Herhaling thema 8/9

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 84
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 84 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Herhaling van alle paragrafen en leerdoelen van thema 8 (HAVO) en Thema 9 (VWO): Stofwisseling in de cel

  • Tijd over: oefen op biologiepagina.nl

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling thema 8/9
Lesdoelen check!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelcheck: 
Kan jij...


  • omschrijven wat stofwisseling, assimilatie en dissimilatie zijn en wat er bij deze reacties met de energie gebeurt?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet eens de kenmerken van organische stoffen en anorganische stoffen op een rijtje neer

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

organisch en anorganisch
* groot molecuul
* bevat i.i.g. C, H en O
* bevat veel energie
* klein molecuul
* kan van alles bevatten
* bevat weinig energie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is assimilatie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 3 functies van assimilatieproducten?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Assimilatie:
De opbouw van energierijke stoffen uit andere stoffen noem je assimilatie

Glucose naar:
  • eiwitten
  • vetten 
  • suiker
  • zetmeel
  • cellulose

Functie van assimilatieproducten:
  • Brandstoffen: leveren energie
  • Bouwstoffen: cellen, weefsel, herstel
  • Reservestoffen: bollen, knollen, zaden



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg de afbeelding uit

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Energie door ATP
  • ATP is een soort accumolecuul 
  • Door een P-groep van ATP af te splitsen ontstaat ADP en energie
  • Als energie bij een ander proces vrijkomt, kunnen ADP en P weer binden tot ATP
  • Dit proces heet fosforylering

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk proces wordt ATP gevormd?
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk proces wordt ATP omgezet in ADP? (dus verbruikt)
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Assimilatie: vorming ATP
Dissimilatie: ATP omzetten naar ADP (energie komt vrij)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

assimilatie vs dissimilatie (assemble vs destroy)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelencheck:
Kan jij...

  •  de bouw en werking van enzymen beschrijven?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een enzym is een...
A
Koolhydraat
B
Vet
C
Zuur
D
Eiwit

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie hebben enzymen bij assimilatie en dissimilatie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie enzymen
Enzymen worden gebruikt bij opbouw en afbraak van moleculen

* dissimilatie: afbraak of splitsing van moleculen

*assimilatie: opbouw van moleculen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg de afbeelding uit

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleutel/slot -principe

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelencheck:
Kan jij...

  • de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is activeringsenergie?
A
Energie die vrijkomt bij een reactie
B
Energie die wordt opgeslagen tijdens een reactie
C
Om te zorgen dat een organisme in beweging kan komen
D
De energie die nodig is om de chemische reactie te starten

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de invloed van enzymen op de activeringsenergie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Invloed enzym op activeringsenergie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg de invloed van temperatuur en PH om het enzym uit aan de hand van de optimumcurve.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Optimumkromme
PH/temperatuur

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is denaturatie van enzym? En wat is hier het gevolg van?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Intacte enzymmoleculen

  • Enzym=eiwit
  • Boven bepaalde temperatuur verliezen enzymen hun structuur (40 graden bij zoogdieren)
  • Onomkeerbaar 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzym 
  • naam eindigt vaak op -ase 
  • - maltase, amylase, lipase 

  • enzymen zijn substraatspecifiek
  • sleutel/slot principe
  • elk enzym kan maar 1 soort reactie versnellen
  • enzymen worden niet opgebruikt



stof waar het enzym op inwerkt

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelcheck:
Kan jij...

Havo:  de fotosynthese beschrijven?

VWO: de fotosynthese en de chemosynthese beschrijven? (gaan we vrijdag herhalen)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar in de plant vindt fotosynthese plaats?
A
In de mitochondrien
B
In de celkern
C
In de cellen in wortels
D
In de bladgroenkorrels

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bladgroenkorrels
  • Fotosynthese= koolstofassimilatie 
  • Bladgroen(=chlorofyl) kan licht opnemen en bevindt zich in de bladgroenkorrel (=chloroplast)
  • Fotosynthese vindt dus plaats in de bladgroen korrels
  • Bij planten, algen en sommige cyanobacteriën vindt koolstofassimilatie plaats onder invloed van licht

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor de fotosynthese?
A
Zuurstofassimilatie
B
Glucoseassimilatie
C
Koolstofassimilatie
D
Stikstofassimilatie

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de chemische reactie van de fotosynthese?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de koolstofassimilatie alleen overdag plaats kan vinden, maar de dissimilatie van een plant ook 's nachts

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg het lichtabsorptiespectrum van de bladgroenkorrels uit

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Absorptie bladgroen 
Fotosyntheseactiviteit 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelcheck:
Kan jij...


