This That These Those
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
This
That
These
Those
Slide 5 - Sleepvraag
Die mensen: ... people
A
these
B
those
C
this
D
that
Slide 6 - Quizvraag
Deze tafel: ... table
A
these
B
those
C
this
D
that
Slide 7 - Quizvraag
Dat huis: ... house
A
these
B
those
C
this
D
that
Slide 8 - Quizvraag
Dichtbij: ... dress
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 9 - Quizvraag
Use: this, these, that, those:
I want ... books over there.
I want ... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those
Slide 10 - Quizvraag
... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those
Slide 11 - Quizvraag
... is your pen over there on the desk.
... is my pen here.
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This
Slide 12 - Quizvraag
... balloons here are nicer than ... ones over there.
A
Those, these
B
These, those
C
This, that
D
That, this
Slide 13 - Quizvraag
I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Doel van de les
Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden correct toepassen.
Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden correct toepassen.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%
