Go3B Beeldspraak H3

Welkom! 
Vorige week: argumentatie (onderschikkend, nevenschikkend etc.) 
Deze week: woordenschat H3 (beeldspraak) 
Volgende week: argumentatie met tegenargumenten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Vorige week: argumentatie (onderschikkend, nevenschikkend etc.) 
Deze week: woordenschat H3 (beeldspraak) 
Volgende week: argumentatie met tegenargumenten

Slide 1 - Tekstslide

Beeldspraak 
Vergelijking 
Ik ben zo sterk als een beer 
Ik = object 
Beer = beeld 


Slide 2 - Tekstslide

Metafoor 
Nadat hij de bank had beroofd, schoot dat monster nog een paar mensen neer voor de lol! 

Wie beroofde de bank? 
Wel een beeld: monster 
Geen object. 

Slide 3 - Tekstslide

Personificatie 
Ik schrok wakker van het geschreeuw van de wekker. 

Wekkers kunnen niet schreeuwen. 

Iets menselijks toekennen aan iets wat geen mens is. 

Slide 4 - Tekstslide

Metonymia 
Hij schopte het leer in het doel 
(Betekent: hij schopte de bal in het doel) 

In plaats van het object, benoem je een eigenschap ervan. 

(lijst van soorten eigenschappen komt deze week in Teams) 

Slide 5 - Tekstslide

3 Nieuwe soorten beeldspraak
1. Asyndetische vergelijking 
2. Homerische vergelijking 
3. Synesthesie 

Slide 6 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking
Gewone vergelijking
Hij is zo dom als een uilskuiken 
O= hij, B= uilskuiken 
Metafoor: 
Dat uilskuiken heeft weer een onvoldoende gehaald. 
Geen O, wel B 
Asyndetische vergelijking
Björn heeft weer een onvoldoende gehaald, uilskuiken!
O = Björn, B = uilskuiken

Slide 7 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking
Björn heeft weer een onvoldoende gehaald, uilskuiken!  
O = Björn, B = uilskuiken

Geen verbindingswoordje. 

Slide 8 - Tekstslide

Homerische vergelijking
No one
Homerus: Zoals in de bergen een havik,
vlugger vliegend dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken
– deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend,
schiet en schiet op haar af met snerpende kreten: zijn
vraatzucht spoort hem tot grijpen – zo snelde toen ook Achilles naar voren,
vol van begeerte.

Slide 9 - Tekstslide

Homerische vergelijking
Hele brede vergelijking 
Vaak van het type: zoals [iets gebeurt]... zo [gebeurt ook iets anders]... 

Slide 10 - Tekstslide

Synesthesie
Combineert 2 zintuigelijke indrukken. 

Horen
Voelen 
Ruiken
Zien
Proeven 

Slide 11 - Tekstslide

Synesthesie 
Het schilderij bevatte veel schreeuwende kleuren.
Kleuren kun je zien
Geschreeuw kun je horen 

De meeste zeventiende eeuwse schilders kozen voor warme kleuren.
Kleuren kun je zien
Warmte kun je voelen




Slide 12 - Tekstslide

7 soorten beeldspraak
1. Gewone vergelijking
2. Metafoor
3. Personificatie 
4. Metonymia (metonymie, metoniem) 
5. Asyndetische vergelijking
6. Homerische vergelijking 
7. Synesthesie 

Slide 13 - Tekstslide