Paragraaf 2.2 regiem debiet Rijn en Maas

WELKOM!
Boek + schrift op tafel. Pak ook een Chromebook.
Mobiel niet zichtbaar! In je broek of tas dus.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!
Boek + schrift op tafel. Pak ook een Chromebook.
Mobiel niet zichtbaar! In je broek of tas dus.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen par. vorige les
  • Afronden 2.2
  • Werken aan planning / nakijken 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de waterafvoer van de Rijn en de Maas verklaren met behulp van de kenmerken van het riviertype.
  • Je kunt het regiem van de Rijn en de Maas beschrijven en verklaren aan de hand van vier factoren; klimaatomstandigheden, aanvoer van smelt- en of regenwater, de eigenschappen van het stroomgebied en ingrepen door de mens in het stroomgebied van de rivier.
  • Je kunt beschrijven en verklaren hoe de vertragingstijd verandert als gevolg van ingrepen door de mens in het stroomgebied van de rivier.
  • Je kunt de gevolgen van de eigenschappen van het rivierprofiel van de Rijn en de Maas voor de waterafvoer beschrijven en verklaren.
  • Je kunt de gevolgen van de waterafvoer van de Rijn en de Maas voor de veiligheid van Nederland beschrijven en verklaren. 

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen theorie

Slide 4 - Tekstslide


'Het stroomgebied van de Maas is groter dan het stroomgebied van de Rijn.'
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De rivier die het meeste water afvoert in Nederland is de:
A
Rijn (inclusief Waal en IJssel)
B
Maas
C
Schelde
D
Eems

Slide 6 - Quizvraag


A
De Maas
B
De Waal
C
De Rijn
D
De Ijssel

Slide 7 - Quizvraag

Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval

verhang

middenloop

benedenloop

dwarsprofiel


Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding

Slide 8 - Sleepvraag

Bekijk figuur 1.
A. Wat is het totale verval van deze rivier?
B. Wat is het verhang tussen traject B en D langs de rivier? Laat je berekening ook zien!

Slide 9 - Open vraag

Stellingen:
1 Het verhang van de Maas in de Ardennen is groter dan in Limburg.
2 De stroomsnelheid van de Maas in de Ardennen is groter dan in Limburg.
3 De erosiekracht van een rivier is groter bij een klein verhang.
Neem de cijfers 1 tot en met 3 over op je antwoordblad. Zet achter elke stelling of deze juist of onjuist is.

Slide 10 - Open vraag

winterbed
binnendijks
buitendijks
zomerdijk
winterdijk
zomerbed
krib
uiterwaard

Slide 11 - Sleepvraag

Debiet en Regiem
Debiet: hoeveelheid water in m³ op een bepaald punt in de rivier. 

Regiem: het verschil in het debiet gedurende een jaar van een rivier. 

Dit kan regelmatig zijn. Zoals rechts te zien bij Rijn (geen grote schommelingen), of onregelmatig, zoals bij de Maas (groot verschil tussen winter en zomer).

Slide 12 - Tekstslide

In welk deel van de rivier is het debiet over het algemeen het grootst? Kies uit: bovenloop of benedenloop. Leg je keuze uit!

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Piekafvoer
Het debiet dat zichtbaar is in de afbeelding hiernaast is een gemiddelde. Bij beide rivieren zie je een hoogste punt in het debiet. 

Dit is de piekafvoer: hoogste afvoer (tijdens of na een regenperiode) van een rivier.

De Rijn heeft een regelmatiger regiem dan de Maas. Beiden kennen een piekafvoer rond de winter. Hoe zit dit?

Slide 15 - Tekstslide

De Maas
De Maas is een regenrivier. Dat wil zeggen dat de Maas gevoed wordt door regenwater uit het stroomgebied.

Regenrivieren kennen een onregelmatig regiem: hoog debiet in de wintermaanden, laag debiet in de zomer.
Waarom?
Antwoord
In de wintermaanden valt meer neerslag, waardoor de Maas in de wintermaanden meer water vervoert. In de zomer is het droger/valt er minder neerslag, verdampt er meer water en wordt meer water door de mens uit de rivieren onttrokken. Daardoor is het debiet in de zomer lager.

Slide 16 - Tekstslide

De Rijn
De Rijn is een gemengde rivier. Dat wil zeggen dat de Rijn gevoed wordt door regenwater uit het stroomgebied en door smeltwater.

Gemengde rivieren kennen een regelmatiger regiem: het verschil tussen het debiet in de zomer en winter is kleiner dan bij een regenrivier. Waarom?
Antwoord
In de wintermaanden valt meer neerslag dan in de zomer. Dit leidt tot een hoger debiet in de winter. Echter, in de lente beginnen de gletsjers te smelten waardoor meer smeltwater vervoerd wordt. Dit zorgt ervoor dat in de lente/begin zomer het debiet hoger blijft, en zo het regiem regelmatiger blijft.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van klimaatverandering op de temperatuur (zomer en winter) en de neerslag (hoeveelheid + verdeling in het jaar!)

Slide 18 - Open vraag

Door klimaatverandering wordt het neerslagregiem in Nederland:
A
regelmatiger
B
groter
C
kleiner
D
onregelmatiger

Slide 19 - Quizvraag

Verandering debiet en regiem van de Maas (+ verklaringen?)

Slide 20 - Tekstslide

Verandering debiet en regiem van de Rijn (+ verklaringen?)

Slide 21 - Tekstslide

Samenvattend

Slide 22 - Tekstslide

En nog meer...
Wat beïnvloedt, naast het soort rivier en het klimaat, nog meer het regiem?
  • aard van de bodem: rotsen/ijs (niet waterdoorlatend, dus snel in rivier) of zand/veelbegroeiing (neemt goed water op, dus later afgeven aan rivier)?
  • Ingrepen van de mens: bebouwing of begroeiing? Ontbossing? Vegetatie zorgt voor een sponswerking!

De mens beïnvloedt de vertragingstijd!

Slide 23 - Tekstslide

Vertragingstijd
De tijd tussen de piek van een regenbui en de piek in afvoer

Slide 24 - Tekstslide

Vertragingstijd
De tijd tussen de piek van een regenbui en de piek in afvoer

  • Hoe groter de verstedelijking hoe....korter/langer de vertragingstijd?
  • korter! Door verstening stroomt water sneller de rivier in. Minder begroeiing is een mindere sponswerking van de bodem.

Slide 25 - Tekstslide

Kanalisatie
Het recht trekken van de meanders om de bevaarbaarheid van de rivier te verbeteren.

Maar: 
daardoor neemt de lengte van de rivier af en kan het water zich niet meer over een groter oppervlak verspreiden. Bi hoog water...

Slide 26 - Tekstslide

Maatgevende afvoer
Wat is de maximale hoeveelheid water die een rivier mag vervoeren zonder dat de dijken doorbreken en er sprake is van overstromingen?

De maatgevende afvoer moet verhoofd worden: in de toekomst zullen de Rijn en de Maas (in de winter) meer water vervoeren. 

Daarom: maatregelen om rivieren meer ruimte te geven (par. 2.3).

Slide 27 - Tekstslide

Vragen?
  • Je kunt de waterafvoer van de Rijn en de Maas verklaren met behulp van de kenmerken van het riviertype.
  • Je kunt het regiem van de Rijn en de Maas beschrijven en verklaren aan de hand van vier factoren; klimaatomstandigheden, aanvoer van smelt- en of regenwater, de eigenschappen van het stroomgebied en ingrepen door de mens in het stroomgebied van de rivier.
  • Je kunt beschrijven en verklaren hoe de vertragingstijd verandert als gevolg van ingrepen door de mens in het stroomgebied van de rivier.
  • Je kunt de gevolgen van de eigenschappen van het rivierprofiel van de Rijn en de Maas voor de waterafvoer beschrijven en verklaren.
  • Je kunt de gevolgen van de waterafvoer van de Rijn en de Maas voor de veiligheid van Nederland beschrijven en verklaren. 

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
H2 §1: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8
H2 §2: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10

Wil je nakijken, laat je werk dan zien aan de docent.
Stel vragen!

Slide 29 - Tekstslide

Welk verband is er tussen
vertragingstijd en
verstedelijking?
A
Voor verstedelijking was de vertragingstijd groter
B
Voor verstedelijking was de vertragingstijd kleiner
C
Na verstedelijking was de vertragingstijd groter
D
Na verstedelijking was de vertragingstijd kleiner

Slide 30 - Quizvraag

Welke van de volgende ingrepen in het landschap verkorten de vertragingstijd?
A
Het aanleggen van snelwegen
B
Daken bedekken met sedum (dakbegroening)
C
Het ontbossen van een natuurgebied
D
Het verhogen van dijken

Slide 31 - Quizvraag

Hoe noemen we de schommelingen in de waterafvoer van een rivier?
A
waterscheiding
B
debiet
C
regiem
D
verhang

Slide 32 - Quizvraag

Rivier A is een
A
Regenrivier
B
Gemengde rivier
C
Gletsjerrivier

Slide 33 - Quizvraag

Rivier C is een
A
Regenrivier
B
Gemengde rivier
C
Gletsjerrivier

Slide 34 - Quizvraag

Het debiet van de Rijn en de Maas zal door klimaatverandering in de winter...
A
Afnemen
B
Toenemen
C
Gelijk blijven

Slide 35 - Quizvraag

Door klimaatverandering zal het regiem...
A
Grilliger worden
B
Min of meer gelijk blijven
C
Minder grillig worden

Slide 36 - Quizvraag

Tot vrijdag!

Slide 37 - Tekstslide