Bs 1 genotype en fenotype en Bs2 chromosomen en genen

Wat gaan we doen?
Toets bespreken (volgende week) --> vergeten
Starten thema 5 erfelijkheid en evolutie
Uitleg BS 1 genotype en fenotype
Uitleg BS2 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Toets bespreken (volgende week) --> vergeten
Starten thema 5 erfelijkheid en evolutie
Uitleg BS 1 genotype en fenotype
Uitleg BS2 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij wat erfelijke eigenschappen zijn?

Slide 2 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Thema 5 
Erfelijkheid en evolutie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
5.1.2 Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.

Je lichaam is opgebouwd uit cellen. Alle cellen hebben een celkern met daarin de informatie voor je erfelijke eigenschappen. Die informatie heb je gekregen van je ouders.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijke informatie 

  • Lichaamscellen
  • Chromosomen
  • DNA

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijke informatie
Lichaamscellen: 46 chromosomen

Chromosomen: DNA+eiwit

DNA: drager van erfelijke informatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celdeling
  • Nieuwe cellen ontstaan door celdeling.
  • Bij een celdeling deelt één cel zich in twee.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Celdeling
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Dochtercellen hetzelfde als moedercel
  • Hetzelfde genotype (erfelijke aanleg)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijke informatie
Met je erfelijke informatie wordt je geboren, dit kan niet veranderen in je leven. Alle informatie die in je DNA staat, kun je dus niet veranderen!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genen
Stukje DNA dat een 'code' voor een erfelijke eigenschap bevat, noemen we een gen.

Een gen codeert dus voor een specifieke erfelijke eigenschap.





Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

genotype
genotype is de erfelijke informatie voor alle eigenschappen van het organisme (de mens bijvoorbeeld)
  • Ontstaat op moment van bevruchting
  • Je kunt ze niet veranderen!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Genotype
Genotype
Informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme.

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Fenotype 
  • De eigenschappen van een organisme, waaronder het uiterlijk = fenotype
  • Genotype + invloeden uit de omgeving = fenotype 
  •  Het fenotype kan je veranderen het genotype NIET.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotype en fenotype
Genotype

Fenotype


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke beschrijving hoort bij welk begrip?
Bevat informatie over één erfelijke eigenschap
Lange dunne draad in de celkern, bevat erfelijke informatie
De stof die de code bevat over erfelijke eigenschappen
Chromosoom
DNA
Gen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

fenotype
Genotype

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wordt deze eigenschap bepaald door het  genotype / fenotype of door beiden?
GENOTYPE
FENOTYPE
BEIDEN
Iemands
lengte
Iemands
bloedgroep
Iemands bruine ogen
Iemands nieuwe haarkleur
Iemands hoge cholesterol-gehalte

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thema 5:
Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 2: Chromosomen en genen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
5.2.3 Je kunt beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
5.2.4 Je kunt benoemen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.

Ieder mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen. De informatie hiervoor is opgeslagen in 46 chromosomen. Van elk chromosoom heb je er twee.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paren
Paren: Chromosomen komen in paren voor, 23 paar. Elke paar > dezelfde informatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtscellen
Eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen.



In geslachtscellen komen chromosomen niet in paren voor, maar enkelvoudig. 
     - Dus niet 46 chromosomen maar 23.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting
  • Tijdens de bevruchting smelten de celkernen samen
  • Ontstaat variatie in de erfelijke eigenschappen
  • Genen voor dezelfde erfelijke eigenschap gekregen van mama (23) en papa (23).
  • Sterke genen komen tot uiting in het fenotype

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtschromosomen
De lichamelijke geslachtskenmerken worden bepaald door de geslachtschromosomen.

Vrouw = XX
Man = XY

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de stof met de erfelijke informatie
proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen
erfelijkheid
genotype
fenotype
chromosoom
gen
DNA
celdeling
geslachtelijke voortplanting

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

DNA
Celkern + 
Chromosoom
Gen
Chromosoom

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Michelle en Nico praten over chromosomen.
Michelle zegt dat chromosomen lange, dunne draden zijn.
Nico zegt dat chromosomen veel genen bevatten.

Wie heeft, of wie hebben gelijk?
A
alleen Nico
B
alleen Michelle
C
zowel Nico als Michelle

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In geslachtscellen komen chromosomen en genen ......
A
Enkelvoudig voor
B
In paren voor

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevat een chromosoom één gen of meerdere genen?
A
Een chromosoom bevat één gen
B
Een chromosoom bevat meerdere genen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
5.1.2 Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.

5.2.3 Je kunt beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
5.2.4 Je kunt benoemen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies