1.1 Geld

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhalingsles 1.1 Geld

Wat hebben jullie al geleerd?

Waar of niet waar?
Loon betekent hetzelfde als salaris.

1. Waar
2. Niet waar

Raad het begrip!
Jouw inkomen bewaren voor later en dus niet uitgeven.

1. Sparen
2. Rente
3. Inkomen
4. Doelgroep

Pietje werkt bij de jumbo en verdient €5,30 per uur. Pietje heeft in de maand mei €63,60 verdient.
Hoeveel uren heeft Pietje in de maand mei gewerkt?

Geld verdienen

• Inkomen = Het geld dat je verdient van je werk. Maar ook zakgeld valt hieronder.

• Sparen = jouw inkomen bewaren voor later en dus niet uitgeeft.

Hoe heet het wanneer ik geld opzij zet voor een nieuwe auto?

1. Begroting
2. Vaste lasten
3. Rente
4. Spaarmotief

Lucas wilt een Toyota Yaris van €5000,- kopen. Hoeveel moet Lucas sparen per maand om binnen anderhalf jaar de auto te kunnen kopen? Rond je antwoord op een honderdste achter de komma.

Sparen

• Spaarmotieven = sparen voor een bepaald doel. bijvoorbeeld een huis of auto.

• Rente = vergoeding van de bank over jouw spaargeld.

Vaste lasten

Dagelijkse uitgaven

Incidentele uitgaven

Telefoon abonnement

Boodschappen

Deuk in auto

Laptop kopen

Wegen belasting

Benzine voor de auto

Geld uitgeven

• Dagelijkse uitgaven

• Vaste lasten

• Incidentele uitgaven

Wat betekent het begrip budget?

1. Verplichte bijdragen aan de overheid.
2. Geld dat je te besteden hebt.
3. Overzicht van geplande inkomsten en uitgaven.
4. Als je meer uitgeeft dan je ontvangt.

Raad het begrip!
Een overzicht van wat je aan inkomsten en uitgaven hebt.

1. Bestedingspatroon
2. Dagelijkse uitgaven
3. Begroting
4. Loonbelasting

Menthe wilt gaan shoppen in Breda. Menthe gaat een budget maken van wat ze kan betalen. Menthe heeft €230,- op haar bankrekening staan en moet die maand nog €56,35 betalen voor haar telefoon en €49,40 betalen aan auto schade. Hoeveel kan Menthe nog uitgeven aan kleding?

Budget

• Budget = Geld dat je te besteden. Denk hier aan kleding of eten.

• Begroting = Een overzicht van wat je aan inkomsten en uitgaven hebt.

Zelfstandig werken

Aan de slag met de werkboek opdrachten.

Of

Aan de slag met de individuele opdrachten.