Les 4 Hokjesdenken

Les 4 - Hokjesdenken
§4.3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4 - Hokjesdenken
§4.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

  • Terugblik 
  • Uitleg: Hokjesdenken
  • Vragen 4.3
  • (Bespreken)
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je deze les?
Aan het einde van deze les
  • Kan je uitleggen wat er wordt bedoeld met hokjesdenken  
  • Ken je het verschil tussen stereotypen en vooroordelen.
  • Weet je wat sociale cohesie en polarisatie is

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
Cultuur en identiteit
  • Cultuur
  • Socialisatie (imitatie, informatie, soc. controle, sancties)
  • Socialiserende instituties 
  • Sociale controle
  • Internalisatie 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hokjesdenken
= categoriseren 

Om de wereld overzichtelijk te maken heeft je brein allerlei hokjes waarin je automatisch mensen, dingen en situaties plaatst. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hokjesdenken
Tot welke groepen behoor jij? --> Overleg met buur 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen en stereotypen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide bevat de introductie van het thema.

Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?

Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.

Stereotypen en vooroordelen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking stereotype/vooroordeel
Stereotype
Vooroordeel
  • kenmerk van de groep wordt sterk overdreven
  • kan zowel positief als negatief zijn
  • als stereotypen als waarheid worden gezien
  • is altijd negatief

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen en stereotypen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide bevat de introductie van het thema.

Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?

Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.

Neem een stereotype.
Bedenk een vooroordeel

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stereotypen zijn bijvoorbeeld:  
  • "Gehandicaten zijn zielige mensen"

  • "Boeren zijn simpele lui"

  • "Homo's zijn verwijfd."

  • "Blondjes zijn dom."

  • "...en Belgen ook!"

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oordelen over iemand die je niet kent= een vooroordeel  
VOORBEELDEN VOOROORDELEN : 

  • "Die jongen is zielig want hij is blind

  • "Die boer heeft echt geen verstand"

  • "Dat meisje is een dom blondje "
  • "....en die Belg ook!". 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Laten leiden door vooroordelen kan zorgen voor discriminatie...

Wanneer er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie en racisme
Discriminatie:
Iemand anders behandelen vanwege persoonlijke kenmerken (geslacht, religie, leeftijd)

Racisme:
Is discriminatie maar dan vanwege huidskleur en afkomst.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke gevolgen
Discriminatie
  • Op de arbeidsmarkt
  • In het onderwijs 
  • Bij opsporing criminaliteit (personen met donkere huidskleur worden vaker staande gehouden)
  • Op straat en sociale media  (belediging en geweld)
Ontstaat: SOCIALE ONGELIJKHEID

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Institutioneel
racisme 

Discriminatie die gelegen is in de regels van een organisatie. (belastingdienst: kinderopvangtoeslag)
Etnisch profileren

Een vorm van discriminatie waarbij de politie iemand stopt, fouilleert enz. op grond van zijn huidskleur.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

En vervolgens tot polarisatie 
WIJ-ZIJ tegenstelling krijgt dan extra nadruk en zet groepen mensen tegenover elkaar: 

Verschillen worden benadrukt
in plaats van de overeenkomsten
met gevolg weinig onderlinge 
binding (=sociale cohesie).


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing? Sociale Cohesie
Sociale cohesie: mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen

> Polarisatie en discriminatie?  

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus:
Stereotypen > Vooroordelen > Discriminatie > Polarisatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
Lees uit je lesboek paragraaf 4.3 (vanaf blz. 128)
Maak opdrachten 3, 5, 8 en 10 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pubers zijn altijd onbeleefd
A
Vooroordeel
B
Stereotype

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders houden van kaas
A
Vooroordeel
B
Stereotype

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent een vrouw, je kan dus niet klussen
A
Vooroordeel
B
Stereotype

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd deze les?
Aan het einde van deze les
  • Kan je uitleggen wat er wordt bedoeld met hokjesdenken  
  • Ken je het verschil tussen stereotypen en vooroordelen.
  • Weet ik wat sociale cohesie en polarisatie is

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Morgen: Maatschappelijke gevolgen 

DEVICES MEE!


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies