3V Molrekenen les 3

602.000.000.000.000.000.000.000 deeltjes 
(moleculen, atomen, ionen, etc.)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

602.000.000.000.000.000.000.000 deeltjes 
(moleculen, atomen, ionen, etc.)

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kunnen op de toets?
Molaire massa (in g/mol) van stoffen uitrekenen
wanneer atoommassa's gegeven zijn.
Omrekenen van massa naar hoeveelheid stof (in mol) en omgekeerd.
Bonus
Rekenen aan reacties: berekenen via mol 
hoeveel gram product ontstaat uit gegeven massa beginstof.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

hoeveelheid stof n (mol)
aantal deeltjes (x triljard)
1
602
2
1204
10
6020
6 paar schoenen = 6 x 2 = 12 schoenen
3 dozijn eieren = 3 x 12 = 36 eieren
dit werkt ook met het hoofdtelwoord 'mol'

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel triljard watermoleculen bevinden zich in 0,5 mol water?

Slide 7 - Open vraag

De massa van één watermolecuul bedraagt 18,015 u.


Wat is de massa in gram van één mol water(moleculen)?
(1 u = 1,661 x 10-24 g)

Slide 8 - Open vraag


De molaire massa M van water = 18,015 g/mol.
Je hebt een hoeveelheid water met massa m = 36 g.
Je wilt berekenen hoeveel stof n dat is.
Geef de vergelijking om n te berekenen in formules.

Slide 9 - Open vraag


In formule: n = m / M.
Je hebt 14 g salpeterzuur, HNO3. Bereken hoeveel mol dat is.
De atoommassa's zijn: H = 1 u, N = 14 u, O = 16 u.

Slide 10 - Open vraag