Franse leenwoorden

Welke Franse leenwoorden ken jij?
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke Franse leenwoorden ken jij?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Link

In sommige Franse leenwoorden 
staat een -e- met een accent: 
  • é  -  klinkt als de /ee/ van   zee               privé,  logé

  • è -   klinkt als de /e/  van    bel                crèche, crème       
  •        
  • ê -   klinkt als de /e/  van     bel               enquête, crêpepapier

Slide 3 - Tekstslide

Je hoort /oe/, je schrijft /ou/
  • boulevard
  • route
  • douche
  • route
  • courgette
  • journalist
  • enthousiast

Slide 4 - Tekstslide

Je hoort /aa/, je schrijft /a/
Je hoort /oo/, je schrijft /o/
  • boulevard           ( je spreekt de /d/ niet uit )
  • brancard   
  • hangar  

  • record

Slide 5 - Tekstslide

Je hoort /j/,  je schrijft /ill/
  • maillot
  • braille
  • failliet
  • medaille
  • portefeuille
  • fouilleren

Slide 6 - Tekstslide

Je hoort /wie/, je schrijft /ui/  of  /uit/
  • etui
  • circuit
  • biscuit

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord is fout gespeld ?
A
douche
B
portefeuille
C
brancard
D
hangard

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is fout gespeld?
A
biscuit
B
coergette
C
crêpepapier
D
croissant

Slide 9 - Quizvraag

Verbeter dit fout geschreven woord: punèze

Slide 10 - Open vraag

Je ziet hier friet met ...........
(een Frans leenwoord, maar als je het in Frankrijk bestelt, smaakt het heel anders dan hier)

Slide 11 - Open vraag

Verwerking in Snappet Spelling

Slide 12 - Tekstslide