Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Zakelijke e-mail
Dinsdag 7 januari 2020
Vakantie
Uitleg opdracht zakelijke e-mail schrijven
Aan het werk
Lezen
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Dinsdag 7 januari 2020
Vakantie
Uitleg opdracht zakelijke e-mail schrijven
Aan het werk
Lezen
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Wat weet je na deze les:
Ik weet uit welke onderdelen (conventies) een zakelijke e-mail bestaat.
Ik kan mijn taalgebruik in een e-mail aanpassen.
Slide 2 - Tekstslide
Aan wie kun je een
e-mail sturen?
Noem twee voorbeelden.
Slide 3 - Woordweb
Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke e-mail? Dus met welk doel!
Voorbeelden
:
Je hebt een vraag aan je docent.
Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
Je hebt een klacht over een telefoon die je net gekocht hebt.
Slide 4 - Tekstslide
Welke onderdelen (conventies) moeten er in een e-mail staan? Geef korte termen.
Slide 5 - Woordweb
Conventies zakelijke e-mail
Aan:
CC:
Onderwerp:
Aanhef (Geachte heer/mevrouw)
Inleiding (Mijn naam is.............)
Kern (Vertel waar je e-mail over gaat)
Slot (Vertel wat je graag zou willen)
Slotformule (Met vriendelijke groet, )
Jouw naam
Slide 6 - Tekstslide
de groet
het onderwerp
de afzender
de inleiding
de aanhef
de slotzin
het middenstuk
de geadresseerde
A
B
C
D
E
F
G
H
Slide 7 - Sleepvraag
Taalgebruik
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je niet persoonlijk kent. Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan.
U
Mevrouw Bakker
(Dus geen 'je' en 'jij'!)
Dit noem je
formeel taalgebruik
.
Slide 8 - Tekstslide
Welke slotgroet kun je gebruiken in een zakelijke e-mail
A
Groetjes
B
Tot morgen
C
Met vriendelijke groet
D
Boze groeten
Slide 9 - Quizvraag
Waarom is het belangrijk dat je bij een e-mail de onderwerpregel invult?
A
omdat je anders een waarschuwing krijgt
B
omdat de ontvanger dan meteen weet waar het over gaat
C
zodat je e-mail als eerst wordt gelezen
D
dan weet de ontvanger of hij jouw e-mail moet lezen
Slide 10 - Quizvraag
Op welke andere plaatsen dan tussen alinea's moet je een witregel gebruiken? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
tussen de aanhef en de eerste regel
B
tussen de laatste regel en de slotgroet
C
tussen de slotgroet en je naam
D
na een vraag
Slide 11 - Quizvraag
Aan de slag
Maken in de digitale methode:
opdracht 1.6 vraag 6, 7
Klaar: Leesboek
Slide 12 - Tekstslide
Wat heb je geleerd deze les
Slide 13 - Open vraag
Wat is nog niet duidelijk (genoeg)
Slide 14 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Schrijven 1.4 - 3 basis
Januari 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Schrijven 1.4 - 3 kader
November 2019
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Schrijven zakelijke e-mail fouten en verbeteren
September 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Schrijven 1.4 - 3 basis
December 2019
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Schrijven zakelijke e-mail fouten en verbeteren
November 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Een zakelijke mail schrijven
Februari 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
Zakelijke e-mail 3B
December 2018
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Schrijven 5.6 - 1 kgt
November 2019
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1