  •  de voortgezette assimilatie beschrijven?


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de grondstof voor voortgezette assimilatie
A
Eiwitten
B
Zuurstof
C
Glucose
D
Koolstofdioxide

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen worden er ook alweer gevormd bij voortgezette assimilatie?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 verschillende functies kunnen de gevormde stoffen bij de voortgezette assimilatie hebben?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glucose als grondstof
Glucose uit koolstofassimilatie als grondstof voor voortgezette assimilatie:
Koolhydraten, vetten en eiwitten

verbranding van glucose levert energie (ATP) voor voorgezette assimilatie

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een disacharide?
A
Een keten van meerdere monosachariden
B
Twee gebonden monosacharide

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
 Koolhydraten = Sachariden

Monosacharide = enkele suiker
vaak bestaande uit 5 of 6 C-atomen.

Disacharide = twee gebonden monosachariden.

Polysacharide = meer dan twee gebonden monosachariden.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
  • Monosachariden omzetten naar disachariden en deze weer omzetten naar polysachariden dmv  polymerisatie.
  • Zetmeel (amylose) in planten planten, cellulose in celwanden planten, glycogeen in lever en spieren dieren

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn essentiële aminozuren?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
Eiwit = proteïne

Polymeer van aminozuren verbonden door peptidebindingen

20 soorten aminzuren
  • Essentiële aminozuren (uit voedsel)
  • niet-essentiële aminozuren (zelf maken)

Verschil aminozuren door restgroep
Amino groep
Zuur groep

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf van alle 4 de structuren van eiwitten

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van eiwitten
Primaire structuur
Volgorde van aminozuren

Secundaire structuur
α-helix and β-sheet (spiralisatie)

Tertiaire stuctuur
Vouwing polypeptide door aminozuren die elkaar aantrekken of afstoten (waterstof- of zwavelbrug, hydrofiel/hyrdrofoob)

Quaternaire structuur
Meerdere polypeptiden die samen 1 eiwit vormen
Zwavelbrug tussen aminozuren

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste functie van vetten?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
Vetten = lipiden

  • Hoge energiedichtheid
  • Reservestof
  • Warmte-isolatie
  • Onderdeel van vitaminen, hormonen en cholesterol






Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetten?

Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van vetten
Binding van glycerol met drie vetzuurketens

Verzadigd vetzuur
Verzadigd met H-atomen
Geen dubbele bindingen

Onverzadigd vetzuur
Niet verzadigd met H-atomen
1 dubbele binding
 of meerdere dubbele bindingen (= meervoudig onverzadigd)

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fosfolipiden
Vormen celmembranen

Hydrofiele kop (fosfaat) 
hydrofobe staart (vetzuren)



Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel check
Kan jij...
 
  • de aerobe en anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven?


Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat ADP naar ATP?
A
Door het loskoppelen van een fosfaatgroep
B
Door het binden van een fosfaatgroep

Slide 59 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ATP
  • Meest gebruikte energiedrager in organismen
  • ATP is een molecuul met drie fosfaatgroepen
  • ADP bevat twee fosfaatgroepen
  • Energie kan gebonden worden aan ADP --> ADP wordt dan ATP.
  • Als energie wordt afgegeven wordt ATP --> ADP 

Energie nodig? --> Fosfaatgroep afscheiden
Energie opslaan? --> Fosfaatgroep binden

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ATP/ADP
  • De energie die vrijkomt bij dissimilatie (verbranding) wordt eerst opgeslagen in de vorm van ATP (adenosinetrifosfaat): 
ADP + P + energie → ATP
  
  • Wanneer er energie nodig is wordt ATP weer omgezet in ADP: ATP → ADP + P + energie

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 vormen van dissimilatie ken jij?

Slide 62 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aerobe dissimilatie is.....
A
Met zuurstof
B
Zonder zuurstof

Slide 63 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 vormen van Anaerobe dissimilatie zijn er?

