formatieve toets 8.1 tot en met 8.3

De formule voor
exponentiële groei is :
A
N=b+g x t
B
N=g + b^t
C
N=b x g^t
D
N=g + bxt
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De formule voor
exponentiële groei is :
A
N=b+g x t
B
N=g + b^t
C
N=b x g^t
D
N=g + bxt

Slide 1 - Quizvraag

is hier sprake van
exponentiële groei?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Geeft deze tabel exponentiële groei weer?
A
ja, begingetal 5, groeifactor 10
B
Nee, de groeifactor is niet steeds zelfde
C
Ja, begingetal 5, groeifactor 3
D
Nee, tabel begint niet bij 0

Slide 3 - Quizvraag

Welke tabel hoort niet bij exponentiële groei?

Slide 4 - Open vraag

Op 1 april 2014 zijn in een natuurgebied 50 herten uitgezet. De verwachting is dat dit aantal jaarlijks met 1,03 wordt vermenigvuldigd.
Stel de formule op van het aantal herten N dat t jaar na 1 april 2014 in het natuurgebied aanwezig is.

A
N=501,03t
B
N=50+1,03t
C
N=501,03t
D
juiste antwoord staat er niet bij

Slide 5 - Quizvraag

Op 1 april 2014 zijn in een natuurgebied 50 herten uitgezet. De verwachting is dat dit aantal jaarlijks met 1,03 wordt vermenigvuldigd.

Hoeveel herten zijn er op 1 april 2018 in het natuurgebied aanwezig?
Rond af op helen.

Slide 6 - Open vraag

Op 1 april 2014 zijn in een natuurgebied 50 herten uitgezet. De verwachting is dat dit aantal jaarlijks met 1,03 wordt vermenigvuldigd.

Met hoeveel neemt het aantal herten in het natuurgebied toe in de periode van 1 april 2020 tot 1 april 2030? Rond af op helen.

Slide 7 - Open vraag

Op 1 april 2014 zijn in een natuurgebied 50 herten uitgezet. De verwachting is dat dit aantal jaarlijks met 1,03 wordt vermenigvuldigd.

Op 1 april van welk jaar is het aantal herten in het natuurgebied voor het eerst meer dan 100?

Slide 8 - Open vraag

Bereken de groeifactor per jaar bij een procentuele toename van 3,2% per jaar

Slide 9 - Open vraag

Patrick leent een bedrag van 2500 euro tegen een rente van 1,3% per maand.

Hoeveel is zijn schuld na een half jaar?
Schrijf je antwoord op zonder euroteken en rond af op 2 decimalen.

Slide 10 - Open vraag

Stel de formule op
A
N=18811t
B
N=18811t
C
N=1880,94t
D
juiste antwoord staat er niet bij

Slide 11 - Quizvraag

Voor welke t is N voor het eerst minder dan 100?

N=1880,94t

Slide 12 - Open vraag