Plantage Janslust in Suriname | VO bovenbouw

Slavernij in Suriname 
en de link met 
Rotterdamse geldschieters
Plantage Janslust
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Instructies

Onderdelen in deze les

Slavernij in Suriname 
en de link met 
Rotterdamse geldschieters
Plantage Janslust

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Klik op de hotspot
Afbeelding vergroten
Navigeren door de les
Legenda
Kijken
Luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen op welke manier Rotterdam invloed had op slavernij in Suriname.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les komen verschillende racistische woorden voor.
Deze worden kunnen als kwetsend beschouwd worden. Bij dezen willen we duidelijk maken dat deze woorden en opmerkingen direct zijn overgenomen uit de bronnen uit het verleden en wij daar op geen manier zelf iets ingebracht hebben. 
Disclaimer

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over slavernij en Rotterdam?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Houtplantage La Prosperité in de 19e eeuw, gefinancierd door Rotterdammers
Rotterdam en plantages

Slide 6 - Tekstslide

Toelichting
Meerdere plantages in Suriname waren eigendom van Rotterdamse families. Ook werden de plantages bijv. gefinancierd door Rotterdamse geldschieters
.
Één plantage heette zelfs 'Rotterdam'. De naam was gegeven door de Rotterdamse eigenaar.
Voor deze les zoomen we in op Plantage Janslust in Suriname:
Rotterdam
Suriname

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les focussen we op twee historische primaire bronnen.

Na afloop wordt duidelijk wat deze bronnen te maken hebben met slaafgemaakten in Suriname en Rotterdamse geldschieters en in hoeverre deze bronnen betrouwbaar/bruikbaar zijn.
Bron onderzoek

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Kijk goed naar deze bron.
Wat is dit denk je? (bron 1)
Opdracht

Slide 9 - Open vraag

Toelichting
Dit is een slavenlijst uit een taxatierapport van de plantage Janslust. In een taxatierapport werden alle bezittingen van de planter opgesomd en op waarde geschat. Ook de tot slaaf gemaakten waren zijn bezit. Vandaar dat bij ieder taxatierapport een slavenlijst is opgenomen. Doel van deze slide is een globale kennismaking met de bron.

Stel de volgende vragen om antwoorden/discussies op te roepen:

Wat zie je?
Wat valt je op?
Waarom?
Wat doet dat met je?
Wat zegt dat over jou?

Taxatierapport
Het woord 'neger' komt in archiefstukken veel voor. Het is een woord dat tot ver in de 20 eeuw werd gebruikt. Het is ouderwets, koloniaal en racistisch taalgebruik, juist omdat het in de koloniale periode gebruikt werd. Het wordt daarom als niet respectvol en kwetsend ervaren.
In de archiefstukken in deze les kom je het dus nog wel tegen. 
Het woord 'slaaf' komt in archiefstukken veel voor. Het is een woord dat tot ver in de 20 eeuw werd gebruikt. Het is ouderwets, koloniaal en racistisch taalgebruik, juist omdat het in de koloniale periode gebruikt werd. Het wordt daarom als niet respectvol en kwetsend ervaren. Liever spreken we nu over 'tot slaaf gemaakten', omdat je daarmee duidelijk maakt dat er sprake was van dwang en mentale onvrijheid.
In de archiefstukken in deze les kom je het dus nog wel tegen. 

Slide 10 - Tekstslide

Toelichting
Dit is een slavenlijst uit een taxatierapport van de plantage Janslust. In een taxatierapport werden alle bezittingen van de planter opgesomd en op waarde geschat. Ook de tot slaaf gemaakten waren zijn bezit. Vandaar dat bij ieder taxatierapport een slavenlijst is opgenomen.



Je weet nu wat de bron is (bron 1). Leg uit,
waarom is deze bron wel/niet betrouwbaar?

Opdracht

Slide 11 - Open vraag

Toelichting
 Ga met de leerlingen in op de volgende vragen om de betrouwbaarheid van de bron te toetsen:

- Wie heeft de bron gemaakt? Is de bron objectief/subjectief?
- Waarom en voor wie is de bron gemaakt? Moet de bron informeren of overtuigen?
- Wanneer is de bron gemaakt?
- Onder welke omstandigheden is de bron gemaakt?

Concluderend is het altijd belangrijk om de onderzochte bron naast andere bronnen over hetzelfde onderwerp te zetten. Komt de informatie overeen met de andere bronnen?

De betrouwbaarheid van de bron hangt ook af van wat je precies wilt onderzoeken. Wanneer je het perspectief van de slaafgemaakten wilt onderzoeken, dan is het taxatierapport van de plantagehouder niet heel betrouwbaar/bruikbaar.