Slide 64 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vindt aerobe dissimilatie plaats?
A
In de celkern
B
In het cytoplasma
C
In het mitochondrium
D
In de bladgroenkorrels

Slide 65 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vindt anaerobe dissimilatie plaats?
A
In de celkern
B
In het cytoplasma
C
In het mitochondrium
D
In de bladgroenkorrels

Slide 66 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een andere naam voor anaerobe dissimilatie?

Slide 67 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel keer meer energie levert aerobe dissimilatie ten opzichte van anaerobe dissimilatie?

Slide 68 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van dissimilatie
  1.  Aerobe dissimilatie
    glucose dissimileren (afbreken) met behulp van zuurstof
  2. Anaerobe dissimilatie
    glucose dissimileren zonder zuurstof
    2 manieren:
    A) melkzuurgisting (door melkzuurbacteriën en in spieren)
    B) alcoholgisting (door eencellige gisten = schimmels)

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aerobe dissimilatie (verbranding)
  • Met O2
  • Volledige afbraak van glucosemoleculen: 
C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H2O + energie (36 ATP)
  • Vindt voor het grootste deel plaats in mitochondriën

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aerobe dissimilatie
Bij dit proces komen warmte-energie, chemische energie (ATP), H2O en CO2 vrij.


Meer weten? Klik op deze link

Slide 71 - Tekstslide

De aerobe dissimilatie van glucose wordt dus volledig afgebroken in koolstofdioxide, water en energie (ATP). Dit gebeurt in 4 belangrijke stappen:
Glycolyse
Decarboxylering
Citroenzuurcyclus
Oxidatieve fosforylering

De aerobe dissimilatie begint bij de glycolyse. Glycolyse is het proces dat 1 glucose-molecuul omzet in 2 pyrodruivenzuur moleculen. Dit gebeurt met behulp van speciale enzymen in het cytoplasma.
Anaerobe dissimilatie (gisting)
  • Zonder O2
  • Geen volledige afbraak van het glucosemolecuul
  • Er komt weinig energie vrij (2 ATP)
  • Twee vormen: alcoholgisting door gistcellen en melkzuurgisting door melkzuurbacteriën en in spieren

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melkzuurgisting --> verzuring (in spieren)
Er is meer energie nodig dan de anaerobe dissimilatie kan opleveren. Er ontstaat melkzuur door melkzuurgisting in de spieren. (Of fosforzuur door ATP--> ADP)

C6H12O6 → 2 C3H6O3 + energie (2 ATP)
glucose--> 2 melkzuur en weinig energie
In cytoplasma
(Melkzuur wordt in de lever weer omgezet in glucose)

Slide 73 - Tekstslide

De glucose wordt bij de melkzuurgisting eerst tot 2 pyrodruivenzuren afgebroken, dus de glycolyse wordt wel doorlopen. Daarna worden de twee pyrodruivenzuren omgezet in melkzuur. Dit melkzuur zorgt voor bijvoorbeeld verzuring in de spieren wanneer je aan het sporten bent.

Melkzuur omzetten in glucose (lever kost ATP en zuurstof is nodig)
Melkzuurgisting door bacteriën
Verzuring van voedingsmiddelen

Slide 74 - Tekstslide

Melkzuurbacteriën worden o.a. gebruikt voor de productie van kaas, yoghurt en zuurkool. Ph zuurkool = 3,5 of minder
Alcoholgisting
C6H12O6  → 2C2H6O +2CO2 + energie (2 ATP)
glucose --> 2 alcohol + 2 koolstofdioxide 

bier, wijn, brood

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel check
Kan jij...


  • de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven?


Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar vindt de verbranding van eiwitten en vetten plaats in de cel?

Slide 77 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een schema van het proces glucogenese. Vermeld de juiste organen en hormonen!

Slide 78 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu ook een schema van de gluconeogense.
Vermeld de juiste organen en hormonen!

Slide 79 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dissimilatie eiwitten, koolhydraten en vetten
De bouwstenen van eiwitten en vetten kunnen ook worden verbrand in de mitochondriën om energie te leveren.


Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen energiebehoefte
De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen:

Glycogenese: het vormen van glycogeen  uit glucose met behulp van het hormoon insuline (uit de alvleesklier)

Gluconeogenese: het vormen van glucose uit glycogeen uit de lever met behulp van glucagon (ook uit de alvleesklier)

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!


Oefenen op biologiepagina.nl met de examenopdrachten of de oefentoets

Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?




Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies