Molrekenen, de sleutel tot chemisch begrip

Molrekenen, de sleutel tot chemisch begrip

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je molrekenen en begrijp je waarom het belangrijk is voor de scheikunde.

Wat weet je al over molrekenen?

Wat is een mol?

Een mol is een maateenheid die gebruikt wordt om de hoeveelheid van een stof te meten. Eén mol komt overeen met 6,02 x 10^23 deeltjes.

Stappenplan voor molrekenen

1. Bepaal de gegeven hoeveelheid in mol. 2. Gebruik de molverhoudingen uit de reactievergelijking. 3. Bereken de gevraagde hoeveelheid in mol. 4. Zet deze om naar de gevraagde eenheid.

Voorbeeld 1

Hoeveel gram is 2 mol waterstof?

Antwoord voorbeeld 1

2 mol H2 = 2 x 2,02 = 4,04 g H2

Voorbeeld 2

Hoeveel mol natriumchloride (NaCl) heb je nodig om 500 ml 0,1 M oplossing te maken?

Antwoord voorbeeld 2

0,1 M = 0,1 mol/l. 500 ml = 0,5 L. 0,5 L x 0,1 mol/l = 0,05 mol NaCl

Oefening

Bereken hoeveel gram zuurstof nodig is om 3 mol water te vormen.

Antwoord oefening

3 mol H2O = 3 x 18,015 = 54,045 g H2O. 54,045 / 2 = 27,0225 g O2

Molmassa berekenen

Om molrekenen toe te passen, moet je de molmassa van een stof berekenen. Dit is de massa van één mol van de stof.

Hoe bereken je de molmassa?

De molmassa van een stof bereken je door de atoommassa's van de elementen waaruit de stof bestaat op te tellen.

Voorbeeld molmassa

Bereken de molmassa van water (H2O).

Antwoord voorbeeld molmassa

2 x 1,008 + 15,999 = 18,015 g/mol

Oefening molmassa

Bereken de molmassa van koolstofdioxide (CO2).

Antwoord oefening molmassa

12,011 + 2 x 15,999 = 44,01 g/mol

Toepassingen van molrekenen

Molrekenen is belangrijk voor het begrijpen van chemische reacties en het maken van oplossingen.

Samenvatting

Molrekenen is het berekenen van hoeveelheden van stoffen in mol. Het stappenplan voor molrekenen bestaat uit 4 stappen. Molmassa is de massa van één mol van een stof en is belangrijk voor het toepassen van molrekenen.

Reflectie

Wat vond je van deze les? Wat heb je geleerd? Wat vond je lastig? Wat wil je nog beter begrijpen?

Bronnen

Vermeld hier de gebruikte bronnen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.