3.4 E Woordformules

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3 Assenstelsel

3.4 E Woordformules

Vandaag

• Exit card.
• Huiswerk bespreken.
• 3.4 E Woordformules.
• Aan de slag!

Exit card

Maak de opgave in stilte en voor jezelf.

Huiswerk bespreken

Opgave 35.

Meer vragen? 

Terugblikken grafiek tekenen

De bovenste rij is de horizontale as.

De onderste rij is de verticale as. 

Zet de getallen uit de tabel in de grafiek.

Teken een vloeiende lijn door de punten.

Leerdoel

Je kunt rekenen met woordformules.

Woordformules

a. Wat krijgt zij als vast bedrag? 

     € 10,-

b. Hoeveel krijgt ze per rondje? 

    € 4,-

c. Hoeveel voor 5 rondjes?

    5 x € 4,- + € 10,- = € 30,-

€ 10,00

a

b

c

Aantal rondjes	0	1	2	3	4	5
bedrag in €	10	14	18	22	26	30

+1

+1

+1

+1

+1

Welke regelmaat zie je bij het bedrag?

Er komt elke keer 4 bij.

Aantal rondjes	0	1	2	3	4	5
bedrag in €	10	14	18	22	26	30

bedrag = 10 + 4 x aantal rondjes.

bedrag = 4 + 10 x aantal rondjes.

Sleep dit vakje naar de juiste som!

Woordformule

bedrag = 10 + 4 ∙ aantal rondjes is een woordformule.

• Een woordformule is een som met meer dan 1 uitkomst.
• Je stopt er elke keer een andere waarde in. Hier: aantal rondjes.
• Er zit regelmaat in de uitkomsten.

Sara bestelt kaarten. De woordformule die hierbij hoort is:

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Welk bedrag is het vaste bedrag?

1. 4
2. 0,50

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Wat is het bedrag per kaart?

1. 0,50
2. 4

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Hoeveel kosten 10 kaarten?

1. 40,50
2. 45,-
3. 9,50
4. 9,-

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Hoeveel kosten 10 kaarten?

4+0,50⋅10=

4+5=9

Aan de slag!

Leren:

Theorie 3.4 op blz. 167

Maken:

opg. 37, 38, 39, 40, 41 op blz. 169

Klaar? Kijk je werk na.

Dit is huiswerk voor vrijdag 28 november.

Weektaak:

din: toets

woe: 3.3 D opg. 32 t/m 35

vrij: 3.4 E opg. 37 t/m 41

Welke stap wordt vaak vergeten bij het tekenen van een grafiek in een assenstelsel?

1. Het tekenen van een assenstelsel
2. Het tekenen van de lijn door de punten
3. Het zetten van namen bij de assen

Wat wordt er bedoelt met gelijke stapgrootte?

1. Gelijke stapgrootte is het aantal hokjes dat je gebruikt voor je assenstelsel
2. Gelijke stapgrootte betekend dat de getallen langs de assen telkens met dezelfde hoeveelheid groter worden, dus bijvoorbeeld +2
3. Gelijke stapgrootte betekend dat langs de assen er altijd stapjes van 1 worden gemaakt.