4K 2 Productie en technologie

2.1 Ieder zijn taak
Deze les leer je:
- wat arbeidsverdeling is
- het verschil tussen leidinggevende en uitvoerende functies
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.1 Ieder zijn taak
Deze les leer je:
- wat arbeidsverdeling is
- het verschil tussen leidinggevende en uitvoerende functies

Slide 1 - Tekstslide

Arbeidsverdeling: Gezinsleden of personeelsleden die het werk onderling verdelen.
Of gezinnen, bedrijven en de overheid die het werk verdelen.

Voordeel: het werk gaat meestal sneller en beter.
Nadeel: het werk kan eentonig worden.




Bij bedrijven heb je leidinggevende en uitvoerende functies.

Leidinggevende: stuurt het team aan
Uitvoerende: voert de taak uit.



Slide 2 - Tekstslide

Zelfvoorziening:
In je eigen behoeften kunnen voorzien. Denk aan:

- je eigen moestuintje
- voor jezelf koken
- je eigen kleding maken

Slide 3 - Tekstslide

Eindvragen
- Wat is een arbeidsverdeling?

- Wat is het verschil tussen een leidinggevende en een uitvoerende functie?

- Wat is zelfvoorziening?

Slide 4 - Tekstslide

2.2 Het stukadoorsbedrijf
Deze les leer je:
- wat de arbeidsproductiviteit is en hoe je dit berekent

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit: 
de gemiddelde productie van werknemers in een bepaalde periode.

Berekening: 
Productie : gewerkte uren = arbeidsproductiviteit.

Oefenen met deze berekening:
Meneer V/D Loo kijkt in 4 uur 100 toetsen na. Bereken de arbeidsproductiviteit per uur!



Slide 6 - Tekstslide

Eindvragen
- Wat is de arbeidsproductiviteit?

- Hoe bereken je de arbeidsproductiviteit?

Slide 7 - Tekstslide

2.3 Het installatiebedrijf
Deze les leer je:
- wat arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Specialisatie: Door specialisatie stijgt de arbeidsproductiviteit.

Ervaring: Door ervaring stijgt ook de arbeidsproductiviteit.

Arbeidsvoorwaarden: Bij goede arbeidsvoorwaarden stijgt de arbeidsproductiviteit (je hebt recht op: vakantie/loon/pauzes etc…).




Arbeidsomstandigheden: de werkomgeving van de werknemer is belangrijk, zoals:
een veilige werkplek.


Slide 9 - Tekstslide

Eindvragen
- Wat zijn arbeidsvoorwaarden?

- Wat zijn arbeidsomstandigheden?

Slide 10 - Tekstslide

2.4 Aardappeltechnologie
Deze les leer je:
- wat innovatie is

Slide 11 - Tekstslide

Innovatie:
Ontwikkelen van nieuwe producten voor de consumenten.

Voorbeelden:
- betere en snellere machines/computers
- verbeteren van eindproducten
- milieuvriendelijke producten

Bedrijven doen marktonderzoek om te weten of er behoefte is aan nieuwe producten.

Slide 12 - Tekstslide

Apple heeft in 2021 een omzet gehad van 80 miljard Euro. Er bleef onder de streep uiteindelijk 16 % nettowinst over.

Bereken hoeveel Euro nettowinst Apple had ten opzichte van de omzet?


Antwoord:

80.000.000.000 : 100 X 16 = € 12.800.000.000

Slide 13 - Tekstslide

Eindvraag
- Wat is innovatie?

Slide 14 - Tekstslide

2.5 Innovatie in een bedrijf
Deze les leer je:
- het verschil tussen mechaniseren en automatiseren

Slide 15 - Tekstslide

Mechanisering: Het werk sneller en makkelijker maken door machines. Wel personeel nodig om het te bedienen.



Automatisering: Machines nemen al het werk over van de mens.



Voordeel: Er is minder personeel nodig en de arbeidsproductiviteit stijgt.

Nadeel: Er is voor minder mensen werk, waardoor er meer werkloosheid is.





Slide 16 - Tekstslide

Productiecapaciteit: Alle beschikbare kapitaalgoederen en arbeidskrachten bij elkaar.

Bedrijven willen graag een hoge bezettingsgraad (Alles en iedereen wordt optimaal ingezet voor een zo hoog mogelijke productie).

Onderbezetting: Als machines ongebruikt blijven of als het personeel niks te doen heeft.

- 100% = Alles wordt optimaal gebruikt.
- 25% = Maar 1/4 deel wordt gebruikt vd capaciteit.

Slide 17 - Tekstslide

Eindvragen
- wat is het verschil tussen mechaniseren en automatiseren?

Slide 18 - Tekstslide

2.6 Gevolgen van innovatie
- Deze les leer je wat de voordelen en nadelen zijn van innovatie
- Wat telewerken is

Slide 19 - Tekstslide

Door innovatie (denk aan steeds betere machines) is er tegenwoordig meer werk voor geschoold personeel. Mensen met technische opleiding meeste kans op baan.


Door innovatie wordt het werk sneller gedaan in minder tijd. Het wordt dus goedkoper om te produceren. Goed voor de concurrentiepositie.


Door technologische vernieuwing stijgt productie in een land = economische groei.


Steeds meer mensen werken thuis in plaats van op kantoor. Dit noem je: Telewerken.





Slide 20 - Tekstslide

Eindvragen
- Wat is een voordeel en een nadeel van innovatie?

- Wat is telewerken?

Slide 21 - Tekstslide