Synesthesie, asyndetische én homerische vergelijking

Metafoor 
Nadat hij de bank had beroofd, schoot dat monster nog een paar mensen neer voor de lol! 

Wie beroofde de bank? 
Wel een beeld: monster 
Geen object. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Metafoor 
Nadat hij de bank had beroofd, schoot dat monster nog een paar mensen neer voor de lol! 

Wie beroofde de bank? 
Wel een beeld: monster 
Geen object. 

Slide 1 - Tekstslide

Personificatie 
Ik schrok wakker van het geschreeuw van de wekker. 

Wekkers kunnen niet schreeuwen. 

Iets menselijks toekennen aan iets wat geen mens is. 

Slide 2 - Tekstslide

Metonymia 
Hij schopte het leer in het doel 
(Betekent: hij schopte de bal in het doel) 

In plaats van het object, benoem je een eigenschap ervan. 

(lijst van soorten eigenschappen komt deze week in Teams) 

Slide 3 - Tekstslide

Nieuwe soorten beeldspraak
1. Asyndetische vergelijking 
2. Homerische vergelijking 
3. Synesthesie 

Slide 4 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking
Gewone vergelijking
Hij is zo dom als een uilskuiken 
O= hij, B= uilskuiken 
Metafoor: 
Dat uilskuiken heeft weer een onvoldoende gehaald. 
Geen O, wel B 
Asyndetische vergelijking
Björn heeft weer een onvoldoende gehaald, uilskuiken!
O = Björn, B = uilskuiken

Slide 5 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking
Björn heeft weer een onvoldoende gehaald, uilskuiken!  
O = Björn, B = uilskuiken

Geen verbindingswoordje. 

Slide 6 - Tekstslide

Homerische vergelijking
Hele brede vergelijking 
Vaak van het type: zoals [iets gebeurt]... zo [gebeurt ook iets anders]... 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Homerus: Zoals in de bergen een havik, vlugger vliegend dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken – deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend, schiet en schiet op haar af met snerpende kreten: zijn vraatzucht spoort hem tot grijpen – zo snelde toen ook Achilles naar voren, vol van begeerte.

Slide 8 - Tekstslide

Synesthesie
Combineert twee zintuigelijke indrukken. 

Horen
Voelen 
Ruiken
Zien
Proeven 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Het schilderij bevatte veel schreeuwende kleuren.
Kleuren kun je zien
Geschreeuw kun je horen 

De meeste zeventiende eeuwse schilders kozen voor warme kleuren.
Kleuren kun je zien
Warmte kun je voelen




Slide 10 - Tekstslide

Zeven soorten beeldspraak
1. Gewone vergelijking
2. Metafoor
3. Personificatie 
4. Metonymia (metonymie, metoniem) 
5. Asyndetische vergelijking
6. Homerische vergelijking 
7. Synesthesie 

Slide 11 - Tekstslide