4.8 Bijvoeglijke naamwoorden

In deze les
  • Leren we wat een bijvoeglijk naamwoord is.
  • Leren we wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.
  • Leren we dat een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt kan worden.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

In deze les
  • Leren we wat een bijvoeglijk naamwoord is.
  • Leren we wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.
  • Leren we dat een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt kan worden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De oude vrouw zocht hout voor het vuur.
A
oude
B
hout
C
vrouw
D
vuur

Slide 3 - Quizvraag

Het is een erg lange weg naar de stad.
A
erg
B
weg
C
lange
D
stad

Slide 4 - Quizvraag

In de winter hebben veel mensen last van de ijzige kou
A
winter
B
kou
C
mensen
D
ijzige

Slide 5 - Quizvraag

In het huisje bij de brug woont een oude man.
A
brug
B
woont
C
oude
D
een

Slide 6 - Quizvraag

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De begeleide/ begeleidde man was blij met Antons hulp.

Slide 11 - Open vraag

Het (typen) adres
A
getypete
B
getypte

Slide 12 - Quizvraag

Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten

Slide 13 - Quizvraag

Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Een stoffelijke bijvoeglijk naamwoord is gemaakt van iets wat je daadwerkelijk vast kunt pakken, bv: goud, zilver, glas, koper, metaal, etc.
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord krijgt -en op het eind. Let op de uitzondering zoals, plastic of nylon.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden
De glazen deur is kapot.
Ik ben mijn gouden ring kwijt.
Ik heb nieuwe leren laarsjes gekocht.
Mag ik een plastic tasje?
Ik heb een ladder in mijn nylon panty.

Slide 16 - Tekstslide