A2+H2 09/03/2021 (onderschikking en nevenschikking)

A2 + H2
9 maart 2021
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

A2 + H2
9 maart 2021

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

  • Herhaling 
  • De rest van de aantekeningen 
  • Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

"en, want, maar, of" zijn voorbeelden van...
A
Nevenschikkende voegwoorden
B
Onderschikkende voegwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden komen voor in...
A
Enkelvoudige zinnen
B
Samengestelde zinnen

Slide 4 - Quizvraag

Ik weet niet of jij dat weet.

Is "of" een nevenschikkend of onderschikkend?
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 5 - Quizvraag

Onno ging werken maar hij was verkouden.

Is "maar" hier een nevenschikkend of onderschikkend voegwoord?
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 6 - Quizvraag

Jij krijgt niet de beurt aangezien jij altijd de beurt krijgt.

Wat is het voegwoord in deze zin?

Slide 7 - Open vraag

Jij krijgt niet de beurt aangezien jij altijd de beurt krijgt.

Wat voor een voegwoord is "aangezien" hier?
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 8 - Quizvraag

Herhalen!
  • Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden komen voor in samengestelde zinnen
  • Nevenschikkende voegwoorden zijn: en, want, maar, of
  • Onderschikkende voegwoorden zijn: omdat, totdat, mits, doordat, tenzij, terwijl, etc. 
  • "Of" kan ook een onderschikkend voegwoord zijn 

Slide 9 - Tekstslide

Geheugensteuntjes 
  • Welk voegwoord staat er in de zin?
  • Waar staan de persoonsvorm en het onderwerp in het tweede deel van de zin? Naast elkaar of verspreid?
                  Naast elkaar voor + na het voegwoord is nevenschikkend.
                  Los van elkaar is onderschikkend
  • Kan je van het deel na het voegwoord een aparte zin maken?



Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 11 + 12 (blz. 175)

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 13
"Pas in de modernere kabouterverhalen duiken vrouwen op, maar nog steeds met mate."

Is "op" in deze zin een voorzetsel? Waarom wel/niet?


Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk


Woensdag 10 maart 2021
Maken: opdracht 13 + 14 (blz. 176)
Leren: voegwoorden en naamwoordelijk gezegde 

Slide 13 - Tekstslide