THV2 Grammatica herhaling blok 1-4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

THV2

Grammatica herhalen

Benoem het zinsdeel tussen haakjes:
[Wie] wil je deze uitnodiging allemaal mailen?

Benoem het zinsdeel tussen haakjes: Die acteur kan [hem] heel goed imiteren.

1. Meewerkend voorwerp
2. Bijwoordelijke bepaling
3. Voorzetselvoorwerp
4. Lijdend voorwerp

Een bijwoordelijke bepaling is een zinsdeel dat antwoord geeft op vragen zoals: waar, wanneer, hoe, waarmee, waardoor?

1. Waar
2. Niet waar

Een bijvoeglijke bepaling is een deel van een zinsdeel dat extra informatie geeft over het zelfstandig naamwoord dat ervoor of erachter staat.

1. Waar
2. Niet waar

Een bijstelling is een los zinsdeel dat meer informatie geeft over je onderwerp.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een bijstelling dan wel?
Geef de uitleg én een voorbeeld.

Ik haal graag een croissantje bij de bakkerij [van mijn oom].

1. Bijstelling
2. Bijvoeglijke bepaling

Maak zelf een zin met een bijvoeglijke bepaling (zet die tussen haakjes).

De profielfoto van Eva [is] (1) gisteren [veranderd] (2).

1. 1: hww, 2: zww
2. 1: kww, 2: zww
3. 1: hww, 2: kww
4. 1: zww, 2: zww

De tante van Aya [is] erg ouderwets.
Leg uit waarom 'is' een kww is.

Wat is het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde?

Geef een voorbeeld van een zin met een voorzetselvoorwerp.