Lesopzet

Wat je kent
Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komt
Wat je leert
Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden.
Je kunt beschrijven wat hooikoorts is.
Lesopzet
Oefenen wat je kent
Schone longen
Hooikoorts
Nakijken
Huiswerk maken
Huiswerk
Maken: Opdracht 1 t/m 9 van paragraaf 5 van hoofdstuk 1. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Als je uitademt gaat je middenrif naar beneden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Welke stelling is waar
A
Je ademt zuurstof in en je ademt koolstofdioxide uit
B
Je ademt koolstofdioxide in en je ademt zuurstof uit
C
Je ademt koolstofdioxide in en je ademt waterdamp en zuurstof uit
D
Je ademt zuurstof in en je ademt koolstofdioxide en waterdamp uit

Slide 5 - Quizvraag

Formule verbranding

Zuurstof + Glucose-> Koolstofdioxide+ Water(damp)+ Energie

Slide 6 - Tekstslide

Waar worden je longen sterker van?

Slide 7 - Woordweb

Waarom is het belangrijk om je longen zo schoon mogelijk te houden?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wat is hooikoorts?

Slide 10 - Open vraag

Nu ga je zelfstandig nakijken!

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken: Opdracht 1
A.  Welk gas wordt in de longblaasjes opgenomen in het bloed? koolstofdioxide 
Welk gas wordt in de longblaasjes afgegeven aan de lucht? Zuurstof

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken: opdracht 1
B. Gaswisseling
C. De longblaasjes hebben samen een groot oppervlak. De wand van de longblaasjes is dun. De gaswisseling kan daardoor snel verlopen. 

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
In afbeelding 5.1 zie je een doorsnede van longblaasjes met een longhaarvat. 
A. Plaats de namen bij de juiste nummers.
1. Lucht
2. Bloed
3. Zuurstof
4. Koolstofdioxide
5. Bloed

Slide 14 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
Pijl 1: ingeademde lucht bevat veel zuurstof, weinig koolstofdioxide en weinig waterdamp.
Pijl 2: uitgeademde lucht bevat weinig zuurstof, veel koolstofdioxide en veel waterdamp. 
Pijl 3: bloed dat naar de longblaasjes stroomt, bevat weinig zuurstof en veel koolstofdioxide. 
Pijl 4: bloed dat van de longblaasjes wegstroomt, bevat veel zuurstof en weinig koolstofdioxide.

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken opdracht 3
A. 
De ribben en het borstbeen bewegen omhoog
De borstholte wordt groter
De longen worden groter
Lucht stroomt naar binnen

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken opdracht 3
B.
De ribben en het borstbeen bewegen omlaag
De borstholte wordt kleiner
De longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken opdracht 3C
Het middenrif beweegt omlaag. De buikwand gaat naar voren
De borstholte wordt groter
De longen worden groter
Lucht stroomt naar binnen
het middenrif beweegt omhoog. De buikwand gaat terug
De borstholte wordt kleiner
De longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten

Slide 18 - Tekstslide

Nakijken: Opdracht 4
Samenstelling van de lucht
Ingeademde lucht
Uitgeademde lucht
Koolstofdioxide
Weinig
Veel
Waterdamp
Weinig
Veel
Zuurstof
Veel
Weinig

Slide 19 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats. 
• Zuurstof uit de lucht wordt opgenomen in het bloed. 
• Koolstofdioxide uit het bloed wordt afgegeven aan de lucht. 
 
Gaswisseling in de longen kan snel plaatsvinden, doordat: 
• de longblaasjes samen een groot oppervlak hebben 
• de longblaasjes een dunne wand hebben

Bij borstademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. 
Bij buikademhaling beweegt het middenrif.

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken opdracht 5
A.
1 vooraanzicht: stand na een inademing
2 vooraanzicht: stand na een uitademing 
3 zijaanzicht: stand na een uitademing 
4 zijaanzicht: stand na een inademing
B. 
Van de borstademhaling en de buikademhaling

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken opdracht 6
A. In het bloed van de longhaarvaten
B. Doordat de wand van de longblaasjes dikker is, gaat de gaswisseling langzamer. Er komt dan minder zuurstof in het bloed. Er is dan minder verbranding, waardoor er minder energie vrijkomt. Evi is dan sneller moe.
C. Als ze hoest, beweegt haar middenrif omhoog. Zij ademt dan uit.

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken opdracht 7
A. Doordat de buikholte vol is, kan het middenrif niet ver naar beneden. De longen kunnen daardoor niet zo groot worden. Ze kan dus minder diep ademhalen.

B. Doordat de longinhoud van de zwangere vrouw kleiner wordt, kan ze per ademhaling minder zuurstof opnemen. Om toch voldoende zuurstof in het bloed te krijgen, gaat ze sneller ademhalen.

Slide 23 - Tekstslide

Nakijken opdracht 8A
Ja. De lichaamscellen hebben geen stikstof nodig en produceren ook geen stikstof. Daarom wordt bij de gaswisseling geen stikstof uitgewisseld tussen de lucht in het longblaasje en het bloed in de longhaarvaten.

Slide 24 - Tekstslide

Nakijken opdracht 8B
De lucht die je uitademt, is warmer. Tijdens de verbranding in de lichaamscellen ontstaat warmte. Een deel van die warmte wordt afgegeven via de lucht die je uitademt.

Slide 25 - Tekstslide

Werken aan je Huiswerk
Lezen paragraaf/basisstof 1.5 (blz 40 t/m 42
Maken opdracht 1 t/m 9 (blz 42 t/m 49)

Slide 26 - Tekstslide