Slaafgemaakten kregen een andere naam van hun eigenaar. Hoe zou jij het vinden als iemand jou opeens een andere naam gaf?
Discussievraag

Slide 12 - Open vraag

Toelichting
Probeer de leerlingen zich te laten inbeelden hoe het zou zijn om opeens een andere naam toegewezen te krijgen van een ander. 

Stel de volgende vragen om antwoorden/discussies op te roepen:

- Wat betekent jouw naam voor jou?
- Wat heeft jouw naam met identiteit te maken?
- Wat is identiteit volgens jou?
- Wat zegt dit over hoe men naar slaafgemaakten keek?




Kijk goed naar deze bron.
Wat is dit denk je? (bron 2)
Opdracht

Slide 13 - Open vraag

Toelichting
Te zien is de lijst met namen van de Rotterdamse geldschieters (aandeelhouders) van plantage Janslust. Zoals te zien is ging het niet om kleine bedragen.

Stel de volgende vragen om antwoorden/discussies op te roepen:

- In hoeverre zijn deze Rotterdammers slaveneigenaren?
- In hoeverre waren zij betrokken bij trans-Atlantische slavenhandel en slavernij?

Rotterdamse geldschieters

Slide 14 - Tekstslide

Toelichting
De eigenaar van Janslust had een lening afgesloten bij een Rotterdamse bankier. De bankier, meneer Hudig, heeft geld verzameld van Rotterdamse beleggers en dat geld beleend aan de eigenaar van Janslust.

Hier zie je welke Rotterdammers aandeelhouders waren van de plantage Janslust.




Je weet nu wat de bron is (bron 2). Stel, je doet onderzoek
naar het verband tussen de stad Rotterdam en slavernij in
Suriname. Is deze bron dan wel of niet bruikbaar?
Opdracht

Slide 15 - Open vraag

Toelichting
Ga met de leerlingen in op de volgende vragen om de bruikbaarheid van de bron te toetsen:

- Wat zegt deze bron precies over het verband tussen de stad Rotterdam en slavernij in Suriname en hoe zou je deze bron in je onderzoek kunnen gebruiken?



Discussievraag

Sommige namen uit de lijst zie en hoor je vandaag nog steeds in de haven van Rotterdam. 
Zo is Mees de voorloper van de ABN-AMRO en is Hudig nog steeds een Havenbedrijf. 
In hoeverre zijn deze bedrijven verantwoordelijk voor slavenhandel?

Slide 16 - Open vraag

Toelichting
Nodig de leerlingen uit een discussie te starten. 

- Welke verantwoordelijkheid dragen de bedrijven wiens voorlopers slavernij mede mogelijk maakten?
- Zouden zij hun excuses moeten aanbieden? Moeten ze herstelbetalingen doen?
- In hoeverre kan iemand verantwoordelijk gehouden worden voor iets wat diens voorouder gedaan heeft?
Lening

Slide 17 - Tekstslide

Toelichting
Janslust was direct verbonden aan de stad Rotterdam. Zo had de eigenaar van plantage Janslust een lening afgesloten bij een Rotterdamse bankier. De bankier Ferrand Hudig heeft geld verzameld van rijke Rotterdammers en dat geld als lening gegeven aan de eigenaar van Janslust.

Hudig heeft veel geld verdiend aan de slavernij in Suriname. Met dat geld kon hij een paar pakhuizen, een mooie pruik en een plezierjacht veroorloven.



Wat is de verantwoordelijkheid van een geldschieter (aandeelhouder)?
Want stel je voor, je koopt goedkope kleding, ben je dan ook verantwoordelijk voor kinderarbeid in het buitenland?
Discussievraag

Slide 18 - Open vraag

Toelichting

Probeer de slavernij discussie naar het heden te trekken. 

Bij wie ligt de schuld? Wie is verantwoordelijk? Is dat de staat of bedrijf? Of het individu?
Eén van vele manieren
De link tussen plantage Janslust en Rotterdamse geldschieters is slechts één van de vele manieren waarop Rotterdam verwikkeld was in slavernij en kolonialisme. 

Bekijk de andere lessen van Stadsarchief Rotterdam om erachter te komen hoe dat eruit zag.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Na deze les wil ik ...
Terugkijken
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
dit onderwerp thuis nog even bekijken
overgaan naar een nieuw onderwerp
nog meer te weten komen over dit onderwerp
niet meer te weten komen over dit onderwerp
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Terugkijken
Nog iets anders, namelijk...

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Terugkijken
Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies