Verdieping in de theoretische ortho - mens als kennis

1 / 65
volgende
Slide 1: Tekstslide
Communication & multimedia designHBOWOStudiejaar 3

In deze les zitten 65 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke bedenkingen roept dit bij jullie op? Welke gevaren zien jullie? Moeten hulpverleners zich ENKEL baseren op bewezen interventies? Waarom wel/ niet

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is GEEN kritiek op het empirisch analytisch paradigma?
A
Decontextualisering
B
Te weinig praktijkgericht
C
Beperkte reflectie
D
Veronderstelde neutraliteit

Slide 14 - Quizvraag

Wat past NIET in het rijtje?
A
Elementarisme
B
Generaliseerbaarheid
C
Totaaldenken
D
Objectivisme

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Klasssieke conditionering
Operante conditionering
Modelleren
Een kind wordt in time-out gezet. 
Bij een behandeling tegen angststoornissen word je stap voor stap blootgesteld wordt aan hetgeen waarvoor hij bang is. 
Een begeleider maakt telkens goede afspraken wanneer hij een spel speelt met de kinderen uit de leefgroep.
In het stop 4-7 programma leren de ouders om hun kinderen meer te belonen. 

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Situatie
Gedrag
Gevolg
Het gebruik van een dagschema
Een rustige hoek of kalmeerplekje maken voor een kind 
Token economy system

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Instrueren of mediëren?
In het kookatelier zegt de begeleider stap voor stap welke ingrediënten de cliënt bij elkaar moet mengen om een appelcake te maken.
Instrueren
Mediëren

Slide 38 - Poll

Juist of fout?
Feuerstein heeft kritiek op de IQ test omdat die te veel aan sluit bij wat een kind al kan of de zone van de actuele ontwikkeling?

Juist
Fout

Slide 39 - Poll

IVP staat voor het instrumenteel verrijkingsprogramma. Wat wil men precies verrijken?

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Wat past NIET in het rijtje?
A
Zone van de actuele ontwikkeling
B
Passieve acceptatie
C
Deficietdenken
D
Presumed competence

Slide 50 - Quizvraag

Actieve modificatie 
Zone van de actuele ontwikkeling
Socioschema
Het zoeken naar het juiste rijpingsmoment per ontwikkelingsdomein
Zone van de naaste ontwikkeling
Passieve acceptatie

Slide 51 - Sleepvraag

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

Transcendentie
Zingeving
Bekwaamheid
Intentionaliteit
Bij een sociale vaardigheidstraining begint men met de groepsregels op te stellen. Deze worden samen met de kinderen opgesteld. 
Bij het oefenen met de IPAD wordt duidelijk gemaakt wat het doel is van het terug naar het beginscherm te kunnen geraken. 
Binnen een revalidatiecentrum zet men in op functionele vaardigheden en gaat men met het kind naar de winkel om het omgaan met geld in te oefenen evenals de sociale vaardigheden die erbij komen kijken. 
Bij het aanleren van concrete vaardigheden (bvb. jas aandoen) start men met het aanleren van de laatste stap. Zo eindigt men positief en ervaart het kind meer ‘succes’. 

Slide 58 - Sleepvraag

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide

Waarom is Feuerstein een goede vertegenwoordiger van het empirisch-analytische denkkader?

Slide 65 - Open vraag