Formatieve check atomen en moleculen (I) en mengsels (II)

Formatieve check: atomen en moleculen (I) en mengsels (II)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Formatieve check: atomen en moleculen (I) en mengsels (II)

Slide 1 - Tekstslide

Welke van onderstaande is een element?
A
CO
B
Mg
C
Cl2
D
NO

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel koolstofatomen bevat
C6H12O6
A
6
B
12
C
1
D
0

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de naam van het molecuul...

CO2
A
Waterstof
B
Water
C
Zuurstof
D
koolstofdioxide

Slide 4 - Quizvraag

Welke van onderstaande is een molecuul?
A
Au
B
CO
C
Co
D
Mg

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel waterstofatomen bevat ...?
C2H6O
A
2
B
6
C
1
D
0

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel moleculen worden hier weergegeven:
3
SO2
A
3
B
0
C
1
D
2

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel zuurstofatomen zijn hier in totaal:
5
C6H12O6
A
0
B
60
C
6
D
30

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel protonen heeft naastgelegen atoom?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Een atoomkern bestaat uit 4 protonen en 5 neutronen. Hoeveel elektronen verwacht je in dit atoom?
A
0
B
1
C
4
D
5

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de definitie van een mengsel? Een mengsel...
A
bestaat uit een soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
C
bestaat uit meerdere moleculen.
D
bestaat uit meerdere soorten atomen

Slide 11 - Quizvraag

Mist is een mengsel, hoe noemen we zo'n mengsel?
A
Nevel
B
rook
C
legering
D
schuim

Slide 12 - Quizvraag

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 13 - Quizvraag

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Emulsie

Slide 14 - Quizvraag

Het mengsel is een
A
emulsie
B
schuim
C
nevel
D
suspensie

Slide 15 - Quizvraag

Jeroen heeft een helder mengsel.
Wat voor soort mengsel kan dit zijn?
A
Een oplossing
B
Een suspensie
C
Een mengsel kan nooit helder zijn.

Slide 16 - Quizvraag

Is een faseovergang ook een reactie?
A
Ja want er ontstaat een nieuwe stof, als je bijv. water verhit krijg je waterdamp.
B
Nee want als je water verhit krijg je waterdamp en dat is dezelfde stof, kijk maar naar de molecuulformule.
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de faseovergang bij 1?
A
condenseren
B
verdampen
C
smelten
D
stollen

Slide 18 - Quizvraag

Welke van deze is geen faseovergang
A
De regenplas droogt op
B
Het ijs smelt door de zon
C
Suiker lost op in water

Slide 19 - Quizvraag

wat is een faseovergang?
A
vast
B
wanneer een stof van vast naar vloeibaar gaat
C
2 vloeistoffen uit elkaar halen
D
indampen

Slide 20 - Quizvraag

Rijpen is de faseovergang van
A
vloeibaar naar gasvormig
B
gasvormig naar vloeibaar
C
gasvormig naar vast
D
vloeibaar naar vast

Slide 21 - Quizvraag

Condenseren is de faseovergang van
A
vast naar vloeibaar
B
vloeibaar naar gas
C
vloeibaar naar vast
D
gas naar vloeistof

Slide 22 - Quizvraag

Welke faseovergang
is dit?
A
Verdampen
B
Vloeistof
C
Condenseren
D
Sublimeren

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet
faseovergang 6?
A
vervluchtigen
B
stollen
C
rijpen
D
condenseren

Slide 24 - Quizvraag

Welke faseovergang zie je hier
A
dooien
B
bevriezen
C
condenseren
D
smelten

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet
faseovergang 4?
A
vervluchtigen
B
stollen
C
rijpen
D
condenseren

Slide 26 - Quizvraag

Sublimeren is een faseovergang van ...
A
Vast naar gas
B
Gas naar vast
C
Gas naar vloeibaar
D
Vloeibaar naar gas

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet
faseovergang 3 ?
A
vervluchtigen
B
verdampen
C
rijpen
D
condenseren

Slide 28 - Quizvraag