Consumptie en Milieu

CONSUMINDEREN
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare school

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

CONSUMINDEREN

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Je leert in deze les:

  • wat milieuschade is
  • hoe jouw consumptie het milieu beïnvloed
  • hoe je milieuschade kunt beperken

Slide 2 - Tekstslide

Milieuschade kan ontstaan door:
  • de vervuiling van lucht, water en bodem
  • het verbruik van energiebronnen
  • het verbruik van grondstoffen
  • het ontstaan van afval

Slide 3 - Tekstslide

broeikaseffect

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald. 

Denk aan bijvoorbeeld kosten voor afvalverwijdering, natuurbescherming, opraken van grondstoffen of nadelige gevolgen voor de gezondheid van mensen. Sommige kosten kun je moeilijk of niet in geld uitdrukken.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kunnen we milieuvervuiling tegengaan?
  • Minder consumeren
  • Meer afval inzamelen/sorteren/recyclen
  • Vaker duurzaam produceren
  • Minder maatschappelijke kosten, vaker "de vervuiler betaalt"
  • Meer regels en wetten

Slide 6 - Tekstslide

Milieukeurmerk
Geeft zekerheid dat het product beter is voor het milieu dan andere producten.

Slide 7 - Tekstslide

Energielabel
Energielabels maken het je makkelijk om te kiezen, want ze laten in één oogopslag zien welke apparaten, auto's en woningen zuinig omgaan met energie. Het energielabel is verplicht gesteld door de EU

Slide 8 - Tekstslide

Mileuschade
Waardoor ontstaat schade aan het milieu?

Slide 9 - Tekstslide

Duurzaam
  • Duurzaam produceren = produceren zonder schade voor mensen/natuur voor nu en in de toekomst

Slide 10 - Tekstslide

Duurzamer worden/maken
  • 1. Energie gebruiken die niet op kan gaan

Slide 11 - Tekstslide

Duurzamer worden/maken
  • 2. Afval voorkomen, scheiden en recyclen
  • Recycling = van afval weer nieuwe materialen maken (hergebruik)

Slide 12 - Tekstslide

Consumeren en milieu
Consumeren zorgt voor milieuschade. 

  • Water, bodem en luchtvervuiling
  • Verbruik van natuurlijke hulpbronnen
  • Verstoring van leefomgeving en uitstoot CO2

Slide 13 - Tekstslide

Ecologische voetafdruk

Slide 14 - Tekstslide

6. Milieumaatregelen
Dit weet je al
Wanneer de productie stijgt, spreken wij van economische groei. Bij productie ontstaat er vaak milieuvervuiling:
  • meer afval en minder grondstoffen
  • vervuiling van lucht, bodem en water
  • minder vrije natuur
Milieuvervuiling leidt tot hogere maatschappelijke kosten. We noemen dit negatieve externe effecten.

Slide 15 - Tekstslide

Een tomatenteler besluit over te schakelen op biologische teelt. Hierdoor stijgt de kostprijs en dus ook de verkoopprijs van zijn tomaten.

Wat kan de reactie van consumenten zijn?

Slide 16 - Open vraag

6. Milieumaatregelen
Wat doet de overheid?
Als Nederland bedrijven milieuvriendelijk wil laten produceren kan het:
  • Regels en wetten maken.
  • Milieusubsidie geven voor milieuvriendelijke productie.
  • Milieuheffingen vragen voor milieuonvriendelijke productie.
  • Consumentengedrag proberen te wijzigen door bv. keurmerk voor duurzaamheid.



Slide 17 - Tekstslide

6. Milieumaatregelen
Internationale samenwerking
Internationale samenwerking is belangrijk in de strijd tegen milieuvervuiling omdat:
  • Vervuiling niet stopt aan de grens
  • Oneerlijke concurrentie kan ontstaan

Slide 18 - Tekstslide

Behoeften
Er zijn twee soorten behoeften:
  • Basisbehoeften
  • Overige behoeften.

Slide 19 - Tekstslide

goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee, zoals een fiets.
Verbruiksgoederen raken op, zoals voedsel of shampoo.

Slide 20 - Tekstslide

diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Slide 21 - Tekstslide

Ideële reclame
Heeft als doel de mentaliteit en het gedrag van mensen te veranderen.
Ideële reclame gaat vaak over maatschappelijke problemen.

Slide 22 - Tekstslide

Commerciële reclame
Bedoeld om te verleiden tot een aankoop.

Dit kan zijn:
- een informatieve reclame (info over het product);
- een merkreclame (vergroten naamsbekendheid).

Slide 23 - Tekstslide

merkreclame

Slide 24 - Tekstslide

informatieve reclame

Slide 25 - Tekstslide

Commerciële beïnvloeding
Inlvoed van producenten en verkopers op jouw keuzes.

Bijvoorbeeld door:
- Verkoopgesprekken
- Reclameuitingen
- Kortingen
- Membership zus en zo kaart
- Berichten via sociale media!!
- Etc.



Slide 26 - Tekstslide

Sociale Beïnvloeding
De invloed van vrienden en familie op jouw keuzes.

Bijvoorbeeld door:
- Vriend of vriendin heeft nieuwe telefoon die jij ook wilt
- Advies over bepaalde producten

Slide 27 - Tekstslide

Bestedingspatroon
Waar consumenten hun geld over het algemeen aan uitgeven.

Verschillen door:
- Inkomen
- Leeftijd
- Geografisch gebied
- Geslacht
- Opvoeding
- Beïnvloeding
- Etc.

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen:
  1. Je leert hoe, in de rol van consument, je bestedingspartroom wordt beïnvloed;
  2. Je leert wat commerciële beïnvloeding en sociale beïnvloeding inhoudt en wat de verschillen zijn;
  3. Je leert welke soorten reclame er zijn. 

Slide 29 - Tekstslide

NIBUD
Nationaal Instituut voor BUDgetvoorlichting

Slide 30 - Tekstslide

Budgetteren
Uitgaven afstemmen op de inkomsten.

Het Nibud adviseert je uitgaven in drie groepen te verdelen:
- dagelijkse uitgaven;
- vaste lasten;
- incidentele uitgaven.

Slide 31 - Tekstslide

Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Slide 32 - Tekstslide

Marketing
Elke winkelier en fabrikant probeert aan de klanten zijn
producten te verkopen.
Anders verdienen ze niets en gaat het niet goed met de zaak

Slide 33 - Tekstslide

Doelgroep?

Slide 34 - Tekstslide