9.3 De totalitaire systemen

Huiswerk 
 Lezen paragraaf 9.2 De economische wereldcrisis
handboek bladzijdes 119 en 120

Maken van paragraaf 9.2 vraag 2,3,4,7,8 en 9, opdrachtenboek bladzijdes 104 en 105


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk 
 Lezen paragraaf 9.2 De economische wereldcrisis
handboek bladzijdes 119 en 120

Maken van paragraaf 9.2 vraag 2,3,4,7,8 en 9, opdrachtenboek bladzijdes 104 en 105


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9.3 Totalitaire systemen

 Fascism, nationaalsocialisme, communisme
Handboek bladzijdes 121 t/m 123 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KA
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme/fascisme/nationaalsocialisme 

Verkort: totalitaire ideologieën: communisme/fascisme/nationaalsocialisme 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benito Mussolini
Italiaanse minister-president 1922 - 1943
(fascistisch)
Jozef Stalin
Dictator van de Sovjet-Unie
1924 - 1953†
(communistisch)
Adolf Hitler
dictator Duitsland 1933-1945
(Nationaalsocialistisch)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totalitaire ideologie

Totalitaire ideologie:
Manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de ideeën van de partij / de persoon die de macht heeft. 
De staat beheerst het leven en denken van het volk, alles wat wordt gepubliceerd of wordt gemaakt is goedgekeurd door de staat


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van Totalitaire Ideologieën
  1. - Een  partij
  2.  - Een leider met bijna goddelijke status 
  3. - Gebruik van propaganda om de bevolking te indoctrineren
  4.  - Gebruik van terreur en repressie om politieke tegenstand te onderdrukken

Slide 6 - Tekstslide

Geef de belangrijkste kenmerken van totalitaire ideologieën en leg ze uit.
Communisme

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communisme in Rusland/Sovjet-Unie.
Lenin, leider van de bolsjewieken, de Russische aanhangers
van het communisme, wilde in 1917: 
  • kapitalisme afschaffen 
  • privébezit van productiemiddelen afschaffen 
  • een dictatuur vestigen 
 Na de staatsgreep van de communisten, de Oktoberrevolutie, 
brak een burgeroorlog uit die, na veel bloedvergieten,
 door de communisten in 1922 werd gewonnen:
 ze vestigen de Sovjet-Unie, een éénpartijstaat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van communisme (1)
  • De Sovjet-Unie werd geregeerd door één partij, de communistische partij.

  • Communisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Sprake van persoonsverheerlijking (van Stalin).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jozef Stalin:

Hij bouwde vanaf 1929 met brute terreur een industriële samenleving op.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van communisme (2)
  • Economisch doel was een industriestaat
  • Planeconomie met accent op zware industrie.
  • Collectivisatie van de landbouw in dienst van de industrie.

  • de Sovjet-Unie was een totalitaire staat die gebruik maakte van showprocessen, terreur, dwangarbeid, propaganda etc.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Collectivisatie

  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

  • De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar. 
  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • ...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot. 
  • Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Censuur Stalin

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mussolini


Fascisme 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Fascisme



De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken
Fascisme
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén sterke leider principe (Benito Mussolini (il duce)
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (ze wilden de bevolking helemaal controleren, iedereen moest zich inzetten voor de ideologie).


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nationaal-socialisme 



In april valt het Rode Leger van Stalin de Duitse hoofdstad Berlijn aan. 
Het is de genadeklap voor Hitler: hij pleegt zelfmoord.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pakkende toespraken,
krachtige propaganda...

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Kenmerken nationaalsocialisme
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Antidemocratisch/ 1 partij
  • 1 leider /persoonsverheerlijking
  • De staat is belangrijker dan het individu
  • Racistisch/rassenleer
  • Idee van Lebensraum

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nazificatie & gelijkschakeling?
Nazificatie 
Nazificatie = (gelijkschakeling) Duitsland laten worden zoals de nazi's dat willen (wetten).

Vraag:
Hoe zie je dit terug in de spotprent die hiernaast staat?

Slide 30 - Tekstslide

Nazificatie: Het organiseren van de samenleving volgens de ideologie van het nationaal-socialisme 
Huiswerk 
  • Lezen paragraaf 9.3 De totalitaire systemen 
    handboek bladzijdes 121 t/m 123 

  • Maken van paragraaf 9.3 in je opdrachtenboek vraag 2,3,4,5,8 en 20 op bladzijdes 107 en 109  

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies