• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
  • AI-tools

    Beta

‹Terug naar zoeken

Plusles Nederlands: meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

Plusles Nederlands
Online: hoe pakken we dat aan?

Oefenen deze week: het meewerkend voorwerp.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Plusles Nederlands
Online: hoe pakken we dat aan?

Oefenen deze week: het meewerkend voorwerp.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe pakken we dit aan?
Normaal: werken aan jouw leerpunten.

Nu: gezamenlijk deel. Daarna hulp bij hw.

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding
1. Persoonsvorm --> Zin vragend maken, pv voorop. Of: verander de tijd. Pv verandert mee.
2. Werkwoordelijk gezegde --> Alle werkwoorden in de zin (+pv).
3. Onderwerp --> Wie/wat + wwg?
4. Lijdend voorwerp --> Wie/wat + wwg + ow?
5. Meewerkend voorwerp --> de ontvanger. Aan/voor wie?

Slide 3 - Tekstslide

1. PV: Gisteren hebben mijn ouders mij een nieuwe telefoon gegeven.

Slide 4 - Open vraag

2. WWG: Gisteren hebben mijn ouders mij een nieuwe telefoon gegeven.

Slide 5 - Open vraag

3. OW: Gisteren hebben mijn ouders mij een nieuwe telefoon gegeven.

Wie/wat + wwg?

Slide 6 - Open vraag

4. LV: Gisteren hebben mijn ouders mij een nieuwe telefoon gegeven.

Wie/wat + wwg + ow?

Slide 7 - Open vraag

5. MV: Gisteren hebben mijn ouders mij een nieuwe telefoon gegeven.

Aan/voor wie?

Slide 8 - Open vraag

1. PV: Waarom heb je die koekjes voor je hond gekocht?

Slide 9 - Open vraag

LET DUS OP!
Als er een vraagwoord vooraan in de zin staat, is het tweede woord de persoonsvorm! 

Vraagwoorden: waar, wanneer, hoe, waarom, wat, enz.

Slide 10 - Tekstslide

2. WWG: Waarom heb je die koekjes voor je hond gekocht?

Slide 11 - Open vraag

3. OW: Waarom heb je die koekjes voor je hond gekocht?

Wie/wat + wwg?

Slide 12 - Open vraag

4. LV: Waarom heb je die koekjes voor je hond gekocht?

Wie/wat + wwg + ow?

Slide 13 - Open vraag

5. MV: Waarom heb je die koekjes voor je hond gekocht?

Aan/voor wie?

Slide 14 - Open vraag

LET DUS OP!
Als er 'aan' of 'voor' bij het meewerkend voorwerp staat, dan hoort dat altijd bij het meewerkend voorwerp!

Slide 15 - Tekstslide

Zelf werken
Ga zelf aan de slag met het huiswerk voor NE.

Blijf online! Ik  ben er voor hulp

Slide 16 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Herhaling: Grammatica zinsdelen t/m bwb

June 2023 - Les met 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Taalverzorging H1 zinsdelen

June 2024 - Les met 17 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

3H - Grammatica les 1

March 2023 - Les met 27 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Uitleg zinsontleding

September 2024 - Les met 21 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Hoofdstuk 9 - les 2

5 days ago - Les met 24 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Hoofdstuk 9 - les 2

9 days ago - Les met 21 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Herhaling: Grammatica zinsdelen t/m bwb

April 2023 - Les met 24 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Grammatica zinsdelen Les 0 - Herhaling

September 2024 - Les met 43 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen