Systemen mini les

Hoi!
We gaan:
- herhaling systemen
- afbouwen van de verdeelmachine
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoi!
We gaan:
- herhaling systemen
- afbouwen van de verdeelmachine

Slide 1 - Tekstslide

Systemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Al deze onderdelen bij elkaar noem je een systeem.

Slide 4 - Tekstslide

we gaan een stapje verder 
Bij een productie van een apparaat heb je altijd:
INPUT - PROCES- OUTPUT. 
                                        
We gaan een stapje verder 
Bij een productie van een apparaat heb je altijd:
INPUT- PROCES- OUTPUT 
verwerking 
uitvoer 
invoer

Slide 5 - Tekstslide

INPUT = 
Alles wat je in het apparaat stopt 
 materie, energie en informatie .
INPUT of INVOER 
Alles wat je in een apparaat stopt.


Slide 6 - Tekstslide

PROCES = verwerking 
Alle handelingen in een technisch systeem.

PROCES = VERWERKING 
Alle handelingen in technisch systeem. 

Slide 7 - Tekstslide

OUTPUT
Alles wat uit het apparaat komt 
(, energie en informatie )
Output of uitvoer 
Alles wat uit een apparaat komt 
product/afval, energie, informatie. 
Aan het waterniveau zie je dat je koffie hebt gezet
Het koffiezet apparaat is warm 

Slide 8 - Tekstslide

Je zou dit ook kunnen toepassen bij het koeken van een maaltijd ? 
Zou je zo een systeem ook kunnen toepassen in de keuken als je kookt ? 

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je nodig om pannenkoeken te maken?

Slide 10 - Woordweb

Wat is bij pannenkoeken de input of invoer ?
A
fornuis, warmte-energie, pan, boter, beslag, spatel.
B
pannenkoeken, pan, warmte, borden, bestek.
C
eieren, melk, meel, mixer, maatbeker, beslagkom.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is bij pannenkoeken het proces of verwerking ?
A
eieren, melk, meel, mixer, maatbeker, beslagkom.
B
fornuis, warmte-energie, pan, boter, beslag, spatel.
C
pannenkoeken, pan, warmte, borden, bestek,.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is bij pannenkoeken de output of uitvoer ?
A
eieren, melk, meel, mixer, maatbeker, beslagkom.
B
fornuis, warmte-energie, pan, boter, beslag, spatel.
C
pannenkoeken, pan, warmte, borden, bestek.

Slide 13 - Quizvraag